Cortez in Mexico door zijn voorbeeld een krachtigen invloed ten goede uitgeoefend
en onnoodige kwellingen streng gestraft had, bekommerde Pizarro zieh weinig om
hetgeen zijn krijgslieden deden met de overwonnen volken. De Spanjaarden vermaakten
zieh niet zelden met een jacht met bloedhonden op de inboorlingen j de jonge meisjes
werden met geweld uit de hutten gesleept, om aan den een of anderen harem, dien
elke Spanjaard er op nahield, overgeleverd te worden. Met geeselslagen werden de
inboorlingen tot bovenmatigen arbeid gedwongen en velen bezweken in dien treurigen
toestand. Zoo was het lot der Indianen, die door de Blanken onderworpen waren.
Niet alleen de bewoners als physieke wezens werden getroffen door de verovering
der Spanjaarden, de geheele cultuur van bet oude Peru werd daardoor aan verwoesting
prijsgegeven. De band der veroveraars viel zwaar op de eerwaardige gedenkteekenen
der bouwkunst van het oude Peru, en de Spanjaarden richtten in hun blind en
pijgeloovig zoeken naar verborgen schatten oneindig meer verwoesting aan dan de
tijd en de veelvuldige aardbevingen vermochten, zegt Prescott. Maar toch is er nog
altijd genoeg overgebleven van de bouwwerken der Inca’s, om oudheidvorschers tot
onderzoeken uit te noodigen.
Het oudheidkundig onderzoek heefit van tijd tot tijd plaats gevonden, en daardoor
zijn de berichten der oude kroniekschrijvers, aan wie bovengedane mededeelingen te
danken zijn, aangevuld.
E. George Squier deed dergelijke onderzoekingen en kwam bij het nagaan van de
overblijfselen der bouwgedenkteekens van Peru tot het besluit, dat de oude bevolking
op verre na zoo talrijk niet kan geweest zijn, als de oude schrijvers willen doen
gelooven. Slechts een klein gedeelte des lands toch is goed bewoonbaar, en de bewoning
moet zieh alleen bepaald hebben tot de dalen en kommen (bolsones) van het bergland.
Doch alle moeite werd ingespannen, om de uitgebreidheid der cultuuraarde te
vergrooten.
De geschiedenis van deze volken onder Spanje was die van verval en achteruitgang,
en Indianen-oproeren braken van tijd tot tijd uit. En toen in 1810 de Republikeinen
van de La Plata-Staten naar Peru trokken, om de Spanjaarden te verjagen, was dit
het sein tot den opstand, die na veel strijd leidde tot de onafhankelijkheid. Den
23stea Juli 1821 werd Peru onafhankelijk verklaard en de Chileensche opperbevel-
hebber San Martin, die Peru had bijgestaan, werd tot protector der nieuwe Republiek
gekozen.
Hiermede waren de rust en de orde niet hersteld, en de geschiedenis van Peru
was gedurende deze eeuw het tafereel van toenemende-regeeringloosheid, van herhaalde
omwentelingen, van burgeroorlog en verwildering, van vernietiging der welvaart en
vermindering der bevolking. Wat onder het Spaansche bestuur nog was gespaard
gebleven, ging verder te gronde. Wel waren tijdperken van rust daartusschen, maar
die tijden waren te kort, om te herstellen, hetgeen te gronde was gegaan. Daarbij
kwam nog de oorlog tegen Chili, die van 1879—1883 duurde en waarvan de Staat
zieh eerst thans een weinig begint te herstellen. Wij mögen die geschiedenis hier
niet nagaan, doch herinnerden enkel aan de feiten.
De Chibcha’s .
De ontdekkers der Nieuwe Wereld vonden in het hoogland van het tegenwoordig
Columbia verschillende volken, die onderscheidene talen spraken. Van deze zijn de
Chibcha’s, Muysca’s of Mozca’s de belangrijkste. Ook zij onderscheidden zieh door
een hoogere beschaving van hun grootendeels uiterst barbaarsche naburen, en het
blijkt, dat die cultuur zieh zelfstandig bij hen ontwikkeld had en geenszins uit het
noorden of zuiden afkomstig was. De. beide hoofdtakken van het Chibcha-volk
leefden in Bogota en in Tunja; zij hadden dezelfde religie en taal.
Toen de Spanjaarden dit land betraden, waren de Chibcha’s reeds in verval. Wel
bestonden de oude bouwwerken nog, maar zij hadden niet de beteekenis van de
Peruaansche; hun landbouw was reeds armoedig en zij woonden reeds in oasen
tussehen onvruchtbare landstreken. Veeteelt werd niet door hen uitgeoefend, doch
de mijnen leverden hun zout en goud, welk laatste metaal zij tot sieraden verwerkten.
De tempels van dit volk zijn nog herkenbaar aan de overblijfselen der grondmuren.
Het beroemdst was de zonnetempel te Iraca, thans Sogamoso, de zetel van den
geestelijken heerscher van de Chibcha’s, eens een schitterend gebouw, dat bij de
verovering door onvoorzichtigheid in de vlammen opging. Niet in de tempels alleen
werd den goden geofferd, doch ook aan meren, rivieren, rotsen en op andere plaatsen,
doch altijd waren het de priesters, die de offers brachten en die zieh hierbij geheel
ontkleeden moesten. De offers bestonden in goud, edelgesteenten en andere waarde-
volle voorwerpen.
De Chibcha’s hadden reeds een levendigen handel; de Spanjaarden vonden vele
wollen" stoffen in hun magazijnen, en op de groote markten heerschte een druk
verkeer. Als wapens gebruikten zij houten zwaarden, lansen, niet vergiftigde pijlen,
slingers, en bovenal werppijlen van riet met harde spitsen van palmenhout. Hun
historische tradities leefden in gezangen voort. Doch veel is er niet omtrent dit
oude cultuurvolk bekend.
De bewoners der Cordilleras van Merida en van Sierra Nevada de Santa Marta
schijnen arm aan beschaving geweest te zijn. Op zijn hoogst bezaten zij goud, dat
hun spoedig door de Spanjaarden werd afgenomen. Nog geenszins evenwel zijn alle
oudheden uit deze gewesten voldoende bekend. Wij mögen op deze plaats hierbij
niet verder stilstaan, doch moeten eindigen met een beschrijving der tegenwoordige
Staten.
LITTERATUUR.
W. P rescott. History of the conquest of Peru. New-York, 1847.
Ca s t e ln a u . Expedition dans les. parties centrales de l’Amerique du Sud. Paris, 1850.
W a it z . Anthropologie der Naturvölker, .IV. 1864.
E. G eorge S q u ie r . Peru. Reise und Forschungs-Erlebnisse in dem Lande der Inca’s.
(Duitsche uitgave, bewerkt door Prof. Schmick). Leipzig, 1883.
H er b e r t S p e n c e r . Descriptive sociology, or groups of sociological facts. Ancient
Mexicans, Central Americans, Chibcha’s and ancient Peruvians. London, 1874.
W. Bo l la er t . Researches in New-Granada, Equador, Peru and Chili. London, 1860.
C. R . Markham. Travels in Peru and India. London, 1862.
„ On the geographical positions of the tribes, which formed the
Empire of the Inca’s. (London, 1871. Roy. Geogr. Soc.)
„ Cuzco and Lima. London, 1856.