206 GODSDIENSTIG KARAKTER. KERKGENOOTSCHAPPEN.
geniet. In Amerika bestaat onder alle richtingen het besef, dat het lidmaatschap
eener gemeente iets beteekent, dat men mede verantwoordelijk is voor haar bloei;
de overtuiging, dat alle gemeenten in vrije coneurrentie nevens elkander staan en
een eerlijken wedstrijd hebben aan te gaan, wie het rrieest zal toebrengen aan het
geestelijk welzijn van de maatsehappij.” Aldus de heer Hugenholtz. „Maar,” vervolgt
deze, „het streven, om elkaar de loef af te steken in ’t geen vertooning maakt en
schittert, doet soms pijnlijk aan. Doch wat mij daarbij trof, is de volkomen afwezigheid
van dien theologischen haat, die een duivelsche haat is.”
Naast de frischheid op godsdienstig gebied heerscht er een bedenkelijke opper-
vlakkigheid. Aan het gebrek aan zedelijken ernst paart zieh gebrek aan degelijke
kennis, aan soliede studie van wetenschap en kunst. De africhtingsmethode is er in
vollen bloei; spoedig klaar te komen is het ideaal, dat ieder beheerscht. Daardoor
hebben opvoeding en onderwijs een praktische richting, maar wat al te praktisch, te
oppervlakkig. Die oppervlakkigheid kweekt eenzijdigheid, met een voorliefde voor alles,
wat het gevoel in beweging brengt, de zinnen streelt, de zenuwen prikkelt. "Wat
sensatie wekt, wat opwindt en verbijstert, is er bij uitnemendheid geliefd.
Door dit eigenaardige volkskarakter, in verband met de eigenaardige samengroeiing
der bevolking uit allerlei natien, moeten in Amerika wel alle religies voorkomen. Ook
op dit gebied heerscht er een zekere onrust, een onbestemdheid, een zucht naar iets
nieuws, een lust- tot het verrichten van proeven. Daardoor bestaan er een zeer groot
aantal godsdienstige sekten. Laboulaye geeft in zijn geestig boekje „Parijs in Amerika”
een eigenaardige voorstelling van de talrijke kerken, die hier naast elkander verrijzen.
Laboulaye laat zijn held een reis ondernemen naar de kerk der Congregationalisten
in New-York en een oud vrouwtje, dat hij naar den weg vraagt, geeft hem de
volgende aanwijzing: „Niets is gemakkelijker, mijnheer, om dien weg te vinden. ’t Is
een beetje ver, maar met mijn aanduiding zult u zonder moeite de kerk vinden; let
wel op de kerken aan uw linkerhand; die der Congregationalisten is aan uw rechter.
Als gij nu de torens telt, kunt gij u niet vergissen. De eerste kerk, die gij ziet, is
de Katholieke kapel van den H. Paulus, de tweede is het klooster der Urselinen, de
derde de Episcopaalsche kerk, de vierde het klooster der Capucijners, de vijfde behoort
aan de Baptisten, de zesde aan de Hollandsche Hervormden, de zevende aan de
Lutheranen, de achtste aan de Methodistische Negers, de negende aan de Joodsche
Synagoge, de tiende is de Chineesche tempel: ge ziet hem daarginds -met zijn dubbel
dak en zijn klokkenspel. Zijt ge eenmaal daar, dan hebt ge den weg maar te volgen,
en ge ontmoet de Mennonieten, na de Mennonieten de Duitsche Hervormden, na
de Duitsche Hervormden de Vrienden of Kwakers, na de Kwakers de Presbyterianen;
na de Presbyterianen de Moraviers; na de Moraviers de blanke Methodisten, na de
blanke Methodisten de Unitariers, na de Unitariers de Unionisten, na de Unionisten
de Tunkerianen. Dan telt gij vier kerken: eerst, die zieh bij uitnemendheid de kerk
der Christenen noemt, dan de Yrije Kerk, daarna die van Swedenborg en eindelijk
die der Universalisten. Dat maakt in het geheel drie en twintig kerken of kapellen;
de vier en twintigste, ongeveer in het midden der straat, is de kerk der Congregationalisten.”
Deze catalogus van gezindten en gemeenten kan nog met even zoovele vermeerderd
worden, zegt de heer Hugenholtz. Als wij dit bedenken, valt in het oog, dat het niet
aangaat, in dit boek de verschillende kerkgenootschappen in hun onderscheidene
nuanceeringen te beschrijven.
Het overzicht, dat wij hier laten volgen van de verschillende kerkgenootschappen
volgens den census van 1890, geeft dan ook alleen de voornaamste aan. Daar de
leden niet op denzelfden leeftijd in de kerkgenootschappen worden opgenomen, is de
verhouding niet volkomen juist van de totale bevolking, doch slechts bij benadering.
