zij keerden in 1630 terug, veroverden Olinda en breidden hun heerschappij verder
uit over de helft van Brazilie. Hier was Johan Maurits van Nassau stadhouder, die
een groot gedeelte van zijn vermögen en van de inkomsten des lands besteedde tot
het versterken der riviermonden, verbetering der communicatiemiddelen en verfraaiing
der steden, terwijl hij door de Nederlandsohe politiek der verdraagzaamheid het
vertrouwen der Portugeezen trachtte te winnen. Hij werd echter in 1640 terug
geroepen, en reeds in 1645 ging bij een opstand Brazilie voor Nederland verloren,
terwijl het in 1661 voor goed aan Portugal werd afgestaan.
Sedert dien tijd bleef Brazilie een Portugeesche bezitting, en toen in 1808 het
Portugeesche bewind vluchten moest voor Napoleon I, zocht het een toevluchtsoord
in deze kolonie. De regeering van Lissabon werd naar Rio Janeiro overgebracht.
Toen de koning van Portugal Jakob VI in 1821 naar Europa terugkeerde, liet hij
zijn zoon Pedro als regent in Brazilie achter, die in 1822 tot keizer werd uitgeroepen,
terwijl het land onafhankelijk verldaard werd, welke onafhankelijkheid Portugal in
1825 erkende. Het keizerrijk bleef bestaan tot 1889, toen bij een revolutie de keizer-
DE BAAI VAN EIO JANEIRO.
lijke familie uit Brazilie werd verdreven en het land een Republiek werd, onder
den naam „Estados Unidos do Brazil”, Vereenigde Staten van Brazilie.
* *. si«
Het bovenstaande slechts tot herinnering aan de belangrijkste historische feiten.
Hoe was gedurende dit tijdsverloop van vier eeuwen de vestiging der beschaafde
bevolking in dit uitgebreide land? Ontegenzeggelijk had er toenemende ontwikkeling
der kolonie plaats, doch daarnaast moet opgemerkt worden, dat die bloei aanzien-
lijker had kunnen zijn, als van den aanvang af de aanwezige werkkrachten in
rechte verhouding tot de natuurlijke rijkdommen hadden gestaan. De kolonisatie
werd läng belemmerd, doordien het verkeer van Zuid-Amerika met Europa niet
geregeld plaats had en de overtocht veel kostte. Daarenboven trachtte Portugal
uit verkeerd begrepen eigenbelang het land zooveel mogelijk voor vreemde immigranten
gesloten te höuden, hoewef het moederland geen voldoende bevolking aan dit uitgebreide
gebied kon leveren.
Men trachtte vervolgens de toestanden te verbeteren door den invoer van Negerslaven
of door de Indianen tot lijfeigenschap te dwingen, teneinde aldus werkkrachten
te verkrijgen. Evenwel bleek, dat hierdoor alleen de groote grondbezitters gebaat
werden, doch de bevolking van het land weinig of niet.
Later liet de Portugeesche regeering meer vrijheid aan de kolonisatie van Brazilie.
Eerst met het einde van de jaren 30—40 van de vorige eeuw nam het aantal
Europeesche immigranten in Brazilie toe. Het waren landlieden van de Azoren, die,
tengevolge van een bij hen uitgebroken hongersnood op uitnoodiging van koning
Johan V van Portugal naar zuidelijk Brazilie, Rio Grande do Sul en Santa Catharina
verhuisden. Zij legden in 1737 den grond van de tegenwoordige stad Rio Grande
en grondvestten in 1742 dieper in het land Porto A legre. Deze kolonisten waren
vlijtige lieden, die werkelijk den bodem tot rijke-cultuur brachten, doch Portugal
deed, helaas 1 geen moeite, om deze wijze van bevolking in andere gedeelten voort
te zetten. Daarenboven werden handelsbeperkingen ingevoerd, die de vrije ontwikkeling
der kolonisatie tegenhielden. Toch nam de bevolking van Europeanen toe,
toen er berichten verspreid werden omtrent den goudrijkdom; evenwel waren dit
meer gelukzoekers dan blijvende kolonisten.
