dat dikwijls een weinig gekromd is over eene zijde, maar met een
er aan verbonden speerijzer van het juiste gewicht weer te hersteilen
i s ; vaak zijn zij ook onberispelijk recht. Onregelniatig gekromde
zag ik nooit. De meeste stammen van Centraal-Borneo vervaardigen
deze blaaspijpen zelf van een stak hard hout, dat horizontaal goed
wordt vastgelegd en eerst bewerkt met een twee meter lang ijzer,
dat aan eene zijde uitloopt in een beitelvormig stuk, dat scherp,
maar aan de twee zijden schuin afgeslepen is. Dit ijzer, dat dünner
moet wezen dan de opening der pijp, ligt in de richting van het
gewenschte kanaal, gesteund door verscheidene gekruiste bamboes
tegen het blo k , waarin de beitel langzamerhand door voortdurend
er tegen aan te stooten, een kanaal maakt. Een man, die doorwerkt
kan in een dag met zulk een ijzer een kanaal boren, maar voor de
blaaspijp bruikbaar i s , moet deze nog heel wat bewerkingen onder-
gaan. Yooreerst hakt en snijdt men het overtollige hout aan de
buitenzijde weg, geeft den wand eene gelijkmatige dikte, waarna
men met raspen in het kanaäl de vereischte gladheid aanbrengt.
Het eerst gebruikt men een dubbel gevouwen staafje ijzer, dat zoo
de gewenschte dikte heeft en waarin men met een zwaard of een
beitel kerven heeft gehakt, welker opstaande randen als rasp moeten
dienst doen. Met een dünnen langen steel van taai hout voert men
deze ijzeren rasp zoo lang door het kanaal, dat het geen hout-
deeltjes er meer uit verwijdert.
Yoor het fijnere afwerken maakt men gebruik van de scherpe
harde randen van den bamboe, waarvan men twee ongeveer 2 d.M.
lange stukken, die samen juist in de opening passen, aan denzelfden
steel bindt en door deze lang in het kanaal heen en weder te bewegen
dit bijna de vereischte gladheid kan verschaffen. De laatste
hand wordt er aan gelegd door het gebruik van bladeren, die in
hun opperhuid zulk een groote hoeveelheid kiezelzuur bezitten, dat
zij geheel aanvoelen als fijn schuurpapier. Men bindt deze om het boven-
einde van den steel en poetst hiermede de laatste oneffenheden uit
de binnenholte weg.
De buitenoppervlakte, die om hare afwerking ook onze bewon-
dering verdient, behandelt men op overeenkomstige wijze ^ wanneer
het mes er ten slotte niets meer aan verbeteren k a n , komt een
TSlanga, gesneden bamboe-kokers voor blaasroerpijltjes
der Mendalam Kajans.
I, 185.
Als boven, keerzyde.