Roomsch-Katholieken............................................... 6 257 871
M e th o d is te n ............................................................... 4 589 284
B a p ti s te n .................................................................... 3712 468
Presbyterianen ............................... 1 278 332
Transporteere 15 837 955
KERKGENOOTSCHAPPEN. MORMONEN. 207
Per transport . . . 15 837 955
Lutherschen ..................... 1 231072
Congregationalisten..................................... 512 771
E p is c o p a le n ............................................................... 540 509
Hervörmde Kerk (Duitsch en Nederduitsch) . . - 309 458
Vrienden of Kwakers . . . . . . . . . . 107 208
Mormonen.................................................... 166125
Joden. . . . . . . . . . . . . . . . 130496
Discipelen van C h r i s tu s .......................................... 641 051
C h ris tia n s .................................................................... 103 722
Evangelische associatie 133313
Duitsche Evangelische synode ................................ 187 432
Unionisten . . . . . . • • ■ • • ■ • • 225 281
Alle andere . . • ............................................... 486413
Totaal . . . 20 612 806
Opmerkelijk is het, dat de Katholieke kerk zieh in Amerika zoo krachtig heeft
ontwikkeld. Vooral de aanzienlijke emigratie der Ieren heeft tot die uitbreiding der
Katholieke kerk veel bijgedragen. In 1830 werden er nog slechts 500,000 Katholieken
gevonden op een bevolking van 13 millioen. Eigenaardig is het verder, dat de
Katholieke kerk in Amerika zieh zeer goed schikt naar de beginselen der politieke
gelijkheid, terwijl Amerikaansche geestelijken zieh herhaaldelijk krachtig uitspraken
voor de vrijheid,
Tegenover de Katholieken de gezamenlijke Protestanten plaatsend, zijn de laatsten
in de meerderheid, doch zij worden verdeeld in een groot aantal secten. In 1880 telde
men er 86,132 Protestantsche en 5975 Katholieke kerken.
$ *
Van de godsdiensten in de Vereenigde Staten willen wij enkel dien der Mormonen
iets nader beschrijven, omdat deze een vrucht is van Amerikaanschen bodem en
door zijn eigenaardigheden de aandacht trekt.
Mormonen of Latter-Day Saints (Heiligen van den jongsten dag) is de naam van
een godsdienstige secte in Noord-Amerika, aldaar gesticht door. Joe Smith. Jod
Smith werd 23 December 1805 te Sharon in den Staat Vermont geboren. Na een
afwisselend leven, waarbij hij allerlei bedrijven uitoefende, zieh een tijdlang met
goudgraven bezighield, groef hij, zoo luidt het verhaal, in 1823 op grond ^der
aankondiging van een engel in den heuvel Cumorah bij Palmyra naar heilige
messingplaten, welke hij in September van dat ja a r heette gevonden te hebben,
doch eerst in September 1827 aan het licht mocht brengen. Die platen waren
bedekt met een schrift, hetwelk hij niet kon lezen, doch in de kist, welke de platen
omsloot, bevond zieh een wonderbril, met doorzichtige gesteenten als glazen, en deze
bril stelde Smith in Staat, om de geheimzinnige woorden te ontcijferen, welke hem
zelfs inlichtingen gaven omtrent de toekomst. De Engelsche vertaling van die opschriften
werd in 1830 uitgegeven onder den titel van „The book of Mormon” 1).
Dit boek verhaalt in een soort van bijbeltaal, dat ten tijde van koning Zedekia
een vroom Israeliet, Leki, uit Palestina met zijn gezin naar Amerika was verhuisd,
die hier zijn zonderlinge reisavonturen en de goddelijke. voorspellingen op messingplaten
grifte. Hoewel deze bijbel van Smith niets anders is dan een geschiedkundige
-roman, een soort- „Oralinda boek”, door zekeren Davison vervaardigd en als
handschrift door den boekdrukker Sidney Redgon aan Smith te r hand gesteld, vond
toch Smith, die als een nieuwe profeet beschouwd werd, bij velen geloof en 6 April
1830 vestigde hij een gemeente te Fayette (een stadje in den Staat New-York).
Kort daarna vestigde de secte zieh in Ohio en telde reeds eenige honderden leden.
Doch van hier werden de Mormonen verdreven en na vele wederwaardigheden, na
i) Sedert ook vertaald in het Deensoh, Franach, Dnitsch, Italiaansch, Zweedsch en Spaansoh, het
Hawaïsch en het Maorisch.