roode kralen als eigenlijke oesoet, benevens wat toppen van een
kruid en als embleem voor het vasthouden der ziel, eenige plantaar-
dige kromme dorens.
Halen de Kajans rijst uit de schuur voor hun gebruik, dan
dragen zij zorg, de broewa parei niet te verbitteren. Hiervoor
bezitten zij de barang lali, welke in de rijstschuur bangt en telkens
gebezigd wordt voor het wegnemen van de rijst. Een bundel
spaanders van vruchtboomenhout en een vierkant mandje van tika
vormen gezamenlijk deze pëmali. In de spaanders hangt een ei als
offer en onderaan een kleine bamboe met suikerrietsap. Het mandje
houdt in een matje, brät lali ala parei (offer matje voor het halen
van rijst) en vier kawits, die eveneens namen hebben: barang bal
ok, pakan lëpo halam, pakan lëpo pare i, bal ok a dësak, benevens
een rijstaar. Komt de vrouw nu rijst halen, dan begint zij het
suikerrietsap te gieten op de houtvezels als offer voor de broewa
parei. Daarop vertelt zij dan het doel van haar komst door het
mandje te openen. het matje er uit te nemen, op den grond
uit te spreiden en den rijsthalm daar op te leggen. Van deze
laatste eet zij een enkelen korrel, terwijl zij een paar sprenken
prevelende, voor het matje neerknielt. Na alles weer opgeborgen te
hebben, kan de rijst zonder bezwaar worden weggenomen. Daar
matten bij het drogen en stampen der rijst een voorname rol
speien, is het waarschijnlijk, dat deze voorwerpen en het eten van
den rijstkorrel een voorstelling moeten geven van de volgende
bewerking der rijst.
Aan het begin van een nieuwen oogst vervangt men deze voorwerpen
door andere, maar de barang lali wordt met de kahè parei
zorgvuldig bewaard met een eierschaal, met rijst gevuld, en bij
iederen nieuwen jaartijd weer te voorschijn gehaald. Mocht het
wegraken, dan heeft men een mêla der dajoengs noodig, om den
broewa parei weer tot zieh te lokken.
Voordat men de rijst gaat snijden, worden de geesten van het
veld voor deze daad günstig gestemd door ze van voedsel en
water, wellicht een aftreksel van voedingshladeren, te voorzien.
Hinderen brengen dit er heen in kleine bamboes, die door de
dajoeng met eenvoudig snijwerk versierd zijn en tawa lali loenö