zijn volk regeeren, en toen de vreemdelingen hier geland waren, werd aan den
teruggekeerden luchtgeest gedacht. De verwachte luchtgeest werd afgeschilderd als
een schoon man met blanke huid, lang en donker haar en een langen baard. Is het
te verwönderen, dat in de beschrijving van de Blanke mannen overeenkomst gevonden
werd met het beeid van hun sage?
Na rijp beraad besloot Montezuma den vreemdelingen een gezantschap met kostbare
geschenken te zenden, maar met de verklaring, dat hij hen niet kön ontvangen in
zijn hoofdstad. Cortez ontving de gezanten in zijn legerplaats en de medegebrachte
schatten prikkelden zijn begeerte nog meer, om de hoofdstad te leeren kennen. Toen
de vorst in zijn weigering volhardde, besloot Cortez toch te gaan, en gesteund door
inboorlingen, aanvaardde hij den 16«“ Aug. 1519 met 400 man voetvolk en 15
ruiters zijn tocht van de kustvlakte naar het hoogland van Mexico, ’t Was een
heerlijk tropenland, dat de stoet doortrok, en de rüstige bewoners legden den
vreemdelingen over ’t geheel geen hindernissen in den weg; zij stonden vrij toe,
dat er kruisen längs den weg geplant werden als het teeken van de toekomstige
religie des lands.
Op het hoogland gekomen, was het met den vreedzamen intocht gedaan. De Tlas-
kalanen vielen het eerst de vreemde indringers aan, doch werden verslagen. De
ruiters met de paarden, die zij voor vreemde schepselen aanzagen, daar hun geen
paarden bekend waren, maakten diepen indruk, evenals het gedonder van het geschut.
En de stoutmoedige bende onder Cortez wist aldus een talrijke natie, wie het niet
aan dapperheid, noch aan vaderlandsliefde faalde, te onderwerpen, den koning Montezuma
gevangen te nemen en de hoofdstad Mexico, het Venetie van het Westen, op
eilanden in een meer gebouwd, met haar witte torens en pyramidentempels in
te nemen.
Wij mögen ons met de geschiedenis dier verovering niet bezighouden, doch geven
enkel de resultaten. Na twee jaren had Cortez het land voor Spanje onderworpen,
mäar niet dan na menigen bloedigen slag en herhaalden opstand bopg de bevolking
voor de Blanke overheersching. Het land verkreeg vervolgens den naam van Nieuw-
Spanje en werd door Spaansehe onderkoningen, telkens voor 5 jaren henoemd, bestuurd.
Meermalen wendden de inboorlingen in later tijd pogingen aan, om de boeien van
het Spaansehe gezag te verbreken, doch nutteloos. Gedurende 270 jaren werd het
land met de grootste zorgvuldigheid bewaakt en voor vreemdelingen zoo goed
als gesloten, terwijl de handel op Europa bijna uitsluitend gedreven werd op de
havens Vera Cruz en Acapulco.
Evenals dat van Mexico was ook in hoofdtrekken het lot der overige Spaansehe
bezittingen in Amerika. Het was een uitgestrekt koloniaal gebied, van Mexico over
Centraal-Amerika en het westen van Zuid-Amerika zieh uitbreidend. Doch ’t was
geen gebied, waar zelfstandige ontwikkeling gebracht werd, maar een tooneel van
plundering en roof, van uitzuiging op allerlei wijzen. Onderdrukt door het moeder-
land, uitgeperst, het slachtoffer van avonturiers, die eenige jaren voor Spanje in het
land vertoefden, om er spoedig rijk te worden en dagrna in Europa terug te keeren,
beperkt in den handel en het verkeer, zoo was de toestand der Spaansehe kolonien
overal even ellendig. Toch bleef Spanje het gezag in Mexico behouden tot in het
begin van deze eeuw. Partijschappen, in Mexico ontstaan, waarbij de Creolen meer
rechten en vrijheden verlangden, trokken partij van de verdrijving der Bourbons uit
Spanje in 1809. Er werd onrust gekweekt, op vrijheid aangedrongen, opstanden
werden voorbereid en in 1820 was „onafhankelijkheid” het algemeene wachtwoord.
Die onafhankelijkheid kwam in 1825 tot stand, toen na een vrijheidsoorlog de Repu-
bliek Mexico eerst door de Vereenigde Staten, vervolgens door de Europeesche
mogendheden erkend werd.
Sedert is Mexico een onafhankelijke Republiek. Doch het was een volk, dat in
den tijd der onderdrukking door Spanje niet had geleerd te regeeren. Eerst na een
lijdensschool van vele beproevingen en teleurstellingen te hebben doorgemaakt, kwam
Mexico pas tot vastheid en rust. Thans evenwel heeft het rijk vele jaren rust gehad
en schijnen de toestanden onder een vaste leiding zieh veel verbeterd te hebben.
