hen spoedig van mijn gezelschap en ging weer naar de galerij, ten
einde daar mijn bagage wat handig op te doen stapelen, zoodat er een
goede plaats voor mijn klamboe overbleef. Met eenige matten werd
deze ruimte spoedig in een kamertje veranderd, wat mij na de
langdurige reis zeer welkom was. Zoo dadelijk was er evenwel van
rüsten geen sprake, want de Maleiers van Poetoes'Sibau moesten
afbetaald worden, om dien dag nog terug te kunnen gaan, en al spoedig
kwatnen er bezorgde ouders met zieke kinderen en bezorgde kin-
deren met zieke ouders opdagen , die hulp verwachtten van mijne
krachtige medicijnen.
Na wat gerust te bebben en genoten van hetgeen mijn jongen
voor het eerst op een Dajakschen haard voor mij gereed had ge-
rnaakt, bleef er nog daglicbt genoeg over voor eene wandeling
door de galerij van het h u is, waarbij ik mij stelselmatig meer met
de levenlooze dan met de licht verschrikte levende omgeving bezig-
hield. Het huis bleek toen een 50 verschillende vertrekken te be-
vatten, alle door een meer of minder talrijke familie bewoond, vrij
wel even groot, maar van buiten gezien was de inhoud der goe-
deren nosr al verschillend naar de welvarendheid der bewoners.
Boven den voorwand hadden allen op de horizontale balken van
het huis bewaarplaatsen voor grootere manden, vischtuig, rotan en
landbouwwerktuigen.
Later als geneesheer hier werkzaam, zag ik , dat ook in de kleinere
woningen hetzelfde stelsel heerschte van afzonderlijk afgeschoten
slaapplaatsen in eene groote ruimte. De jonge ongetrouwde mannen
slapen van een jaar of acht af in de galerij.
Door de hulp van het hoofd zetten eenige mannen den volgenden
dag spoedig het geraamte in elkaar van een hut van 4 bij 6 M.
in afmeting; met medegebrachte palmmatten werd die spoedig aan
de wanden bekleed, met mijne double waterproof-zeilen gedekt en
’s avonds kon ik reeds mijn matras en klamboe in mijn paleis uit-
spreiden.
Om buiten de woelige Kajanmaatschappij in het lange huis,
maar toch niet te ver af te wezen, had ik mijn verblijf naast den
hoofdweg naar de rivier laten opslaan, daar een groot deel van het
dagelijksch leven buitenshuis zieh hier afspeelde.
Eigenlijk hield de voorbijgang daar nooit op, want na de leven-
digheid van den dag verscheen er ’s nachts telkens de een of ander
met een flambouw van brandende of smeulende houten om te gaan
baden of visschen, dan weer een partijtje jongelui, dat uit spele-
varen was geweest en wat laat thuiskwam.
Zoodra de zon opkwam, was er een wäre uittocht uit het huis
van allen, die zieh in de rivier gingen baden en waterhalen, terwijl
wat later velen op nieuw er längs liepen, om met manden en gereed-
schap voor den veldarbeid, roeispaan en speer gewapend naar den
ladang te trekken.
Door mijn vroeger verblijf hier was de aanvankelijke verlegeDheid
der bevolkmg spoedig overwonnen, geheel anders dan wanneer men
zieh geheel vreemd komt vestigen in een Dajaksche omgeving van
Centraal-Borneo. Karakteristiek daarvoor was mijn verblijf bij de
Oeloe- Ajar Dajaks in 1894.
Toen daar mijne reisgenooten in de nabijgelegen gebergten hunne
onderzoekingsstations hadden ingericht en het rüstig in mijn pondok
(hutje) begon te worden, waren het de jongens van 6—12 ja a r,
die zieh het eerst begonnen te vertoonen, als het minst ängstig van
de jeugd en nog niet door ervaring al te wantrouwend geworden
tegenover vreemden zooals hun oudere stamgenooten. Het vermaakte
mij, om op te merken, hoe dit observatiecorps aangetrokken door
al het onbekende en bekende fraaie, zijne voelhorens uitstrekte eerst
door eenigszins ängstig naderen, om het vreemde te kunnen zien,
daarna door vragen en betasten van alles in de omgeving. Hoe minder
men zieh dan met hen bemoeit zonder ongenaakbaar te wezen, des
te spoediger voelen zij zieh op hun gemak, en heeft de jeugd de
eerste schrede gedaan, dan duurt het niet lan g , of ook anderen
naderen en geven den onderzoeker langzamerhand gelegenheid, om
zijne observaties te beginnen. Dan eerst oefenen kleine geschenken
hun goeden invloed uit. Kan men door het juiste toedienen van
geneesmiddelen eenige voor hen wanhopige ziektegevallen genezen,
dan draagt dit zeer veel bij tot consolidatie van het nog jonge
vertrouwen. Men dient dan echter voorzichtig te wezen en zieh
nooit laten verleiden tot uitingen van ongeduld of drift; een
enkele verkeerde beweging brengt als bij de dressuur van een