í,
II', f - ó
'í i
Hill
in
840 N O O R D
Wannecr zy ter Jacht op de Diercn
irekken, dan raedpiegen zy met den Piiefter,
die na veele pkchtighcden en bezweeringcn
, hun zegc na war oord zy
^ gacn mocten; en gemeenlijk vinden z y <ie
voorzegging waer te zijn.
Daer is geen onderfcheid tuffchen de
klccding van Mannen en Vrouwen , maer
zijn beide van Dieren-vcllen gemaekc, mcc
de ruige of haair-zyde na buiten. Men
kan qualijk de Mannen en Vrouwen aen
hun gezicht onderfcheiden : geene
O O S T
itgeduuwt hebbciden
dragen baerden
acnzichten als Bavianen,
de vuiligheit dacr '
ben.
H y is de aenzienlijkße ondcc hcn , die
het meefte in de Tooverye ervaren i s .
dacr in zy uitermacen uitfiekenc zijn ,
inzonderheit by vreemdelingen; maer onder
de RulTen derven zy het minile gehet
van die konft niec maken , op datze
niet zouden befchuldigc en geftraft worden.
T e gaen mcer na de Zuider declen van
Siberien , ziec men eene Wildernifle , de
hebben beide ! if«;» genaenit , welke zes of zeven honderd
§ wurften of vcrftcn lang , cn mee-is Moskovt-
Hunne Zeden , Tale , en Godsdienfl ; rendeel een vlak Veld is. Het hceft
zijn beeflachcig > want zy diencn de Z o n j weinig Rivicren , ipaei- de grond is zeer
cn Maen. {vruchtbaer. Men ryd 'er drie dagen reij
jaloets. Zy zijn boven matcn § na-y verig over ^ zcns door een Veld van Kerf lè-boomen,
hunne VVyven. ; hoc wel die niet boven drie vierendeelen
De Dochters zijn zeer geacht , en van een elle hoog zijn. De oorzaek waermoeten
niet by Jongmins gezien wor - ; om zy zoo laeg zijn , i s , d ewy l z e d o o r
den , tot dat zy getrouwt zijn , 't geen de vreemdclingen en reizigers zoo dikwils
z y op het zefte of zevenfte Jaer doen
op dac zy zouden mögen verzekcrt
zijn haer Maegdom te hebben. Zy koopen
haer van de Ouder s voor huiden
van Diercn , nemen haer t'huiswaerts,
en iluiten haer op, na de Italiaenfche w y -
Desgelijks bewacrt de Man zijn W y f j
vcrbrand zijn. Dezc Boomen geven een
fraeye roode Kers, macr zeer zuur of amper
: zororaige die verplant zijn , zeer
goede Kerflen geven.
Ik heb met eenige gefprooken , die aldaer
gezien hebben veelderley flag van
Tulpen, Bioemen van Dema f t , en Ro o -
, . zen ; Af p r s j e s boven maten dik , An -
wanneer hy ter Jacht gaet ¡ en dit is zoo ' j e r s , Majeraan, T h ym , Zal ie, Zuikegewoonlijk
, als de ftrik aen een beurs ; jryen , Endivie, enz. en meer andere, die
want zy hebben een fpreek-woord , die ¡ w y in onze Hooven naerftclijk queeken >
zijn beurs open !aec , noodigt een Die f ' en eindelijk Pyniternakel, en roode Bietdaer
in. | wortelen , ofKroot en.
Hunne Huizen zijn alleenlijk ron-l De Koop-luiden brengen van daer Zalde
Tenten , gemaekt van Dieren-vel - peter.
len en Matten , met een Vuur-haert
midden , en een gat aen den top voor de
rook > daer rondsom zy in' t ronde leggen
> cn bevinden dus zieh zelfs warm
genoeg.
In den Zomer vervoegen zy zieh dicht
by de Rivieren om te vilTchen, die zy
droogen , en tegen den Winter bewaren:
z y dooden veele met Pylen , en eeten die
gemecniijk meeft raeuw.
