laarzen, van de knie naar onder reikende, maar nauwkeurig beschouwd blijkt het
dat de zolen ontbreken en er alleen een riem is, die onder het midden van den voet
doorgaat, zoodat de hiél, de teenen en een groot gedeelte van de voetzool vrij blijven.
Deze inriehting is noodzakelijk, omdat de Patagonier bijna altijd te paard zit en dé
teenen dus onder de slobkous uit
moeten komen, om ze in den stijg-
beugel te kunnen plaatsen, diezeer
klein en driehoekig is.
Teneinde den lezer een goed
denkbeeid te geven van het paar-
dentuig der Patagoniers, wordt hier
een geheel stel afgebeeld.
De paarden zijn afstammelingen
van de voor eeuwen door de Span-
jaarden ingevoerde en die zoo snel
vermenigvuldigd zijn, dat zij bijna
inlandsche paarden kunnen genoemd
worden. Zij zijn niet bijzonder groot
en behooren tot dat welbekende
mustangros, dat beroemder is om
zijn sterkte en onvermoeidheid dan
om zijn voorkomen: hoedanigheden,
onmisbaar voor een dier, dat bij
het vervolgen van zulke vlugge
schepselen als de guanaco of de ree
zulke zware berijders moet torsen.
De Patagoniers zijn liefhebbers
van wedrennen, doch maken de ren-
baan niet langer dan een kwartmijl.
De reden voor zulke körte wedrennen
bestaat hierin, dat hun paarden
nooit lang in volle vaart behoeven
te loopen, maar wel plotselinge
sprongen moeten maken, om den
berijdér zijn prooi te doen bereiken
en hem de zonderlinge projectielen
te doen slingeren, waarmede hij
gewapend is.
Er is nog een voorwerp, dat aan
de uitrusting eens Patagoniers niet
mag ontbreken. Het is de beroemde
„bolas”;' een wapen, dat er vrij
nietig uitziet, maar in geoefende
handen buitengewoon geducht is.
Het bestaat uit twee of somtijds
drie ballen, aan lederen riemen be-
vestigd. De meest gebruikelijke
vorm is die, als in de afbeelding
op .d e volgende blz. wordt voorge-
steld. De inlandsche naam voor den
p a a b d e n -v i t r ü s t i n g . bolas met twee ballen is somai en
voor het wapen met drie ballen achico.
Het eerste punt bij de vervaardiging van den bolas is, geschikte kogels te vinden;
het- tweede, het ;geschikte snoer. te bereiden, waaraan zij bevestigd worden. De gewone
kogels worden van steen gemaakt en zijn bijna zoo groot als onze gewone cricketbailen.
Zij worden gemaakt door de vrouwen, die veel tijd besteden, om de mannen
van deze levensbenoodigdheden te voorzien. Het houwen en Slijpen van een dezer
sfeenen is een groot dagwerk, zelfs voor een bekwame werkvrouw.
De van ijzer gemaakte kogels zijn veel kost-
baarder; daar ijzer het voordeel heeft zooveel
zwaarder dan steen te zijn, is de kogel veel kleiner
en biedt daarom minder weerstand aan de
lucht, een hoedanigheid, in een projectiel van het
meeste belang. De kostbaarste echter zijn die van
koper vervaardigd, zooals het exemplaar, waarnaar
de afbeelding genomen is. Elk dezer kogels weegt,
in weerwil van zijn klein volume, achttien hecto-
gram, zoodat het met recht een geducht wapen
mag genoemd worden.
De riem, waaraan de kogels bevestigd zijn, is
negen voet lang en wordt op de volgende wijze
vervaardigd. Er worden twee paar riemen van
een versehe huid gesneden, en terwijl zij nog
versch en vochtig zijn, wordt ieder paar säam-
gevlochten tot een snoer van twee strengen. Deze
snoeren worden nu op hun beurt tot een gevloch-
ten, zoodat de gezamenlijke sterkte van alle vier
ontzaglijk is.
De kogels worden nu elk afzonderlijk in een
stuk guanaco-huid gewikkeld, waarin längs den
rand gaten geboord : worden, i Nadat dan de- ein-
den der riemen door de gaten -gehaald en stevig
vastgebonden zijn, wordt de versehe huid over de
ballen getrokken en men sluit ze in een soort
^van zak, zooals op de vergroote afbeelding hier-
naast te zien is. Dit exemplaar is een van de
wapenen met drie kogels; het is zoodanig vervaardigd,
dat, wanneer de riemen aan hun ver-
eenigingspunt gepakt worden, twee kogels op
gelijken afstand van de hand hangen en de derde
een voet langer.
De bolas is voor den Patagonier, wat de kris
voor den Maleier, de boemerang voor den Australier,
de lasso voor den Gaucho, en de boog voor den
Andamaner is. Van zijn vroegste jeugd af is geen
Patagonier zonder dit wapen. Gewoonlijk draagt
hij het om zijn middel gewonden als een officiers-
sjerp van vroeger dagen, terwijl de kogels längs
zijn zij de slingeren als de kwasten van de sjerp.
De bolas is evenwel zoo behendig om het lichaam
geslagen, dat hij met eene lichte beweging van
de hand kan losgerukt worden, terwijl het oog .1
zieh op het voorwerp van aanval vestigt, en in j|II,
een oogwenk is de Patagonier gewapend. Oorlog- I
voeren is in Patagonie nauwelijks bekend, daar , ijj
de stammen, of liever de familien, niet sterk I
genoeg zijn, om een ernstigen strijd met elka&r
aan te gaan. De zoogenaamde gevechten zijn jj
niets meer dan schermutselingen, die onderling I
vrij onschadelijk schijnen te wezen, hoe geducht
overigens voor tegenstanders, misschien onbelcend I
met de wijze van vechten, bij de Patagoniers in I
zwang.
Is een Patagonier van plan, een menschelijken
vijand of eenig jachtdier aan te tasten, ot zelfs,
zooals meermalen gebeurt, eenig wild dier of