r
632 N O O R D
in»ecn Voor - f t ad: zy becalen Schat t ingaen
zijn Tzaerfche Majcf tei t .
In deze Scad word groote Koop-handel
op Sina gedreven , door de Ondcrdanen
van den Bußtktlchan , Bucharcn , en ecnige
, doch weinige RuiTclicn : de Rei s
van hier op Sim, kan in cwaclf weekcn
heen, en z o o vecl weerom , afgclcgc wor .
den 5 hoewel de wegen moeyeüjk zijn 1
moetendc alles op Kamelen worden gevoerd,
ja zelfs op zommi g e phetzen , wat
e r , en hour . cm de Spy s daer by te bereiden
; gaende de Rei s door hec Kalmakken
Land , recht t o e , op de Buitenniuurfche
Sinefche Stad Ä'oV"» • menontmoet
daer veelderhande Tar ter f che Hor -
den, die zomt yds zwar igheicmaken, Rcizigers
te doen doorgaen, ja zel f die berooven.
Daer de Vl iet Iriü in de Ol>y val t , zijn
z y zeer fterk in getal.
Dit ^ßakfche Vo l k is verdeck in drie
Landfciiappen, alle van een Gc l o o f , doch
van byzondere Tael . Zy zijn bekleed met
Vellen van Vi i lchen en Beerten.
D e ^fiiikßfii'Mannen en Vr o uwe n , dragen
des Wint e r s veel kleederenvan Hazenvellen
, en ook van zekere Vi f l chen , als,
Robben , gelijk medevan Beereii-huiden:
doch die de meefte onder haer van v.ermO'
gen zijn , koopen een Kalmakfche Scha.
pen-pels, of maken zieh van w i t , graeuw:
en blaeiiw Laken , Ro k k en , op de Ru f -
fche w y s , van wicn zy het Laken daer
toe mangelen. Zy dragenBroekenvanLinnen
, dat van Nc t e l cn of Hennip is gewe -
ven , maer de rykf te voor zieh , van de
RuiTchen , g r o f Linnen koopen.
Dcze ^ß a k i e n wooncn des Winter s in
hooien van de Ac rde , die boven Hi i tsgewysovcrdekt
zijn , Juricn in haer fpraek
genaemt : des Zomers hebbcn zy kleine
Hutten.
O p de ^ßakfche Huizen , is boven
'c Da k 5 dat daer over is , een g a t , c
licht te fcheppen , daer zy zomcyds des
Winters een ftiik Y s op leggen , of eenige
Vellen van Vi lTchen, 't zy Ro bb en, of anderen
, boven hangen , en uirfpannen.
Het Huisraed dat de ^ ß a k h » hebben,
is zeer flecht , a l s , een Kecelcjc o f twee ,
een B y l . P y l en B o o g , bakken iiit Boomen
gehotiwen , en dit is al haer omf lag ;
doch die na aen de RuiTchen woonen, zijn
wcl voorzien van ileenc Porten , en Schoteis;
maer de Kirgijen, B^kiren, Moegalcu,
en Kalmakke», hebben veel meer Huisraed,
z o o van yzere Po t t en, als Pannen, ja ook
Ketels om Brandewyn te maken , en dat
van Paerdc-mclk.
Deze Volke r en, ceren opgcfpanne Paeren
O O S T
de- en Beeren-huidcn , Valien daer voor
ofFeren > en biddcn daer voor* het
geene zy echter , als men hen naerftig
vraegd , mede zeggen te gefchiedcn ter
ecren vanhareafgef torveneVader sof Vo o r -
vadcrs. We t en te z e g g en, dat 'er een G o d
i s , Wiens Hui s den Hemel i s , doch om zijn
joedheit, en dac hy hcn geen quaed doec,
ndden zy hem niet aen. By denopgchan-
¿en B e e r - o f Paerdcn-huic, w o r d P y l e n
Joog g e v o e g t ; doch hoe en wac eigentlijk
voor deze vellcn gebedcn word , is
niet recht te wecen j di t weet men , dac
al hun bede is alicen om tydel i jk gocd.
