krijgt de bruid nog van haar aanstaande een fraaie kraal, de köhö
goeman.
De familieleden en kennissen geven een snoer kralen, dje, die
zoo lang moet wezen als de jonge vronw en, al naarmate de wel-
gesteldheid, van meer of minder waarde is.
Na het huwelijk wordt er van de vrouw zoowel als van den man
volkomen trouw geeischt en is van de vroegere vrijkeid geen sprake
meer. Ook wanneer de man zeer lang op reis gaat, zijn beide par-
tijen gebonden door hun huwelijk en overtreding wordt zwaar gestraft,
doch schijnt zelden voor te komen. De man heeft in zoo’n
geval hoogere boete te betalen dan de vrouw.
Mocht de schuldige onwillig of onmachtig zijn, deze te betalen,
dan is de publieke opinie bij de Kajans de factor, die halsstarrigen
tot inkeer brengt. In geval van geheel onvermogen zijn het familieleden
of bekenden, die bijspringen; voor al zulke omstandigheden
komt de solidariteit der Kajans op den voorgrond. Daar dwangmiddelen
ontbreken, zijn de invloed van de meening der anderen,
in andere tijden hunne hulp, twee groote factoren, om de orde in
de Kajanmaatschappij hoog te houden.
Wanneer het later blijkt, dat scheiding van het paar gewenscht
i s , dan bestaan daartegen geen bezwaren, zoodra beide partijen het
daarover eens zijn. In het tegenovergestelde geval betaalt degeen,
die de scheiding doordrijft, eene schadeloosstelling ten bedrage van
de ten huwelijk medegebrachte goederen aan hem of haar, die ver-
laten wordt.
De kinderen worden verdeeld, maar hebben zelf een stem in de
beslissing; kleinen volgen in den regel de moeder, maar dikwijls
zijn zij met beide ouders op goeden voet.
Wanneer na den dood van man of vrouw de overgeblevene op-
nieuw wenscht te trouwen, dan eischt het gewoonterecht, dat hij
minstens anderhalf jaar wacht. Bij overtreding wordt boete betaald.
Zoo scheen Akam Igau na den dood zijner eerste vrouw de ver-
bodstijd wat lang gevallen te wezen en had hij zieh voor den afloop
verbonden met Tipong, de zuster van zijn schoonzoon Sigau. Als
gevolg daarvan kregen zijne kinderen eene groote schadeloosstelling,
welke weer deels bijeengebracht werd door de verschillende huisgezinnen
van Tandjong Karang. In ’t geheel schenen er twintig gongs
noodig geweest te zijn, om deze schuld af te doen. Buitendien ont-
ving nog ieder kind een zeer oude kraal en een stuk zwart katoen,
het laatste, volgens een mij gegeven verklaring, om ’savonds als
een deksel voor de oogen te gebruiken, figuurlijk voor het niet zien
van de overtreding huns vaders.
Wordt de vrouw zwanger, dan blijft zij haar gewonen gang gaan
bij den arbeid in huis of op het veld in den beginne; zoodra echter
in de derde of vierde maand haar lichaamsvorm opvallend wordt,
bedekt zij eerst den buik en later ook de borst met een langen
doek, welke bij meer gevorderde zwangerschap door sterk aanhalen
een grooten steun geeft aan den buikwand Gedurende het zoogen
doet de borstlap nog langen tijd dienst na de geboorte, terwijl de
andere spoedig bij het rondloopen wordt afgelegd. Tijdens de
zwangerschap moeten zoowel de toekomstige vader als de toekom-
stige moeder zieh onderwerpen aan vele voorsebriften omtrent het
gebruiken van bepaald voedsel en dergelijke. Zij mag geen visch
eten, die nog zeer jong i s , geen dieren dooden", het zou haar schaden
bij regen te slapen en zij wordt, waar dit voorkomt, zoo noodig
gewekt. Verder zijn verschillende soorten vruchten en groenten ver-
boden, benevens sommige volwassen visschen en het vleesch van
het schubdier.
Een maand vöör en na de bevalling mögen de mannen niet in het
bosch gaan jagen, evenmin zieh de hären snijden, geen palen in
den grond slaan, ook geen jonge visschen eten. Om de bevalling
zijner vrouw gemakkelijker te maken scheurt de man dan geen katoen ,
bijv. om een jasje of een lendedoek te maken en het snijwerk in
hertshoorn legt de zorgzame echtgenoot dan op zijde.
Aan een eigenaardig bijgeloof heeft de Kajan-maatschappij de
handhaving van orde en.wet opgedragen en daarbij gebruik gemaakt
van den eerbied voor alles wat oud is of dat hooger staat dan de
persoon in kwestie. Bij het overtreden van zekere gebruiken be-
heerscht allen de vrees van „parid” te worden, waaronder zij ver-
staan den toestand, die ontstaat, wanneer iemand cachectisch wordt
door koorts en hydropische ledematen krijgt. Zoo zijn kinderen „takoet
parid” bjj het overtreden van het verbod om oorlogswapens aan te