154 HET FRANSCHE ELEMENT IN CANADA.
^ K i Frankrijk m deze gewesten waren in den Franschen tijd
h a h iZ ’tc” “ai WarT het landb°uwers, die in Amerika niet M i maar
„habitants genoemd werden, een naam, dien zij nog dragen. Op bevel van hun
£ S n e f eenTn Z1J T f™ l e n d met den krijgsdienst en met den landbouw
dedßn ^ 1 7 ,groot ?antal g,ng die kolomsatie niet voort; in massa emigreeren
element versWkf^ben met, dceh langzaam, individueel werd toeh het Fransche
eiement versterkt, en de meesten vestigden zieh m Quebec.
V1ndt H g6un enke,!e zö° samengedrongen nationaliteit als in
Ouebee, waar schier alles Fransch en alles Katholiek is (bijna 90 pCt.) en onder
in e e n fm e ^ £ athollekTe geestelijkheid derer de Franschen een vaste plaats wordt
ingenomen. De oude Laval-universiteit in Quebec is een aanzienlijk hulpmiddel om
MontrPai 'T 'r „ i enaren T ,de k6rk “ de Frausche nationaliteit Montreal diaagt m zijn geheel genomen, een Fransch karakter. te leveren. Ook
’habltai“t s ’ in Quebec waren reeds van den aanvang af aan hoogere leiding
fr, i, *' i j feudaalstelsel uit Europa was door de Franschen naar hier overgebracht,
f /L E u Was Sroote deelen verdeeld onder edellieden, seigneurs, welke het
M T ri °ndergesohikten of onderdanen toewezen. Ten onrechte werd wel
dat de Franschen in Canada vooral uit Normandie kwamen; het Staat
nameliik »1 ® m6? f en M Buretaf,ne afkomstig waren, terwijl de „seigneurs” voor-
namehjk als van Normandische afkomst beschouwd moeten worden.
,,-' !st®lsel heeft hier nog geduurd tot voor ongeveer een kwart eeuw:
lJ “ a het , ,eemge voorbeeld van in Amerika overgeplant feudalisme. De
” a f i? gev° eldBn zieh in dat stelsel thuis en vermengden zieh daarom ook niet
met de Engelschen. Zoo bleven zij hun taal, zeden en nationaliteit getrouw. En de
d ? f f i pirneai!’, .(z,e pag’ 143) een „Seigneur” en advokaat, had terfgevolge,
S l f d,e vransche bevolking van Canada volkomen gelijkstelling verkreeg met de
Britsche. Zoo erlangde de Fransche taal bij de gerechtshoven en in het Parlement
van rechtswege een plaats naast het Engelsch.
De afzondermg van deze Franschen, de gemeenschappelijke taal en religie hebben
dij deze kolonisten een gevoel van solidariteit ontwikkeld, zooals men zelden ergens
Ü b U k i j1J r? eVoe,e,Ii Z10h biJna als een groote familie in den vreemde, staan
elkander helpend bij en blijven trots de verandering der wetten nog oude verhou-
b®war®n - Hoewel het feudalisme voorbij is, leefl er nog iets van den feudalen
geest onder hen voort en beschouwen de onderdanen den „seigneur” nog met
eerbied en ontzag. o
De Fransche geest openbaart zieh in het karakter der „habitants”, zoowel als in dat
aer „seigneurs . Levendig, hoffelijk, spoedig kennis makend en gastvrij ziin zii allen.
s er geen herberg gevonden wordt, Staat elke farm open voor den reiziger, waar
hem nachtverbhjf en voedsel geboden wordt, en van betaling is geen sprake.
Aartsvaderhjk zijn nog vele toestanden onder de Franschen in Canada. Vrooliik
siaan de naburen de handen ineen, om voor een vriend den akker te maaien, te
romen enz., een huis te bouwen of eenig door de natuur aangebracht nadeel te
nerstellen welke samenwerking eindigt met een gezelligen maaltijd, picnicsgewijze
o ILILob
Nog heden ten dage vermaakt men er zieh des winters met onder het snorren
van het spmnewiel vroolijke verhalen ten beste te geven, of met een of ander
Ä hT SPek ar ig t nog eei? Fransche geest in alles, en gaarne ziet de
„ itant naar een gelegegheid uit, om in den zomer een dag vrii te kriigen en
vnj rond te zwerven. 8 J j8
De woningen der bewoners van Canada zijn weinig in dorpen vereenigd. De boeren
wonen ieder op zijn eigen erf, te midden van eigen grond. In rijen staan de
witgekalkte woningen meest aan den hoofdweg, op körte afstanden elkander opvolgend
alle met een welvarend uiterlijk. r e .
