daarbij opgedane ervaringen te gebruiken en uit te breiden bij het
onderzoek der nog geheel onbekeude streken van den Boven-Mahakam.
De betrekkelijk körte tijd mijner detacheering aan ’s Lands Plauten-
tuin na mijne terugkomst zou trouwens niet voldoende geweest
zijn mijne aanteekeningen uit te werken, wanneer ik mij niet had
mögen verbeugen in de medewerking van vele zijden. Aan allen
hiervoor mij 11 dank, maar dan in de eerste plaats aan Dr. C. Snouck
Hukgeonje , die zicb welwillend bescbikbaar stelde, om het geschrevene
nog eens na te zien.
Om te voorkomen,. dat men in het onzekere blijve omtrent de
uitspraak van de in dit werk gebesigde inlandsche namen, veroor-
loof ik mij op het volgende te wijzen:
ä moet worden uitgesproken als in het Nederlandsche „laden”
of in het Duitsche „Sprache” ;
ä als in het Nederlandsche „kat” of in het Duitsche „schwach” ;
é als in het Fransche „greve” ;
e als in het Nederlandsche „begin” of in het Duitsche „Betrug” ;
e als de Pransche é;
ö als in het Nederlandsche „kort” of in het Duitsche „Mord” ;
o als in het Nederlandsche „brood” of in het Duitsche „Brot” ;
ü als in het Engelsche „b u t";
u als in het Nederlandsche „buren” of als de Duitsche ü;
oe als in het Nederlandsche „hoef” of als de Duitsche u;
ei als in het Duitsche „bei” ;
eu als in het Nederlandsche „ui” of in het Duitsche „treu” ;
au als in het Nederlandsche „kou” of in het Duitsche „Tau” ;
s is altijd scherp en nooit gelijkluidend met z ;
g komt altijd overeen met de Pransche g in „gant” ;
het teeken ’ achter een woord heeft de waarde van een doffe k.
B uitenzorg, Mei 1898.
Dr. A. W. NIBU WEN HUIS
I N H O U D .
E E R S T E D E E L .
EERSTE HOOFDSTUK.
De reis tot Poetoes Sibau.
Verloop der wetenschappelijke expeditie in 1894, in verband met die
van 1896 en 1897, 2. — Grondbeginselen voor de inrichting, 4. —
Naar Pontianak, 6. — Naar Sintang, 13. — Naar Nanga Pinau, 17. —
Naar Poetoes Sibau, 20. — Yerblijf in de koeboe te Poetoes Sibau, 21. —
Toestanden te Poetoes Sibau, 22. — Het zoeken van boschproducten, 24. —
Uitrusting, 27.
TWEEDE HOOFDSTUK.
De Mendalam Kajans.
Tocht naar de Mendalam Kajans, 30. — Bevolking van den Mendalam,
32. — Aankomst te Tandjong Karang, 33. — Inrichting van een
Kajanhuis, 34. —. Kennismaking met de bevolking, 37. — Doel van het
verblijf bij de Kajans, 39. — Medische praktijk onder de Kajans, 4 0 .—
Eigenaardigheden in den omgang, 43. — Karaktereigenschappen, 44.
DERDE HOOFDSTUK.
De Mendalam Kajans (Vervolg).
Inlichtingen over den godsdienst, 56. — Terughoudendheid, 58. —
Geboorte, 61. — Doop, 65. ^—¡ Kinderspelen, 66.|^SPubertoit, 67. —
De volwassen Kajan, 70. — Maaltijd der Kajans, 71. — Huwelijk, 72. —
Takoet parid, 79.iÍ¿¡ Erfenis, 81. — Verhouding tusschen ouders en
kinderen , 82. — Sterven, 83. — Begrafenis, 85.