DERDE HOOFDSTUK
De moeilijkheden gedurende mijn verblijf bij de Kajans wortelden
niet alleen in algemeen menschelijke eigenschappen, maar tevens in
de omstandigheid, dat ik door mijne nieuwsgierigheid telkens in
strijd kwam met hun godsdienst en daarmede in verband staande
overtuigingen. Evenals elders houden zieh slechts enkelen onder hen
meer bepaald bezig met hun geloof, de anderen bezitten eenige vage
begrippen, waarmede zij zieh niet dikwijls en niet gaarne afgeven
e n , evenals al het onbekende en boven hen verhevene, boezemt bet
hun onwillekeurig schrik in. Onder deze Kajans kan noch wil dus
iemand goede inlichtingen geven omtrent religieuze onderwerpen en
de priesteressen, die er van op de hoogte zijn, verkeeren nog ge-
noeg onder den indruk van het bijzondere van hare wetenschap,
om ook aan de geesten haar eigen weerzin over dergelijke inlioh-
tingen toe te schrijven. Yan daar haar vrees, om door het openbaren
van hetgeen de overlevering verhaalt, met het ongenoegen der geesten,
op zichzelf en den stam ziekte en tegenspoed te doen nederdalen.
Zeer dikwijls, vooral in den beginne, . liet ik mij verleiden, om
bij een praatje met een der bezoekers hem te brengen op hun geloof,
maar zelden of nooit gelukte het mij op die wijze, van hen
wat bijzonders te hooren en, zoodra de ondervraagde de kans schoon
zag, greep hij de gelegenheid aan om zieh te verwijderen.
Bij inlichtingen over andere onderwerpen merkte ik al ras, dat
slechts bepaalde personen zieh genoeg hebben beziggehouden met een
bepaald werk, om er voor het geven van inlichtingen voldoende van
op de hoogte te zijn, en dat wel onder de Kajans geoefendheid op
allerlei gebied vrij algemeen verspreid i s , maar slechts enkelen het
in een zekere richting door aanleg en oefening verder brengen dan
de anderen. Zoo bracht de een het tot een groote hoogte in het ver-
vaardigen van hertshoornen voorwerpen, den ander had men noodig
voor het verkrijgen van fraai houtsnijwerk; slechts twee of drie
mannen kwamen in aanmerking, waar het gold groote booten te
bewerben, en op het gebied van den rijstbouw gingen slechts eenigen
er voor door, bijzonder goed daarvan op de hoogte te wezen. Zoo
bepaalde zieh de wetenschap van boven- en onderaardsche dingen
tot de priesteressen en priesters; maar de meesten hunner behoorden
to t-d e welgezeten, soliede huisgezinnen van den-stam, welke zieh
door hebzucht of andere zwakheden niet lieten verleiden, om door
het geven van inlichtingen van dien aard zichzelven en de hunnen
te schaden.
Eene er van liet zieh evenwel meer beheerschen door hare hartstochten
en sympathieen, hoewel zij reeds oud genoeg was, om daar-
aan weerstand te bieden. De arts maakte het eerst een bres in hare
terughoudendheid door met joodkalium haar luetischen kleinzoon te
genezen van huid-ulcera en ook zijn algemeenen toestand daardoor
wat te verbeteren. Dit verschafte mij haar goede gezindheid, welke door
herhaalde kleine geschenken zoo zeer toenam, dat haar vrouweljjk
gemoed vlam vatte, zoover dit nog mogelijk was en sedert deed zij
steeds haar best, om mij te verschaffen, wat ik op haar gebied
verlangde. Eigenaardig genoeg bleef toch haar hebzucht voortdurend
een groote rol speien en gevoelde zij zieh geschokt, wanneer ik
hare diensten niet met voldoende stoffelijke blijken van genegenheid
beantwoordde.
Ditzelfde ondervond ik, met een paar uitzonderingen, van allen,
met wie ik het bijzonder goed kon vinden en van welke ik mij
overtuigd hield, dat zij voor een ander niet dat gedaan zouden
hebben, waarvoor zij van mij eene stoffelijke erkenning verwachtten.
Jonge mannen bij v., die hun uiterste best hadden gedaan, om
hunne kunstvaardigheid te toonen bij het vervaardigen van voorwerpen
van smaak, toonden zieh slechts met eene zeer goede
betaling tevreden, ook wanneer zij den prikkel tot die inspanning
ontvangen hadden door bijzondere diensten van medischen aard,
welke ik aan hunne gezinnen, zooals altjjd, voor niets bewees.