nevels verdwijnende vlakten boden, naar het Westen en Zuidwesten
de Hariwoeng, de Menakoet en de Sara, drie hooge kegelvormige
massa’s , die als beterogeene, alleen staande vormingen in de uitge-
strekte golvende vlakten, als van zelve de gedachte aan vulkanen
deden rijzen. Onwillekeurig trokken evenwel de groote massa’s van
het Noordelijk ketengebergte de blikken weer tot zieh, waar woeste
Boekats de rol der groote wilde dieren van elders overnamen en
even onnaspeurlijk rondslopen voor het bemächtigen van hun prooi.
Onderwijl lieten onze geleiders ook aan de Oostzijde van den berg
eenige boomen met donderend geweld in den honderden meters diepen
afgrond vallen en maakten daardoor een nitzicht vrij, wel beperkt,
maar toch voldoende, om een overzicht te krijgen over het dal van
den Penanei en den Kaso, aan weerskanten door middelmatig hooge
ketens ingesloten, maar vrij breed in Oostelijke richting zieh
uitstrekkend, totdat een hoog gebergte het daar afsloot. De Boekit
Penanei, een smalle hooge kegel met witte wanden, trokinNoord-
oostelijke, richting het meest de blikken tot zieh.
Geheei onder den indruk, dien het grootsche landschap op mij
had gemaakt, bereidde ik mij met de mijnen op den terugtocht voor,
doch achtte het voor mij veiliger, nu mijn geweer aan den Boekat
toe te vertrouwen, die zijne vreugde over die onderscheiding niet geheel
bedwingen kon en ook de anderen gevoelden blijkbaar wat voor dat
feit. Ten minste spoedig wisten wij door hen , dat onze gids tot de
dapperste mannen van den Mendalam behoorde en in zijn tijd aan
den Barito en den Melawi niet minder dan zeven koppen had
gesneld. Zoo bleek dan mijn wapen aan goede handen toever-
trouwd, maar de levende illustratie van het geheimzinnig schrik-
verwekkende, dat die duistere wouden voor ons verborgen, vermin-
derde den indruk daarvan niet.
De inspanning en voortdurende oplettendheid, bij het naar beneden
gaan vereischt, verschaften ons echter een goede afleiding en zeer
voldaan over de afwisseling in het voortdurende benauwende verblijf
in de bosschen, keerden wij in het kampement terug.
Von Berchtold had den dag kalmer besteed en zieh rüstig gehouden,
om voor het vervolg van den tocht frissche krachten te verzamelen.
ßeeds den volgenden dag werden die op de proef gesteld, maar
i