, D® beschouwing van het landbezit brengt ons; tot de. vraag naar de sociale
wnnrdeneilp n of ]iever niet mogelijk, hieromtrent met enkele
Z i volledige mhchtmg te geven. De Vereenigde Staten vertoonen een
7 toestanden, die het moeielijk maken, j den socialen en economischen
toestand te overzien.
Hoe is de economische toestand der bevolking in Amerika? Dr. Kuyper zegt hier-
omtrent Jhet volgende: ■»
„Te zeggen, dat er in Amerika geen armoede wordt geleden, wäre overdreven..
wiaar wie de diepe eilende van het pauperisme in de achterhoeken van de Euro-
peescne hoofdsteden leerde kennen, voelt zieh toch verrast, in de Vereenigde Staten
een maatschappij te vinden, die tot dusver nog altoos aan den eigenliiken vloek van
het pauperisme wist te ontkomen. , . ; . J
VBOEGERE WONING VAN 'COBNELIS VANDEBBILT, TE NEW-YORK.
Wat hier „lagere klasse” heet, bestaat aan de overzij van den Oceaan eenvoudig
met. Er is in den spoortrein geen derde klasse, doch slechts een klasse. De werkman
onderscheidt zieh niet door de kleeding; heel de bevolking eet, vleesch, zelfs tweemaal
per dag. De stedelijke regeering te Baltimore betaalde aan een straätwerker fbrick-
layer) f 10. per dag. En al.is dit loon niet overal, toch zijn de Verdiensten overal
op het platteland zoowel als in de steden, toereikend voor een behoorlijk onder-
dak, toereikende kleeding en goed voedsel. Op vele plaatsen staan de arbeiders-
woningen op een lijn met die van onze kleine burgerij. En de mare, dat het hooger
loon tegen de duurdere levenswijze opweegt, berust op dwaling. Wel zijn huishuur
en kleeding duurder in prijs, maar het voedsel is er goedkooper dan bij ons, vooral
het vleesch. Wel bestaat er bij de rijke standen een groote luxe, maar den gewonen
levensstandaard mag men hiernaar niet atmeten. In de kleinere, steden °van het
Westen leven aanzienlijke ingezetenen zeer fatsoenlijk van f 2400 per jaar. Zelfs in een
stad als Des Moines, de hoofdstad van Iowa, kostte in een prächtig hotel het verblijt bij
drie warme maaltijden per dag niet meer dan f 7.50, zonder verplichting wijn te drmken.
Die oordeelvelling geeft zeker vele lichtzijden aan. Doch schaduwzijden ontbreken
ook hier niet. j , .•
Er ziin pessimisten, die beweren, dat het pauperisme en de geweldige coneentratie
van groote kapitalen hier scherp tegenover elkander staan. In 1890 wordt de rijkdom,
la puissance, zooals men zegt, der Vereenigde Staten gerekend op 162X milliard
gulden, wat per hoofd (het Indianen-Territorium niet mede gerekend) geeft gemiddeld
2590 gulden, Maar de helft van dit vermögen is het- bezit van ± 25,000 Individuen
dus van niet meer dan V1600 totale bevolking. Groote kapitalen in een
hand’ van particulieren en maatschappijen, dat is het economisch karakter van
Amerika. Jay Gould, de koning der spoorwegkoningen, liet voor kort 800 milhoen
gulden na; de rijkdommen der Vanderbilts zijn eveneens wereldbekend.
De monopolien van personen en maatschappijen waren de oorzaken van die-groote
opeenhoopingen der kapitalen en zijn het gedeeltelijk nog. Zoowel natuurlijke monopolien
van miinen,. evenals kunstmatige monopolies door kunstig in elkander gezette groote
Trusts, zooals de „Standard Oil-Company” werken tot dat doel mede en de concur-
rentie tegen deze is niet vol te houden. ^
Bii de industrie is het salaris der betrokken werklieden en beambten sedert
zeker toegenomen; het gemiddelde bedroeg in 1890 fl2 0 0 per persoon, een toenemmg,
die grooter is dan in West-Europa.
Voor. de landbouwers is de verlaging der graanprijzen een zware slag geweest, en
talrijke bezittingen zijn met hypotheken zwaar belast, terwijl de gronden in prijs
verminderden. Vele bezitters moesten daardoor in de eerste jaren na 1890 hun
bezittingen verkoopen. ^ . '. !
Een groot nadeel wordt den landbouw toegebracht door de speculatieve operaties
der spoorwegmaatschappijen, die hun tarieven telkens veränderen met het oog op de
opdrijving der aandeelen. De boeren zijn voor den afzet van het graan en vee van
deze afhankelijk, en een economische strijd is hieruit ontstaan, die ook de farmers
heeft genoodzaakt, de handen ineen te slaan en zieh tot den economischen oprlog te
vereenigen. Hieruit is een League ontstaan der Grangers, gegrondvest in 1867, die m
1873 fls mill, leden telde.. ' ■ - I • . . • I „ 1
De bekende statisticus Mc. Garty heeft in zijn werk „Annual Statistician van
1891. den rijkdom van verschallende Staten met elkander vergeleken en komt tot
de volgende resultaten:
Landen.
Totale rijkdom in
mill. Pond Sterling.
Gemiddelde rijkdom
per hoofd in
Pond Sterling.
Groot-Britannie . . /. . . . . • .• 10000 270
N ed erlan d ..................................................... 987 240
Vereenigde Staten van Noord-Amerika. 13 750 219
F r a n k r i jk .................................................... 8 060 218
Denemarken . . , ............................... 366 198
Zweden.......................................................... 977 152
B e lg i e ..........................................................
806 145
Duitschland ................................................
6 323 140
G rie k e n la n d ............................................... 211 107
Oostenrijk-Hongarije...............................
3 613
S p a n j e .........................................................
1593
Portugal.........................................................
371
95
93
86
Italie. . . • • • • • • 2 351 82
Rusland......................................................... 4343 53
Uit deze cijfers, die, wij behoeven het niet te zeggen, geenszins absoluut juist zijn,