Z y ceten jonge Honden , en houden
het voor een lekker Difch-gerecht.
Z y worden niet waerdig by hunne
Tzaerfche Majefteiten geacht , om een
Bevelhebberte hebben5 noch zoo aenzienlijk
5 om gefchat te worden 5 alleenlijk
betalen zy williglijk eenigc weinige Di eren.
Niemand» verftaet hunne Barbarifche
T a c i , als zy zel fs; noch hunne We t t en,
die zy heinielijk volvoeren.
Wanneer zy een Dier aen vreemdelingen
verkoopen , zoo bedingen zy
het ingewant , dat zy ceten > na dat zy
Hunne Elanden zijn de grootñe in de
Waereld. Zy hebben 00k kleine Beeilen ,
genaemt Zaori^ , omtrcnt van groote als
een Das , maer niet van die gedaence,
hebbende een huit met f yn zacht haai r ,
korte becnen , een klein hoof t , en een rug
byna een fpan bieec. Het is een aerdig,
dik, en vet fchcpzel, woonende onder de
Aerde , als Konynen.
Wanneer de Benden van den Overflen
Kreford, zich by hunne hoolen gelegert
hadden . quamen zy u i t , zettcn zieh op
de achterlle beenen , en maekten zutken
vervaeriijk en onverwacht geki i t , dat zy
het Vo l k fchrik aenjocgcn , als 00k de
Paerden.
Z y zeggen voor de wacrheit, dat hunne
gehiichten en neftcn , of hoolen zeer
net gemackt z i jn, cn dat zy zoo zindelijk
in hunne Huizen zijn , dat indien iemand
van hen in hun gebucht ñc r f t , zy hem
uit dragen en begraven.
In deze gewcften is een ander Bc c f t ,
genaemt Pirivolfchik., met een ruigc huir,
gcel
T A R T
gecl en geel bont . vermengt met een weinig
wit en zwar t ,welke goed is in rokken
levoeren, hoc w d aldaer van weinig waerd
y e , dcwy] het bont kort i s , en dies van
minder wärmte. Di t Beeil word gezeit zeer
heufch tc zijn , en de Inkhoorentjes cn
"Wcczeltjes over Rivieren te dragen: hierom
noemen zy het Perivolßhik , dac i s ,
een Veerman of overbrenger, want dit
woord zulks is betekenende.
De Rußen zeggen , dat deze Beeßen
groot vermaek ncmen in andere Dieren
ovcr te brengen. Ik heb het nooit van
oog- maer wel van oor-getuigen gehoort;
doch wel d i t , tc weten, dat wanncer gehecle
Landen » van Inkhoorentjes al het
voorraed aen de eenczyde der Riviere opgegeten
iiebben , zy dan het wagen zuilen
na de andere zyde over te gacn , gebtuikende
hunne ftaerten voor liunne maften;
roer, en zeilen , met eenen voor-wind ;
en indien eenmael hunne zeilen nat worden
, dan vergaen z y t'ecnemael, en ftervcn.
B y Kaßn cn uißrakifn is een kleine V o -
g e l , omtrent van de groote als een Snip:
want de beenen enbck zijn niet ongelijk aen
dien Vo g e l , macr de veederen en hals gelijk
een Kemp-haen. Gefnedcn zijnde ,
A R Y E. « 4 1
gen, waer van de Cham Cr im-Tar ter ge .
naemt is. Men zegt dat de Stad van gehouwen
vechten zy als Hanen, en hebben cvenwel
geen fpooren. Indien zy in huis bewaert
worden . zoo zijn zy in geduurigen oorlog
, leggen cn locrcn met de bek op de
Aerde , fpringen dan op , en vechten fcl.
Z y fmaken beter als Q^uakkels. Worde n
niede omtrent ^rchangel gevonden ; als
ook een andere Vo g e l , zoo groot als een
U i l , en van gedaenteals een Ha v i k ; deze
na kleine Vogels vliegen , hen vangen
en aen een Doornhegge ftcken , plukkende
hen zeer fchoon , ccr zy die eeten.