Wolve vachten worden voor de heldadigfte
opgerecht , aengezien hy alzulken Di e r
hceft weten ce treffen.
Den Dui v e l , zeggen z y , die liaer blind
en lam ma e k t , r yk en arm , moeten zy
eeren, en ofFeren, gelijk zulks voor de opgehangene
vcllcn , en anders gefchied. En
gclijk zy den Duivel ceren , zoo is in het
Boich , zoo men z e g t , voor hem een afgryzelijk
beeld opgerecht , doch onbehouwen
en flecht werk , waer door de Duive l
gezegc word , te fpreken : waer voor zy
Vi f c l i en ectbare Waren Of f t r c n , de wel -
ke zy daer na , te huis voeren , en zelve
verteeren. Zy hangen mede aen de Boomen
Zabelen, en andere Pel teryen, of wac
hen koftelijk i s , rondsom gemelten A f g o d .
B y dit Vo l k is een o v e r g e l o o f , d a t , zoo
iemand van dac opgehangen , en geofFerde
g o e t , iets we g droeg , dat hy niet
zoude können voortgaen , voor en al eer
hy zulks van zieh gelegt hadde.
Veele der ^ß.tkke» houden z i c h d e s Z o -
mers op , aen, ot omtrent de Oever s van
de Zee , welke des Winters mecr te Landewaerts
in trekken , te verflaen van die
geene , welke mceft Noordel i jk woonen.
DezeNoorderMenfchen zijn zeer kor t ,
dik, enlel i jk, zoo dat ' c r Uitlanders angf
l ig voor worden , op 'c g e z i chc ; hebben
zeer kleine oogen , zy zijn zeer br e e t , en
kort van h o o f t , zwymende anderzins na
de S.imojeden. Zy fchieten heel net met de
B o o g , eeten niets als dat zy vilFchen, en
fchieten , en als ze z omt yds niet te eeten
hebben, zoo eeten zy malkander, zoo gezcgt
word , o p , ja de Ouder s de Kinderen
, cn byzonder die geencn , die onder
hcn gevangen zijn : zy dragen geen baerden
; het hoofc is voor kael.
D e Noorde r Oßiakhy hebben Af g o d en
als de Samojeäen.
D i t Vo l k heeft voor een grouwelijke
gewoonte, dat zy vecl tyds hunne oude cn
afgeiloofde Menfchen dooden, om dacon-
, bequaem zijn meerder dienl l t cdoen, en niet
voorc können gaen , of niet meer roeyen
' kön-
Ii
^ ^ i
T A R T
ikonneii, 't z y dat die in 'c water wcrpen ,
cn verdrinken, o f wel den halsomdraeyen,
zoo als zckcr Ru f ch Stuurman, Radtvon
IvAHof, my heeft verhaclt , omtrent de
mond van de Oéy , twecraael gezien te
hebben 5 dit doen wcl de Kinderen aen de
Ouders; zy begraven den veritorvenemet
Py] en Bo og , cn daer zy hem dooden ,
graven zy aenfionds een kui l , en plaetzcn
daer hec Li j k .
D e Jf lakks», 0 ß i 4 k i , ^ ß a k k iM0 ß i a h
ken, rookcn vecl Tabak , doch ahoos des
Mo r g e n s , en nüchteren , zy zweigen de
rook in het L i j f , waerom^dikwjls daer van
in z w ym vallen.
Z y bouwen ter J a c h t - t y d , een Hui s
in 't Wo u t , daer zy hunne noodwendighedcn
in verbergen , c ni n f i a p e n, gaende
dagelijks ter J a c h t , en Vi í í cherye : over
't Sneeuw zullende gaen , gcbruiken zy
ilecp.fchoenen , daer zy zeer aerdig mede
weten om te gaen , en groote vaerc te malten,
waer toe altoos een ñok als een pol s,
in de hand hebben , door welke zy zieh
voort douwen , en vaert maken , en om
dat den voortgang by middcl dezer Schoencn
zeer z a c h t , en ftil, over 'c Sneeuw
g a e t , ZOO zijn zy bcquaeni ter Jacht ,
wordende door 't ge rae s , het gevogehe
o f gedierte niet verjaegc.
