H O O F D S T U K X X X I I I .
DE OORSPRONKELIJKE BEWONERS EN STATEN
TEN WESTEN DER ANDES.
De A rau caners. .
Wanneer wij van het zuiden af naar het noorden voortgaan, vinden wij in de
westelijke gedeelten van Zuid-Amerika in de eerste plaats.de Araucaners .(Moluche’.s):
De Araucaners waren de oorspronkelijke bewoners van Chili, die sedert. ouden tijd,
waarschijnlijk door invloeden uit Peru, een landbouwend-volk vormden, nietaal konden
bewerken en verschillende bedrijven uitoefenden. : Evenals; de Peruanen verbouwden
zij nuttige. gewassen, als mais, boonen,. aardappels, quinoa; zij bewerkten de landen
en hadden kanalen gegraven, :öm de landen te besproeien. Daarenboven teelden zij
lama’s, om de.wol en bet vleesch ,te gebruiken. '
De Araucaners zijn echter meer en meer teruggedrongen naar het tegemvqordige
Araucanerland ten oosten, van Concepqion en Yaldivia, :waar hun verblijf; meer: en
meer tot de hellingen der Andes. beperkt is. Eerst in -1887 is.de yplle.dige onder-
werping dier eens zoo krijgszuchtige en krachtige natie voltooid.
Het aantal der Auracaners wordt thans op ± 20,000 geschat, die gedeeltelijk als
nomaden op de hellingen van het gebergte wonen, waar wilde appelboomen en
guanaco-jachten hun het noodige voedsel leveren, gedeeltelijk in de dorpen van hun
vroeger gebied verblijf houden. Hun woonplaatsen komen iets overeen met de
Indianen-reservations van Noord-Amerika, en de aanleg van nieuwe verkeerswegen
door hun gebied wijst er op, dat weldra ook hun natie zieh zal opiossen. Men kan
bij de Araucaners drie hoofdstammen onderscheiden : de Picunche’s (in het noorden)
de Pehuenche’s (in het midden) en de Huüliche’s in het zuiden.
De Araucaners zijn lieden van gemiddelde grootte, met langen hals, hooggewelfde
borst, gespierde armen en beenen, kleine voeten en handen. De huid is zacht op
het gevoel, van kleur koperrood tot blank toe; de laatsten zijn namelijk afkomstig
van geroofde blanke vrouwen. De horde der Boroas 1) kenmerkt zieh zelfs door een
Europeesch type en huidkleur. Het gezicht is rond met eenigszins vooruitstekende
wangbeenderen; een baard wordt niet gedragen. De oogen zijn klein, bruinzwart
van kleur en hebben een horizontalen stand; het lange, stijve, donkerzwarte hoofd-
haar laten zij groeien; de mannen houden het door een band samen, de vrouwen
dragen het in vlechten.
De geestelijke aanleg der Araucaners is goed; in de zendingsstations, welke zij op
de zuidelijke grenzen van hun land dulden, leeren hun kinderen betrekkelijk spoedig
lezen, schrijven en een weinig rekenen. Duurzame ontwikkeling wordt echter hier-
mede niet bereikt, want in hun land vergeten zij alles spoedig weer.
Het karakter der Araucaners is ernstig; zij zijn stil en indolent, zoolang er niet
over jacht en oorlog wordt gesproken. Een gegeven woord houden zij gaarne. Als
zrj niet door wantrouwen verontrust worden, zijn zij gastvrij tegenover vreemdelingen.
Hun taal is rijk, vol uitdrukking en bezit veel buigingsvormen.
1) Deze stam trok in 1530 de opmerkzaamheid der Spaansche veroveraars zeer door de blanke
huidklenr. De sage gaat, dat deze lieden z^’n voortgekomen nit de Europeanen van een gestrand Hol-
landsch schip, welks bemanning zieh met de Araucaners vermengde.
De kleedmg der Araucaners bestaat uit een chamal of lendedoek en een poncho,
een rond stuk stof met een gat, om het hoofd door te steken. Deze wordt uit scha-
penwol, zeldzamer uit guanacowol, door de vrouwen geweven. Over den haarband
dragen z i j gaarne een samengevouwen doek. De zuidelijke Araucaners dragen reeds
broeken en zelfs vilten hoeden. De vrouwen, die geen onaangenamen indruk maken,
dragen een lendedoek, die over de heupen door een gordel wordt samengebonden.
latoueermg is bij hen niet bekend; daarentegen beschilderen de mannen voor feesten
¡01 wedstnjden zieh het gelaat met hiauw en rood en de vrouwen brengen bij biizon-
dere gelegenheden fijn geteekende blauwzwarte stralen om de oogen.
De kleeding der kinderen^ is zeer eenvoudig. Zoolang zij nog zeer jong zijn en niet
nnen loopen, worden zij stijf in doeken gewikkeld, zoodat zij niet in Staat zijn,
zieh te bewegen. In dezen hulpeloozen toestand worden zij in bamboe-wiegen geplaatst
of in van0 d l 6 1 de H het ^ i s geslagen of m van het dak afhangende manden gelegd, zoodat zij met eenw toorudwe^ hoepegnf heann wgeener
kunnen geschommeld worden. Het zijn voorbeelden van zoete kinderen, want zij huilen
S R S w S W i Ä t ; fT JS .7 iis4e„’0'i“ 8,ir‘8en' “ “ ■« j •»
f .0“™?611 deJ , Araucaners zijn niet in dorpen bij elkander gebouwd maar
meest blokhuizen of hutten, uit teenen gevlochten, die alleen staan met stroo gedekt
r u n S ednoeh0d eVmeiLtWeihk “ afdee.lin?en =ijn gescheiden. De Araucaners houden veel
rundvee, doch de melk gebruiken zij met, verder kudden schapen, honden, katten en
AMERIKA.
EEN HTJISGEZIN EN HUTTEN DER ARAUCANERS.