rolsteenbank, om te visschen, toen Mäng voelde, dat hare stonde
naderde. Daarom trok zrj zieh van de anderen terug en hurkte in
de verte, om de geboorte te doen plaats hebben. Haar man en de
zijnen verkeerden echter in de meening, dat zij slechts hare behoefte
deed, want tot dusver bestond onder hen de gewoonte, om voor
het doen geboren worden van een kind de zwangere vrouw den
buik open te snijden. Zij leerden nu evenwel van Mäng hoe het
beter ging, want deze bracht aan haar man een dochtertje, dat
beiden opvoedden. Nadat het kind groot genoeg geworden was,
keerde Mäng naar Apoe Lagan terug, haar dochter Do achter-
latende, welke later huwde met een jongen man Häng uit den stam,
wien zij' een zoon schonk. Bij inwendige twisten in den stam werd
Häng echter gedood en zijne vrouw moest vluchten. Naar Apoe
Lagan wilde zij hare moeder evenwel niet volgen en zij trok daarom
met haar zoontje naar den Mahäkam, waar het geslacht van Akam
Igau uit dezen voortsproot.
NEGENDE HOOEDSTUK
Landbouw
De Kajans aan den Mendalam zijn een landbouwend volk bij uit-
nemendheid en verreweg het voornaamste van het verbouwde is rijst.
Yan deze kennen zij een 17 soorten: gewone en k f e e f r i j s t , welke zp
uitzaaien al naarmate zij wenschen een vroeg rijp of een smakelpk
of een groot handelsproduct. Yoor eigen gebruik houden zij zeer
goede soorten er op na met langen, smallen korrel. Ook voor
hen is gewone rijst het dagelijksch voedsel, kleefrijst wordtalslekkernij
vooral gebruikt bij feesten. ..
Hunne rijstvelden zijn ladangs, droge velden, die af hankelpk zpn
van den gewonen regenval, sawahs zijn in het Dajaksche Borneo
bijna onbekend.
Zij kiezen voor den rijstbouw gronden uit, die de laatste 8 ot 10
jaar niet bewerkt zijn, ’tliefst boschgrond, die echter in de vlakte
aan den Mendalam vrij zelden is.
In den aanvang van den drogen tijd wordt door de mannen het
hont gekapt, dat zij laten liggen tot het door de zon voldoende
gedroogd is, om verbrand te worden. Dit duurt dikwijls langer dan
een maand en na een paar goede, warme d a g e n steekt men de hout-
massa op verschilfende punten aan. De asch levert, metdeookver-
zengde aardkorst, den voedingsbodem voor de rijst, die men met
enkele korrels tegelijk in gaten fegt, welke door middel van poot-
stokken er in gestooten zijn. Daar alle zware takken en boomen
slechts oppervlakkig verbrand zijn en blijven liggen, is er vanregelmatigen
aanplant geen sprake.
Wanneer de rpst begint te groeien, bestaat de grootste zorg ver-
12