Na deze: historische herinneringen möeten wij ons met de bevolking van Mexico
“ v a i d r i ^ e n ^ d i e X t n j f t a 'd e Nieuwe Wereld in bezit heeft genomen, behoort
Mexico wel tot het belangrijkste en merkwaardigste, zoowel wat betreft zijn klimaat
en den onuitputtelijken rijkdom des bodems aan edele metalen, voornamehjk zilver,
H de dgenaardige beschaving, welke hier bij de bewoners tijdens de ontdek-
king reeds gevonden werd. Staat men verbaasd over de bouwgewrochten m het oude
E r n t e ™ het oude Indie, niet minder wekt de bouwkunst van het oude Mexico
onJe verwondering, een land, waar nog van tijd tot tijd meuwe ruines van steden
en bouwwerken uit een weinig bekend verleden ontdekt worden.
Omtrent de oudste geschiedenis der bevolking van Mexico is ons mets met zeker-
heid bekend, en alleen hetgeen overleveringen daaromtrent meldden of wat mt een
beeldschrift, dat ons bewaard bleef, kon. worden afgeteid, geeft eenige onzekere
inlichtincen omtrent de historie van deze landen. •
Uit d l alles kan men aannemen, dat waarschijnlijk m de zevende eeuw onzer
iaartelling de Tolteken, een Indiaansche volksstam, die uit het noordwesten kwam,
zieh op het gebied van Anahuac vestigden en de hoofdstad Tecla stichtten. Na verloop
van ongeveer vier eeuwen verdwenen de Tolteken op even geheimzmnige wijze als
zij versehenen waren. Gedeeltelijk werden zij door pest en hongersnood weggerukt,
gedeeltelijk trokken zij verder zuidwaarts. Slechts enkelen bleven achter, doch ook
dezen verloren zieh onder de ruwe stammen, die hen als bewoners opvolgden en de
bouwwerken van het kunstvaardige volk der Tolteken gedeeUehjk verwoestten Een
ruwe stam der Chichemeken bevolkte het land, doch; werd ongeveer in het jaai 1200
verdrongen door de Tezcucanen en Azteken, die uit het noorden kwamen. Uit het
noorden bewoog zieh derhalve de stroom der volksverhuizmg, die zieh m het smalle
midden van Amerika samendrong, hier de volken weder met elkander m aanraking
bracht en zeker ook hierdoor tot de ontwikkeling eener lioogere beschaving mede-
werkte. De Azteken stichtten Mexico, de Tezcucanen de stad 1 ezcuco, de beide
hoofdsteden v9.11 de bloeiendste Stätön v3.ii Ad9.1iu.3C. y
De Azteken wisten in hun bloeitijd hun macht uit te breiden. In den aanvang de
16® eeuw leidden gelukkige oorlogen er toe, een vast bondgenootschap met de m
Tezcuco en het kleine koninkrijk Tlacopan gevestigde stammen tot stand te brengen.
Zoo heerschten de Azteken in den tijd der ontdekking van ^
Atlantischen Oceaan op het hoogland, dat beide zeeen scheidde..Taarhjks on<iernanren
hun krijgslieden rooftochten door het land en keerden met buit beladen terug m
de De°°Azteken of Mexicanen waren de erfgenamen der vroegere Toltekische cultuur
en ontwikkelden die verder. Onder het bestuur van een reeks bekwame vorsten
wisten zij het land tot ontwikkeling en bloei te brengen en een eigenaardig, doch
vast staatsverbond te vestigen. i i • „
De regeeringsvorm van het volk der Azteken, en die der Tezcucanen kwam hiermede
in hoofdzaak overeen, was monarchaal met bijna absolute macht van den vorst. D
koning werd in Mexico door vier aanzienlijke edelen uit de mannelpke afstamme-
lingen van het koninklijk geslacht gekozen en voerde een bijna onbeperkte heer-
schappii Uit de broeders of zoons van den oudsten broeder des komngs moest de
nieuwe koning gekozen worden, opdat de heerschappij m de famihe bleef. De voor-
gestelde candidaat voor den troon mocht echter de regeenng met aanvaarden, voor
hii zieh in - den oorlog de eer van het komngschap waardig had^getoond. Na den
terugkeer uit den strijd werd de koning gekroond; de vorst van Tezcuco, de bond-
genoot der Azteken, zette den koning de kroon op het hoofd, die veel op een met
goud en edelgesteenten versierde priestermuts geleek. Onder het ten offerdood wyden
der krijgsgevangenen, die uit den slag medegevoerd waren, had de kromngsplechtig
In Tezcuco en in Tlacopan ging de kroon over op den oudsten zoon van de wettige
of voornaamste vrouw des konings. ,1
De Aztekische vorsten resideerden in Mexico, waar zij een buitengewone weelde
ten toon spreidden. Groote paleizen verhieven zieh hier, met tal van zalen voor de
verschillende raadsvergaderingen, wier leden den koning bijstonden in de regeenng,