Z y gcbruiken in de WilderniiFen de
Honden voor de Sieden , waer voor zy
zieh zelven zomcyds mede fpannen, te gelijk
met de Honden t r ekkende , als wanneer
zy die tot den voortgank , aen porten
; zy weten zelve met deze N.ircen
o f Sle ep- f chocnen, tegen Bergen op te
gaen , als ze niet te ftijl zi jn.
- ' De jiflakken leven elendiger als de Tungoeftn,
zy dragen yzereZeep-raefTen, daer
z y het Ys des Wint e r s mede open ílooten,
als z y water van noodenhebben, waei
mede zy de Be e r en, en ander gedier te.
dat z y fchieten ook mede keelen.
Vec le van hun gaen, zoo wel des Wi n -
ters, als des Zome r s , bloots hoof t s , zonder
mutzen.
Z y zijn gefchaert onder kleine Vor i len,
o f K n e z c n , uit hunne gef lachte, die van
wegen de Tz a e r f che Majef tei t worden bev
e f i i g t , en voor haer de Schat t ing ophalen
, alzoo zy , zijne 9ynsbare zijn , en
hem erkennen.
Der Mannen en Vr ouwen klcedcren zijn
bykans alle eens , gelijk mede de drachc
onder de Tnngoefin, beider kunne, gehoegzaem
van eenderlei gedaente is : de Vr o u -
wen zijn v r y kuis.
D e Vr ouwen der Aßakkf gaen met los
haair, doch die der THngoefínv]n gefchooicn
. als de Mannen.
A R Y E. 63Í
Deze Jßakki , z o o wel Vr ouwen als
Mannen, hebben veel etterige oogen ; men
rdeeld dat de zwakhei t cler oogen van
veel Vi f c h eeten k o n n . cn te weini g
Brood, want zy geen i5rood nut t igen, als
dat van de Reizigers ontfangen , o f t geen
de Moskovi ten hen toebrcngc-n. Zy eeten
ineeft Vi f c h ; hebben geen V e e ; cn di e
benoorden woonen, fchieten weinig Wi l d :
veele woonen op Eilanden in de Ri v i e -
. en aen de Oever s .
Ilet Fader-Om, «rf de
MoskfiVifche^ofSlavonifiheSpraek,
t>rt
Nederdunfih gezet.
Vader
O n z e r ,
die zyc
in de Hemelen ,
geheiligt i y
de Name ,
van U
toekome
't Ko n i n k r y k e ,
van U
gefchiede,
U w e w i i l e ,
gelijk in Heme l ,
zoo op Aerden :
't Brood
onzer
dagelijks ,
geeft
hedcn ,
en vergeeft
ons,
de fchulden
onzer,
gelijk wy
vergeven
de ß:hddenaren
onzer,
en geleide niet
ons
in v e r zoeking e ,
maer verlort
van den quadenj
want
uwe is 't Koninkr
y k e ,
en de Ma g t ,
endeHeer l i jkhei t ,
in Ee uwi g h e i t ,
Amen.
Het zelve vertaeld
in de Spraeke
van d'OJ}(ak
Jez, •
Me y
koendmdjejitnd
Nopkon ,
Nip\
Tal
tale
Nbedkfiisj,
Tm
rut.
Tenti rat,
'Tài Nopkp" >
Itsjotsjogodt,
NAÌ
mé
'tsjeleltlmi ,
tallel
mekosjek.
titap ,
l^vodtsjedi
mekpsjek. >
kolya
Tdt'mei
kvodcsjedi
koUja
Kick jgosjid kvefdik.
mat
kekendy
Taì
mAt
Losogod,
Tac
Tat Nndkotsj,
Oroep ,
Otvorgani»,
Tarn Noenmid;i ,
Nat.
Als de Afiakkin op de Òby in hunn;
Vaertuigen z i j n , en zieh een rtorm op
L U I doe t ,
• Wl
iV't
ir
A.
m m