en jongens van het huis naar de rivier af en nam ook ik in een
der wankelende vaartuigjes plaats, waarin een paar mannen mp
naar boven boomden.
De vischplaats bleek een klein riviertje te wezen, waar ons bootje
al spoedig hier en daar over de rolsteenbanken moest getrokken
worden. Het slingerde zieh tusschen met oerwoud begroeide heuvels
door, waarvan de oeverboomen een dicht gewelf vormden over het
niet meer dan 20 M. breede stroompje. Na een uur varens kon de
boot niet verder en geleidde een pad door het bosch längs den
oever ons verder naar boven. Op een hoek in de rivier, waar be-
neden een wat breeder gedeelte begon, vonden wij de mannen van
’s morgens te ru g , druk in de weer hunne pakken toeba met stukken
hout murw te kloppen. Zij veranderden ze daardoor in eene witachtige
vezelige massa, die een scherpen bedwelmenden reuk verspreidde.
Alles werd verzameld in daartoe medegebrachte manden, die na
een half uurtje alle gevuld waren. Ondertusschen hadden zieh de
overige deelnemers aan de partij in schilderachtige groepen op de
rotsen aan den oever neergevleid; onder hen waren vooral de vrou-
wen en meisjes uitgelaten door den verwachten overvloed van viseh
en het genot van deze zoo gemakkelijk te kunnen verschalken.
Daarvoor hadden zij allen een schepnet, terwpl de mannen, behalve
hunne wapens, lansen met weerhaken gebruikten als bp de tapa-
vangst. Een mand van rotan hing elk hunner over den schouder,
maar verder werden zij door overmatige kleeding niet in hunne be-
wegingen belemmerd. De mannen droegen alleen hun lendendoek
in kleine afmeting, de vrouwen hunne rokjes zonder jakje of
hoofddoek.
Dit bleek al spoedig zeer praktisch te zijn, want de mannen
hadden hun klopperp geeindigd en begaven zieh met de gevulde
manden in de rivier, waar zij in een rij, dwars er overheen door
beurtelings onderdompelen en opbeuren de geklopte wortels uit-
spoelden. Het water stroomde dan ook melkwit uit de vezelige
massa, waardoor de geheele breedte van het riviertje melkachtig
gekleurd werd, terwpl de bedwelmende geur zieh dubbel sterk in
den omtrek verspreidde.
In het breede gedeelte der bedding, dat meteen vrij diep was,
stroomde het water langzaam en had het vergif dus gelegenheid,
zieh tot op den bodem toe goed met de geheele massa te vermengen.
Binnen eenige minuten zagen wp daarvan de uitwerking op kleine
visschen, die boven kwamen, uit het water trachtten te springen
en kort daarop hunne witte buiken inplaats van hunne soms zeer
fraai metaalglanzende ruggen vertoonden.
Dit was het sein voor allen, om zieh met hunne schepnetten en
harpoenen in beweging te zetten; men verdeelde zieh door het
stroompje, de jeugd längs den oever, de ouderen in het midden.
Spoedig echter was er geen orde meer te herkennen , want de visschen
bleken wel wat bedwelmd, maar volstrekt niet bewegingloos
te zijn, zoodat er bp de grootere voor het vangen eerst een voor-
zichtig naderen en, als het dier toch wegzwom, een jacht met duiken,
struikelen over de rolsteenen in de bedding en in ieder geval veel
vlugheid noodig was.
Op die wijze liep , viel en dook alles door elkaar heen. hier zag
er een een fraai stuk buit in een hoekje tusschen de rolsteenen en
kon het met voorzichtigheid zonder moeite vermeesteren, daar zagen
er drie plotseling iets wits zieh in het water bewegen, wierpen
zieh van verschillende zijden er o p , om de eerste te wezen en ver-
schrikten daardoor hun proöi, die nog juist in staat was, om door
duiken en eene zwenking aan het drietal te ontkomen, doch om wat
lager in het netje te dwalen van een kalmer visscher , welke het
dier bedaard naar zieh toe liet drijven.
In het eerst kwamen er slechts weinige grootere visschen boven,
of zij waren er n ie t, of zij geraakten later onder den invloed der
bedwelming en konden nog vlieden voor de drükke menigte in de
rivier. Daar het vergiftigde water langzamerhand naar beneden
stroomde, bewoog men zieh tegelijkertijd daarheen en aangetrokken
door het levendige van het töoneel, nam ik ook een plaats in
tusschen de opgewonden bende. Aan visschen echter kon ik met
denken, want gekleed met schoenen aan door een bergstroom naar
beneden te loopen is minder gemakkelijk, terwpl duiken en vallen
niet in mijne bedoeling lag, wel om mp bp deze vochtige pretzoo
droog mogelijk te houden. Erg goed ging dat echter niet, want
hier en daar werd de rivier zoo diep, dat ik er tot het midden toe