'WW*,'*
vorm. In plaats van nu op alle mogelijke wijzen door elkaar ge-
worpen te liggen, viel het o p , dat alle op een der plattere zijden
lagen en zoo als kleine ijsschotsen over elkaar geschoven waren,
dat elke steen stroomafwaarts een eindweegs op de volgende ge ■
schoven was. Zoo bood de bank van boven- en van benedenstroom
gezien een geheel ander aanzicht a a n ; van boven zag men over de
grootere eenigszins oploopende bovenvlakken en van beneden tegen
de dikte van de steenen, die soms als in rijen op elkander gesta-
peld scbenen.
’s Avonds keerden de mannen met de leege booten terug en ver-
klaarden, dat het met dit water wel drie dagen zou duren, om
met de rijst den Boelit te bereiken en zij het niet verantwoord
aehtten, ons in dit terrein zoolang met weinigen achter te laten,
zoodat wij beter zouden doen, morgen gezamenlijk op te breken en
te trachten zoo ver mogelijk te vorderen. Op deze wijze kon de
weg in stukken worden afgelegd, zonder te ver uit elkaar te geräken
, wat onraadzaam zou geweest zijn. De beide laatste dagen,
waren de Kajans voorzichtig geworden en hoewel ze een groote
partij rijst zonder bezwaren in ’t bosch ergens lieten liggen, voelden
zij hnn hoofd in deze streken minder vast op hun romp staan;
zulke vrees speelde in al hun overleggingen en handelingen een
groote rol.
’s Morgens vroeg togen wij dus met de rest van ons goed de rijst
achterna, maar liepen allen door het läge water meer over de rol-
steenen dan dat wij in de booten voeren. Ben langer oponthoud
ondervond het vooruitgaan bij den Goeroeng Bakang, wnar in 1825
Müller vermoord werd door Pnihings van den Mahäkam. Nog wezen
de Kajans den grooten steen aan in het midden van den linkeroever,
waar het feit bedreven werd en ik kon niet ontkennen, dat de ge-
legenheid er zeer geschikt voor was. Even als bij den G. Delapan
heeft men ook hier te doen met een reeks stroomversnellingen, die
men met beladen prauwen op noch af kan, terwijl de rechteroever
niet uit losse blokken. maar uit loodrechte rotswanden bestaat.
Daaromheen voert de weg 300—400 M. aan den linkeroever over een
chaos van gladde rotsblokken, waarop van vlucht noch van ver-
dediging anders dan met schietwapenen sprake kan wezen en zooals
18