Eerst na de vestiging van het Portugeesche hof in Brazilie in 1808 volgde men er
nieuwe en betere banen in het stelsel van kolonisatie. Vreemdelingen uit onderscheidene
landen werden aangemoedigd, zieh in Brazilie te vestigen: Spanjaarden, Italianen,
Duitschers, Duitsche Russen, Zwitsers, enz., vestigden zieh in verschillende kolonien,
die wel niet altijd even goed gekozen waren, maar waarvan vele toch tot bloei kwamen.
De opheffing der slavernij was van groote beteekenis voor Brazilie. In 1852 werd
de . invoer van Negerslaven verboden, in 1872 werden alle na dit jaar geboren slaven-
kinderen vrij verklaard en in 1888 (13 Mei) werd bij de wet vastgesteld, dat alle
slaven zonder schadevergoeding zouden worden vrijgelaten. Hierdoor werden belang-
rijke werkkrachten aan Brazilie onttrokken en de behoefte aan arbeidskraehten deed
-zieh meer en meer gevoelen. Daarom deden de regeering en vereenigingen van tijd
tot: tijd pogingen, om de emigratie uit verschillende landen naar Brazilie te leiden. Een
immigratie in massa, zooals die in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika plaats
had, kon hier echter niet tot stand gebracht worden, ook al werden sehoone beloften
gedaan en de grond goedkoop gegeven. Zoo wordt tegenwoordig door de regeering
1 Hectare bouwland voor f 0,48 verstrekt. Premien worden uitgeloofd voor de tien
eerste ondernemingen, die er in slagen, op zijn minst 100 familien te vestigen, alsmede
voor grondbezitters, die op hun gronden 50 familien weten te plaatsen. Ook wordt
een rentegarantie van 6 pCt. jaarlijks op een kapitaal van op zijn hoogst 10 mill.
Milreis aan die bank: of vennootschap verzekerd, welke zieh verplicht, gronden tegen
den door de regeering vastgestelden prijs in Europa te verkoopen. Een menigte van
verdragen van allerlei aard zijn gesloten, om de immigratie te beförderen; aanzienlijke
schatten zijn hiervoor uitgegeven, zonder dat nog de rechte resultaten verkregen zijn.
Deze geschiedenis leerde, dat de immigratie zieh niet laat dwingen.
Een eigenaardig stelsel, om de immigratie te bevorderen, is het „parcerie-stelsel”,
wäardoor tusschen de Braziliaansche arbeidgevers en de vreemde arbeiders of land-
verhuizers een verhouding van wederzijdsch belang is ontstaan. De planier, die
vreemde arbeiders in zijn dienst neemt, begint met de kosten van hun overtocht,
zoowel als hun eerste inrichting op zijn goederen te betalen. Daarna wordt hun
een kleine woning met een stuk grond afgestaan, waarvoor een matige huurprijs in
rekening wordt gebracht; het eerste wordt als voorschot beschouwd. Verder worden
hun zooveel koffieboomen te onderhouden en te plukken gegeven, als zij onderhouden
kunnen. Wanneer de immigrant eindelijk ook medegewerkt heeft aan de reiniging
der boomen, verkrijgt hij recht op de helft der netto opbrengst daarvan. Werkzame
en oppassende werklieden kunnen onder deze voorwaarden bijna zeker zijn van een
goede uitkomst, te meer, daar zij met de vruchten van hun grond en het vele
gevogelte, dat Brazilie oplevert, al spoedig in hun onderhoud kunnen voorzien. Dit
stelsel is het eerst in den Staat San Paulo ingevoerd. Goed uitgevoerd moet dit
stelsel zegenrijke gevolgen hebben.
Van 1871 tot 1892 immigreerden in Brazilie totaal bijna 861,000 personen; in 1892,
86,513, in 1896 157,948. Van de immigranten in 1886 waren 96,324 Italianen,