Längs de St. Laurens sluiten zoo de huizeurijen der nederzettingen aan elkander,
evenals in de Nederlandsche veenkolonien, over afstanden soms van 500 kilometer
■i Fen Fugelsch gouverneur van Canada, die in 1825 het land doorreisde, schreef reeds:'
i eb |B§§ e®n krachtig, flink menschenras leeren kennen, vlijtige arbeiders, goed
opgevoede famihen, met wellevende manieren en een hoog standpunt van zedelijkheid.
DE HABITANTS. KINDERRIJKDOM. NIEUWE FISCHEN. 155
Het ouderwetsche in opvatting van de „habitants” doet hen met afkeer den blik
werpen op de nijverheidsrichting der negentiende eeuw; de „habitant” blijft conser-
.vatief met goede degelijkheid; eenvoudig, maar goedhartig; onberoerd door de geld-
heerschappij, die de Amerikanen beheerscht. Terwijl in dit land Engelschen,
Schotten en Ieren half tot „Yankees” geworden zijn, is de „habitant” de ouderwetsche
Franschman gebleven, die de afkomst uit zijn vaderland Bretagne in alles
verraadt. Gaarne luistert hij nog naar de verhalen der bedelaars, die soms als
troubadours optreden en allerlei stadsnieuwtjes rondventen.
De taal der „habitants” is het Fransch, wel vrij van Anglicismen, maar toch
eigenaardig verdraaid. Hij zegt: „il mouille” (het wordt nat) in plaats van „il
pleut”, het regent; „il me tanne” in plaats van „il m’impatiente”, enz. Wijl er
vele zeelieden onder de oorspronkelijke pioniers gevonden werden, zijn er ook
onderscheidene zeemanstermen in de taal op het land overgenomen. „S’embarquer
à cheval”, zieh op een paard inschepen, zegt hij, in plaats van een paard bestijgen;
of „bien gréé”, goed opgetakeld, in plaats van „bien fourni”, goed voorzien.
De Franschen spreken meestal iets Engelsch, de Engelschen daarentegen geen Fransch.
In één opzicht vormen de „habitants” van Canada een tegenstelling met de Franschen
in het moederland. Terwijl in Frankrijk het tweekinderstelsel gevonden wordt en
de toeneming der bevolking vermindert, ijveren de priesters in Canada met kracht
tegen dit stelsel, om aldus de kerk nieuwe leden te geven en het Fransçhe eiement
te vermeerderen. Zelfs is de bevordering van de uitbreiding der bevolking in Quebec
een onderwerp van wetgeving geworden.
Een wet in deze provincie bepaalt, dat ouders van 12 of meer levende kinderen
van één moeder als geschenk recht hebben op 100 acres land. En werkelijk wordt
dikwijls aanspraak op dergelijke belooningen gemaakt. Het volgende tot bewijs.
Yan 1 Januari tot 26 September 1890 bedroeg het aantal levende ouderparen 1009,
die te zamen 12,447 kinderen hadden. Daaronder waren:
119 ouderparen met 13 kinderen elk paar.
42 ÎJ JÎ 14 Î5
25 Î) 15 55 î î ÎJ
1 - 1 î î • 16 JÎ
6 ÎÎ ÎÎ 17 JÎ î î ÎJ
4 „ Î) 18 n » >»
1 ÎÎ »J 23 ?? Î5 ÎÎ
Dat 23 niet het maximum kinderen is, hetwelk de „h'abitant” bereikt, is bekend;
voorbeelden van 26 tot zelfs 33 kinderen zijn er aan te wijzen. De latere Minister
van Openbare Werken in Canada, M. Quimet, was het 26ste kind van niet rijke
ouders en werd door de geestelijkheid opgevoed.
De „habitants” van Canada zijn echte paard envrienden, een eigenschap, die zij
met elken Indiaan deelen. In den laatsten tijd heeft men hengsten uit Normandie
ingevoerd te r veredeling van het ras; zoo ook koeien van het Yersey-ras, welke
voortreffelijke melk geven, daar weiden en klimaat hier günstig zijn. Landbouw en
veeteelt zijn de hoofdbezigheden van het grootste gedeelte der bevolking. Voor beide
is er nog land in overvloed in Quebec voorhanden, dat in kleine stukken door de
regeering verkocht wordt.
* * *
Zal de toestand der „habitants” in Canada aldus blijven? Er zijn teekens, die wijzen
op verandering der toestanden en eischen. Wel heeft de regeering ten doel, in
de ärmere streken der „habitants” een beter ontwikkelden landbouw in te voeren,
om hen tot meer productie te brengen, maar de geestelijkheid stelt zieh tot taak,
de meerderheid der bevolking hier Fransch en Katholiek te houden. Er schijnt
echter een geest van onrust op te komen. Enkele Franschen in Canada komen in
verzet tegen de heerschappij der kerk; zelfs zijn eenigen Protestantseh geworden.
Een radicale richtjng steekt op in dit naar zijn aard eonservatieve eiement; politici
maken daarvan gebruik. Ook de emigratie naar de Unie werkt in een zelfde richting.