van dajoengs en leeken, elkaar aan de hand houdende om een
bijzonder middelpunt. Dit werd nu ingenomen door een mat, waarop
weer de dajoeng-strijdmuts of haoeng lali en een doek lagen. De
oude Oesoen trad voorop met geheel naakt bovenlijf, maar fraai
rokje, de andere dajoengs met bedekte bo rst, behalve de twee, die
haar leertijd van twee jaren nog niet achter den rüg hadden. Deze
droegen een lang rood kleed, dat van voor:en achter recht afhing
en voor het hoofd een opening in het midden had. Haar rokje had
in onderscheiding der anderen een wit veld. De dajoengs begonnen
eerst den rondgang, tot er langzamerhand meer jonge mannen en
vrouwen gekomen waren , die eerst met’ doeken tusschen zieh, later
met menschen alleen een kring vormden om de m a t, waarop de
vermoeide dajoengs zieh hadden neergezet.
Zoowel de dajoengs als de leeken hieven onder den rondgang een
reciteerend gezang aan , waarin Oesoen voorging en de anderen het
refrein herhaalden. Na een paar nur wisselden de dajoengs weer
van plaats met de anderen in den kring. deze plaatsten zieh längs
de wanden van de galerij om toe te zien, hoe de jongste dajoeng
bezield werd, Deze' stond daartoe voor de mat en hield een soort
van keten vast (alän to) , waarlangs een geest in haar zou afdalen.
Een der oudste dajoengs stond naast haar voor het onderricht in
de geheimen der wetenschap, terwijl de oude Oesoen de haoeng lali
had opgezet en, al declameerende en dansende, om haar heen liep;
aan iedere zijde voerde een mannelijke dajoeng een krijgsdans h i t ,
alle drie vertooningen wellicht, om booze geesten af teweren.Niet
langer dan een kwartier hield deze scene aan, waarna de leeken
hun marsch weer tot over eenen ’s nachts voortzetten. In de ver-
schillende amins met jonge kinderen hield de vroolijkheid de deel-
nemers wakker tot bij den morgen.
De 28e was voor de priesters en priesteressen een dag van ver-
ademing, want, in plaats van alle bewoners van TandjongEarang,
lagen nu zij alleen onder den druk van verbodsbepalingen en een
der ergste daarvan w as, dat zij tot nu niet hadden mögen baden
en overdag ook geen water drinken. Deze dag gaf hun vrijheid ,
zieh van buiten op te frisschen, terwijl ik in de laatste dagen als
reddende engel was opgetreden door voor hun inwendigen mensch
i
t v