'190 ONTEVREDENHEID MET HET BRITSCH GEZAG. ONAFHANKELIJKHEID.
van het Bntsche Pailement over de kolonie. De ontevredenheid kwam tot een
uitbarsting, toen m '176o door het Engelsche Parlement een zegelwet in Amerika
werd ingevoerd, zonder daarbij de koloniale vertegenwoordiging te raadplegen, alsmede
door de Bill welke aan de kolonien de verpliehting oplegde, om den koninkliiken
troepen verplegmg en huisvestmg te verschaffen. De wrevel tegen Engeland werd
hierdoor algemeen en de kolonien van Nieuw-Engeland vereenigden zieh tot een-
gemeenschappehjk verzet. De Amerikaansche vrijheids-oorlog was hiervan het gevolg
en den 4en Ouli 1776 verklaarden zieh 13 Staten onafhankelijk. Door het beleid
van mannen als George Washington en Benjamin Franklin, door de overtuiging
waarmede van de zijde der Amerikanen de strijd werd gevoerd, en door de Sympathie
waarmede men in Nederland en Frankrijk den oorlog begroette (Lafayette), werd
bet sueces der Amerikanen bevorderd. Zoo werd Engeland genoodzaakt bii den
vrede van Versailles, 20 Januari 1783, de onafhankelijkheid der 13 Vereenio-de
»taten van Noord-Amenka te erkennen. '
Het karakteristieke element in de geschiedenis van het ontstaan dep Unie is de
vereenigmg der verschillende kolonien tot een geheel, tot een bond, een verschijnsel
dat .in tegenspraak is met het individualisme als karaktertrek des volles Verschillende
oorzaken werkten samen, om die vereeniging tot stand te breiigen. De
Engelsehe kolonien, hoewel zelfstandig, hadden toch
indirect in een rechtsbetrekking tot elkander gestaan,
daar zij alle aan dezelfde Staatsmacht van het moederland
onderworpen waren. Doch afgescheiden hiervan,
traden reeds eenige kolonien al vroeg met elkander in
nadere betrekking, w at bevorderd werd door een gemeen-
schappelijke taal en gelijksoortige afstamming. De territoriale
aaneensluiting en de gelijksoortige levensomstan-
digheden schiepen gemeenschappelijke belangen, diegrooter
en belangrijker werden, zoowel belangen tegenover het
moederland als tegenover de Indianen. Die belangen
vormden een sterker band tusschen de volkplanters der
verschillende kolonien dan de band was tusschen elke
kolonie en het moederland.
Toch werd die band tusschen de verschillende kolonien
van den aanvang af slechts beperkt tot enkele punten
van gemeensehap en zooveel mogalijk bleef ieder zelfstandig.
Verschil van politieke organisatie en sociale
struktuur in de onderscheidene kolonien maakte een
La f a y e t t e ’s s t a n d b e e l d
TE NEW-YOKK.
I I groote zelfstandigheid van ieder noodzakelijk. Zoo bleef
het individualisme bewaard en werd de samenwerking en aaneensluiting een bond
van beperkte, doch praktische beteekenis. Het streven der bevolking naar politieke
eenheid ging met de werkelijke toestanden vooruit, doch hield daarmede geliiken
tred of volgde de werkelijkheid.
in 1643 was reeds een bond voor de kolonien van Nieuw-Engeland: Massachusetts,
Plymouth Connecticut en New-Haven tot bescherming tegen de Indianen en de
Hollandsche naburen tot stand gekomen, doch deze verloor zijn beteekenis met het
te loor gaan van de oorzaak, die hem in ’t leven had geroepen. Hij sing onbetreurd
te gronde en er verhepen eenige tientallen jaren, vörir een nieuwe aanleidino- den
wensch tot vereenigmg deed levendig worden. In 1754 kwam er een Congres bijeen'
te Albany, waar op Engelands oproeping de staten New-Hampshire, Massachusetts,
Khode-Island, Connecticut, New-York, Pennsylvania en Maryland vertegenwoordigd
waren, vooral met het oog_ op den dreigenden oorlog met Frankrijk en om beter
verstandhoudmg met de Indianen te verkrijgen, was deze bijeenroeping geschied.
