weinig karakter bij beide seksen ongaarne gezien en door de hier
zeer gevreesde openbare meening sterk gelaakt.
Bij andere gelegenheden worden grootere gezelschappen gevormd,
die visschend en minnekoozend sonis zeer ver zieh laten afdrijven en
niet voor den volgenden middag terugkeeren.
Behalve deze tochten bieden de werkzaamheden op het veld oogen-
blikken te over, om elkaar te leeren kennen, vooral wanneer de
wederzijdsche ouders instemmen met het verkeer hunner kinderen.
Is dat niet het geval, dan eischt ook hier het trouw blijven dikwijls
een harde proef van de standvastigheid.
Een belangwekkend staaltje vertelde mij Akam Igau zelf in een ver-
trouwelijk oogenblik, toen hij zieh eens gedrongen gevoelde, om
zijn bezwaard gemoed te ontlasten van een deel zijner zorgen: zijn
tweede dochter P aja , een bijzonder fraai gevormde schoone van onge-
veer 18 ja a r. hield sedert vier jaren reeds van een jong hoofd Tekwan,
wiens huis stond bij dat der ’Ma Soelings boven aan de rivier.
Reeds bij onzen tocht naar den Mahakam viel het op, hoezeer deze
jonge man het er op toelegde, om bij iedere gelegenheid den ouden
Igau ter wille te zijn, maar toch bestonden er groote bezwaren
tegen de vereeniging der jonge lieden.
Bij de Kajans heerscht namelijk de gewoonte, dat de jonge man
komt inwonen in de woning van zijne vrouw, die hij eerst drie of
vier jaren later overbrengt naar zijn eigen huis. Maar de vader van
Tekwan scheen niet tot de verständige helft van den stam te be-
hooren en daarom verzette zijne moeder Ping er zieh tegen, dat deze
als haar voornaamste steun de ouderlijke woning verliet. Te oor-
deelen naar hare welbespraaktheid kon zij overigens ook zelf wel
haar omgeving beheerschen; ten minste ik woonde eens eene onder-
handeling over deze zaak bij, die tusschen Igau en haar in mijne
hut als neutraal terrein gehouden werd en drie uren duurde. Maar
Akam Igau meeude als hoofd geroepen te wezen, om in ’t bijzonder
de oude gebruiken hoog te houden en bleef bezwaren zien tegen de
overtreding daarvan, voor welke Tekwan de boete niet in staat was
te betalen.
Van beide zijden had de familie reeds lang het geduld verloren,
maar Paja noch haar minnaar hielden van elkander af en weerstonden
alle verlokkingen van andere zijde. De adat en de wederzijdsche
trouw zegevierden in dezen, want bij mijn tweede verblijf
vond ik beiden gehuwd te Tandjong Karang gevestigd en even voor
mijn vertrek maakte zij hem tot een gelukkigeny maar wat onhan-
digen vader van een welgeschapen zoon.
Een dergelijk voorbeeld vertoonde toen eene andere schoone, die
naast een werkelijk aantrekkelijk uiterlijk een krachtig ontwikkelden
wil scheen te bezitten. Zij bracht haar ouders een jong echtgenoot
in huis, die, als nog niet genoeg van nut bij het zware werk op
het veld en voor het maken van booten, daar in het geheel niet
welkom was. Ook na de schoorvoetend gegeven toestemming had
hij nog heel wat te stellen, om zieh in het huis der schoonouders
staande te houden.
Het komt nog al eens voor, dat het paartje voor het verkrijgen
van de toestemming der ouders eene wel wat ongewenschte hulp
krijgt in den toestand der jonge vrouw, bij wie de gevolgen van
het vrije verkeer niet uitblijven. Voor alles is dat eene omstandig-
heid van groot belang, om aan den omgang door een huwelijk
het zegel te hechten, want het zwanger worden van een ongehuwde
vrouw wordt algemeen veroordeeld en de schuldigen worden er sterk
op aangezien, wanneer de man haar mocht laten zitten. Dit komt dan
ook hoogst zelden voor en wordt met een aanzienlijke boete aan
haar ouders en aan het hoofd gestraft, tenzij bijzondere omstandig-
heden zieh tegen het huwelijk verzetten.
Dit was bij mijn tweede verblijf het geval, toen de onderlinge
vijandschap der hoofden jongelui uit Tandjong Karang en Tandjong
Koeda belette, om bij elkaar te gaan wonen. Eene van de slacht-
offers, die vroeger dikwijls bij mij kwam, om zieh in mijn hut wat
te verpoozen en met wie ik nooit kwestie had gehad, durfde zieh
de eerste twee maanden niet te vertoonen en de eerste maal bij
haar komst de oogen nauwelijks opslaan, om mij aan te zien, hoe-
wel ik er mij op toelegde, haar uit haar verlegenheid te redden.
Later verscheen zij ook nog maar een enkelen keer met groote
tusscheuruimten.
Waar de vrouwen zulk een overwegenden invloed hebben bij het
sluiten van haar huwelijk, komt het bijna niet voor, dat meisjes op