inging en alle moeite had staande te blijven. Niemand dacht
er aan, of hulp mij ook aangenaam kon wezen, wat trouwens ook
niet noodig was, omdat een langzaam voortgaan yoldoende bleek
te wezen voor het volgen van het vergiftigde water, dat opgehouden
door de vele rolsteenen opvallend langzaam zieh hewoog. Wij lie-
pen er een anderhalf uur in , duidelijk door den reuk geleid, welke
tot op het laatst was te onderscheiden. Was men er boven oi
beneden, dan ontbrak dadelijk de onaangename prikkel in den neus,
waarvan echter niemand veel last scheen te hebben. Eindelijk werd
de rivier te diep en heesch ik mij in een boot, die aan den oever
lag, om mij te laten drijven in plaats van te loopen.
Het schouwspel werd echter niet minder levendig, want hier
kwamen de groote visschen te voorschijn, die soms vrij moeielijk te
krijgen waren. Met bewonderingwaardige vlugheid en zekerheid dook
een man het dier achterna en wist het in het heldere water ook
beneden aan zijn speer te steken, om den vluchteling in triomt
mede hoven te brengen. De vrouwen en meisjes deden trouwens
in vaardigheid voor het sterkere geslacht niets onder en doken zoo
noodig met hetzelfde succes tot onder de booten door, om haar
slachtoffer mächtig te worden.
Niet licht zal ik een der liefste meisjes van het huis vergeten,
dat eens als een echte najade naast mijn boot opdook. Ik had haar
niet naar beneden zien gaan en kreeg zoo onverwachts het lieve
gezichtje met de van vreugde tintelende oogen voor mij, omgeven
met de lange loshangende zwarte hären, die nu als een druipenden
mantel over den rüg geworpen, de helderbruine kleur van schouders
en welgevormden hoezem des te fraaier deden uitkomen. Niet zonder
eenige coquetterie verhief zij zieh half uit het water en spoedde
zieh daarop naar den oever, om den veroverden visch te bergen,
een beeid bij mij achterlatende, als men slechts zelden in zijn leven
ontmoet.
Op de pla ats, waar de rivier in den hoofdstroom vloeide, scheen
het water, dat zieh zoo langzaam van boven naar beneden had bewogen,
te stuwen, ten minste een menigte grootere visschen ver-
toonden zieh hier bedwelmd en gaven aan de vele mannen met
hunne harpoenen genoeg te doen. Op eene betrekkelijk kleine
oppervlakte, waar het meters diep was, doken en zwommen zij hier
door elkaar met eene vlugheid en opgewondenheid, dat het een
wonder scheen, geen verwondingen te zien gebeuren, als de mannen
in hunne vervolgenswoede hunne harpoenen wierpen. Aan dit
laatste gevaarlijk en vermoeiend spei deden de vrouwen niet mede,
maar zöchten voldaan over het succes van den dag hare booten op
en vleiden zieh druipnat en vermoeid, maar toch opgewekt naast
hare vischjes neer.
Gedurende de geheele vischpartij had ik mij verlustigd in de
algemeene vroolijkheid en eensgezindheid; door geen enkele kibbe-
larij was die onderbroken en met dezelfde günstige gemoedsstem-
ming toonden zij mij op aandringen van het hoofd hunne schatten,
zoodat ik voor de zoologische verzameling spoedig een dertig soorten
visch bij elkaar had, meest in kleine exemplaren, maar bij geene
gelegenheid zoo gemakkelijk en goed te krijgen als bij deze. Echter
wordt bij geene andere wijze van handelen een stroompje zoo
geheel uitgevischt als bij deze en daar de jongste vischjes het
ergst onder het vergif lijden , duurt het lang voor de vischstand
zieh herstelt. Daarover bekommerden de Dajaks zieh niet enalgemeen
voldaan zakten zij in hun vlöot de rivier a f, terwijl ik mij thuis
snel verkleedde en spoedig vergat, een halven dag nat geweest
te zijn.
Wanneer de af te visschen rivieren grooter en dieper zijn, sluit
men hare monding af met een hoogen bamboepagar, waarvan de
stokken nauw aan elkaar sluiten, om de groote visschen, die slechts
half bedwelmd zijn op te houden. Dan speelt alles zieh in booten
af, wegens het gevaar door de visschen of door een toevallig opge-
jaagden krokodil verwond te worden.
Ten slotte verzamelen dan allen zieh voor het hekwerk, dat van
voren en van achteren voorzien is van bamboe vangkorven , om de
visschen op te vangen, die trachten er over te springen. Hiervan ziet
men dan bijna ongeloofelijke dingen: bij eene gelegenheid zag ik
tusschen de booten plotseling visschen van een voet lengte zieh in
de lucht verhelfen en over den meer dan twee meter hoogen bam-
boewand verdwijnen. De meesten die niet zoo ver sprongen, kwamen in
de korven terecht. Ook sommige zeer groote soorten kunnen dit.