J die gelegenheid spraken de afgevaardigden reeds over een vereeniging der kolonien
met verder gaande doelemden, maar in de kolonien zelf, zoomin als bij de Britsche
regeercng vonden die meeningen steun. Eerst toen de ontevredenheid tegenover het
moederland en zijn willekeunge belastingen een groot gemeenschappelijk belano-
schiep, sloten de kolonien zieh nader aaneen tot gezamenlijk optreden. Het werd
toen duidelijk, dat het niet Engeland was, dat tegen eenige kolonien optrad maar
GRONDWET DER UNIE. STAATSPARTIJEN. STATEN. 191
tegenover Amerika. Het Congres, dat in 1774 te Philadelphia bijeenkwam en waar
afgevaardigden van alle kolonien, behalve uit Georgia, samen kwamen, werd een
„continentaal” Congres genoemd en sprak in naam van „de goede bevolking” der
kolonien, doch besloot tevens, „dat iedere kolonie eengelijkwaardige stem zou hebben”.
Reeds op het eerste Congres te Philadelphia werd er een grondwet samengesteld,
welke de kolonien vereenigde tot een statenbond, d. i. een bond van zelfstandige
staten. Men beschouwde de eenheid als een confederate en sprak ook niet van een
grondwet, maar van confederatie-artikelen; de staten, die deel uitmaakten van de
confederate, behielden ieder zijn souvereiniteit, vrijheid en onafhankelijkheid, alsmede
elke macht en elk recht, dat niet uitdrukkelyk aan het Congres verleend werd.
De eerste grondwet (wy zullen haar aldus noemen), welke, wy wezen er reeds op,
veel overeenkwam met de Unie van Utrecht, bleek tijdens den oorlog met Engeland
ieeds niet geheel te voldoen. Er waren hervormingen noodig, er moest uitbreiding
gegeven worden aan den bond. In Mei 1787 kwamen de gedelegeerden te Philadelphia
bijeen, om de confederatie-artikelen grondigte herzien. Washington werd tot voorzitter
der bijeenkomst gekozen. Na .veel moeite en overleg werd men het eens en aldus
werd in 1787 een nieuwe constitute ontworpen, die achtereenvolgens door al de
staten van den Bond* werd aangenomen. Door die nieuwe grondwet was werkelijk
de staat geboren. Thans hidden de kolonien op, een confederate te vormen, maar
werden zij een Unie:. ^De statenbond werd in een bondstaat veranderd.
De constitute van 1/87 besliste den strijd. tusschen de b ederalisten en Unisten. ten
voorneele jder laatsten, doch niet dan na hevigen stryd. De voorstanders van den een-
heidsstaat, de republikeinen, vormden de republikeinschß staatspartij; de voorstanders
yan den statenbond, d. i. van de confederate, der staten, met geheel zelfstandige
deelen vormden de democratische partij. Deze. beide staatspartyen bestaan nog altijd
m de Republiek, maa!^ met de oude namen.du.idt. men. thans andere begin seien aan
De constitute van 1787 is nog de grondslag van de staatsinrichting der Unie.*
Er werden echter m den loop der tijden leemten in ontdekt en punten, die door
veranderde omstandigheden verbeterd moesten worden. Die wijzigingen hadden
plaats door het aannemen van amendementen. Het getal dier amendementen is tot
15 gestegeiv Be laatste drie amendementen zijn na den burgeroorlog tot stand
gekomen en hadden o. m. betrekking op de afschaffmg der slavernij en het stem-
recht der kleurlingen en der vroegere slaven.
De leden der Unie zijn de Staten, verder de Territorien, welke laatste in hun
rechten beperkt zijn en in het Hu is van afgevaardigden door niet-stemgerechtigde
gedelegeerden vertegenwoordigd zijn. De staten en territorien worden in groepen
lngedeeld naar hun geographische ligging. Wij geven hiervan een overzicht met
vermeldmg van het jaar, dat elk der staten de constitute der Unie aannam. Het
woord Terr, duidt de territorien aan.
Staten. Grootte
in K.M3.
Inwoners
in 1890.
Bewoners
per K.M2.
Koord-Atlantische Staten.'
Maine ( 1 8 2 0 ) .......................... 85 570 661 086 8
New-Hampshire (1788)............................... 24100 367 530 Vermont (1791) .. ... . . . . 16 24 770 332 422 13 Massachusetts (1788)..................... 21540 2 238 943 104 Rhode-Island (1790).................................... 3 240 345 506 106 Connecticut ( 1 7 8 8 ) .................................... 12 925 746 258 57 New-York (1788). . . . . . . . . 127 350 5 997 853 47 New-Jersey ( 1 7 8 7 ) .................................... 20 240 1444 933 71 ■ Pennsylvanie (1787) ;. . . . ' 117100 5 258 014 47
Zuid-Atlantische Staten.
Delaware (1787) .......................................... 5 310 168493 30