Daer is een Vogel derwacrts en eiders
van ^ßrakan gebragt , zoo groot als een
Zwaen , cn aen zijn l y f en voeten dien
niet ongelijk , maer heeft eenigzins een
korter en dikker hals: hy heeft ook eenen
zeer wydcn krop , daer binnen hy een
Vifeh van omtrent negen duimcn g r o o t '
zweigen kan.
Men vind verhael t inzommigegefchri fi
Die Lamten dczergewef tcnjVan cenwai lcniLam§,
nur ' l e " '^" al het Gras rondsom hem op e e t . er
nKtnt.TOt dan fterft. Do c h die is al zoo waer als het
mybo«i vertoog van het een-oogig Vo l k , daer van
kiictdet in de reize van J.in Mandev'd gefprookcn
fp?ook«i. word , cn diergclijke vcrdichtzelcn , die
niet de minfte fchaduwe van waerheithebben.
De Hoof t - f t ad van klein Ta r t i r y e is
genaemt Crim : het is een ilcrke bemuurde
S t a d , aen de Tartarifche Ze e gcle-
en gcbakkcn fteen zeer prachtig
geflieht is.
Het Volk is 9ynsbaer aen den T ü r k .
Zijn onruilige Nabuuren. Zy vliegen ,
wanneer z y t'zamen gerot zijn , als Mu g -
gen, in een oogenblik op j verfpreyen
zich zelfs van malkanderen , een by een ;
maer des nachts vergadercn z y weer by
malkander. He t is byna onmogelijk een
van hunne Ley-paerden te bekomen , die
hunne makkers niet verlaten. Zy können
cen we g van honderd Engelfche mylen op
eenen dag aileggen, met eens of tweemael
van hunne Paerden te veranderen j want
ieder Man is ten minften van drie o f vier
Paerden voorzien. Indien een van de
Paerden moede i s , o f f l e r f t , dan verdeelen
zy hem onder den hoop ; cn na hec
Vleefch genoegzaem warm onder de Zadel
gev/orden i s , maken z y daer een hertelijk
mael van.
Indien cen van hen ziek word , dien
geven zy eenige Mer ryen-melk, of verfch
bloed van een Paerd , welk zy ten dien
einde blocd lacen.
Z y voeren geen Zout noch Brood mec
zich , nochte eeten het mcefttyds gehcel
al ni e t ; Zeggen dat Zout hcn fchemerig
van gezicht ma ekt , en Brood dik cn
zwaer voedzel geeft. Z y zijn zekerlijkzoo
fchcrp van gezicht als eenig Volk in de
Waereld . en zullen in de Stie^ o f Wi U
dernis ( daer de uitzicht op dertig en veertig
Engelfche mylen in 't ronde niet belemmert
wo r d ) een eenig Menfch ontdekken.
Daer zijn geen betet Ruiters in de Wa e -
reld : in voien ren kunnen zy zich zelfs
op hunne beugel-repen over eind rechten ,
,n achteren met hunne Boogen fchieen
genoegzaem des vyands Paerden
ter neer vellen.
De Cr im-Tar ters zijn plat van aengez
i c h t , fmal of klein van oogen , hebben
de oogen diep in 't hooft g e z e t , fmalle
voorhoofden, in läge breede fchouwders:
z y zijn van middelmatige l lag, en z o o g c -
fchapen , dat z y zich zelfs bezwaerlijk op
eenige plaetze kunnen verbergen, daer zy
hun acngezicht toonen. Zy breken tie
neuzen van hunne jong.geboorne Rinderen
, zeggende , dat hec een zot ding i s ,
cen neus te dragen , die in des Menfchen
gezicht ftaet. Zy zijn alle Mahometanen.
D e Kalmak - Tarterfche Vrouwe n
zijn ZOO goede Zoldaten als hare Mannen.
Zommige hunnererkennen denTzae rvoor
hun Opper -hoof t .
O o o o o Di t
I b ]