I
I rIII
waarvan dikwijls niet veel anders dan de twee oogen en een paar
krallen overblijven. Daaromheen vullen dan verscheiden gebogen en
rechte lijnen de overige mimte, in welker groepeering aan den
kunstenaar, die het in hout snijdt, veel vrijheid wordt gelaten, zoo-
dat in details de patronen van alle vrouwen eenigszins verschillen.
Er bestaan echter enkele regels voor de samenslelling en wel wat
betreft het aantal lijnen, dat de vrouwen van verschillende standen
mögen gebruiken naast elkaar. Drie lijnen is het geringste aantal
en dient voor de lijfeigene, terwijl zes lijnen slechts voorkomen bij
dochters van hoofden. De hierbij wedergegeven dij-tatouage heeft
vier lijnen naast het hoofdmotief en geldt dus voor een eenvoudige
vrije vrouw. Bij een aanzienlijk jong meisje zag ik , dat de figuur
was samengesteld met twee koppen van den neushoornvogel naar
het model der Longglat-vrouwen aan den Mahakam. Ook bij de
Kajans bestaat echter de neiging, zieh te bedienen van modellen
voor een hoogeren stand, waarvan het gevolg vroeger o. a. is ge-
weest, dat de oude wijze van tatoueeren is verloren gegaan. “
In de eerste tijden, die Akam Igau zieh nog herinnerde, gebruikten
slechts de vrouwen van hoofden de dij-versiering, voor mindere
vrouwen bestond toen eene gelijkmatig zwarte bedekking der onder-
beenen en der voeten, waarbij slechts enkele smalle lijnen van de
natuurlijke huidskleur werden uitgespaard, welke ruitvormige vlakken
begrensden. Ik zag nog een zeer oud vrouwtje zoo bewerkt. Een
dergelijk verschijnsel vindt men aan den Mahakam. In de versiering
van de bovenzijde van de handen en voeten, komt tegenwoordig een
gelijk standsverschil uit; bij vrouwen van hoofden vindt men er
figuren in , terwijl in het algemeen slechts donkere vlakken worden
gebruikt.
Dit laatste wordt wel eenigszins een problematisch voorrecht
daardoor, dat de door de bewerking ontstane ontsteking in de dünne
huid van hand- en voetrug licht een suppureerend karakter aan-
neemt, zoodat een deel der in de huid geklopte kooldeeltjes weer
wordt uitgestooten met de afgescheiden ontstekingsproducten en de
teekening onduidelijk en flauw te voorschijn komt.
Hoewel namelijk de bewerking bij de Kajans veel handiger en
met minder bloedverlies geschiedt dan ik het zag doen bij de Oeloe