hertshoorn snijden, heeft de adat met verschillende bepalingen de
uitoefening der tatoueerkunst aan banden gelegd. De beoefenaars
van alle drie worden geacht onder bescherming te staan van een
bijzonderen geest, wien zij door tusschenkomst der dajoengs meer-
malen moeten offeren en voor welken de tatoueersters verplicht zijn
zieh te onthouden van het eten van verschillende soorten viscb en
eetbare bladeren.
Zondigen zij hiertegen, dan worden de lijnen niet zwart. In den
aanvang van haar bedrijf stijgt met het aantal malen, dat zij var-
kens offerden, de som, die zij mögen vragen als belooning voor haar
werk. Yragen zij te veel, dan volgt de dood binnen een jaar.
Buitendien eischt iedere nieuwe patient een nieuw offer harerzijds,
- zij moet mela, terwijl in het mandje, dat haar tatoueergereedschap
bevat, altijd kawits en oude kralen liggen ter bevrediging van haar
schutsgeest.
Ook voor dengeen, die de bewerking ondergaat, geeft de adat
verschillende bepalingen; zoo is het verboden zieh te laten tatoueeren
gedurende den zaaitijd of wanneer er een doode in het huis boven
aarde staat; men breekt de behandeling gedurende dien tijd af.
Behalve deze bestaan er twee meer natuurlijke beletselen zoowel
voor eene snelle als voor eene volledige uitvoering: de vrees voor
pijn, vooral bij de meisjes en te groote armoede, om voor eene
uitgebreide tedak (tatouage) het geld bijeen te brengen , daar dit
soms van 20 tot 30 dollars bedraagt. Ook door siechte droomen
laat men zieh weerhouden van de bewerking, zoodat men nog al
eens niet of weinig versierden ontmoet.
Yoor de mannen gelden de laatste motieven in veel mindere
mate, daar de bij hen aangewende figuren weinig uitgebreid zijn;
voor hen wordt een te verwerven voorrecht, wat voor de vrouwen
een verplichte mode is.
De motieven, die gebruikt worden voor de ingewikkelde patronen
op dijen en armen der Mendalam Kajan vrouwen, zijn in hoofd-
bestanddeel gelijk, maar toch, verschilt de uitwerking naar den
stand, waartoe de versierde vrouw behoort.
Een vorm voor het tatoueeren (klinge) van de dij heeft bijv. als
hoofdmotief een gestyliseerde nabootsing yan het menschenhoofd,
I, 237.
Hand-tatouage van een Kajan-vrouw.