II
740 N O O R D
zijti Majefteit t e v o e t , biddende om geraden
cn vergifFenis van haer bcdrevene
Schelmeryen , en dat om die getrouvve
cn zware dicnften , die zy voor zijne
Tzaerfche Majeñeit hadden gedaen, beüevende
met een te ontfangen den Scliatting
die zy voor zijne Majefteit hadden
verzamelt, als mede de gevangenen die zy
mede gebragt hadden , en dat zijn Tzaerfche
Majeñeit belicven mogte , iemand
tot Beveihebbcr derwaerts te zenden , die
de Hooft-ilad met alle de andere ingenomene
Steden cn Piaerzen , van haer mogten
ontfangen. Ov e r deze tyding heeft
2ijn Tzaerfche Majefteit zieh hooglijkverblyd
, en heeft met aHe de Geeftelijken
in de Groote Apoftolifclie Kerke, Go d
voor deze overwinning gedankt 9 deelend
« aen den Armen zeer groote Aelmoeflen..
vergevende aen den Attamen fermtik Timofnvits,
en aen alle zijne byhebbende Kozak-
Icen , hare bedrevene misdaed , om deze
hare dienfl wiüe ; bevelende de mede gebragte
Schacting , en de gevangenen van
haer te ontfangen, beJaftende deze Kozakken
overvloedig te onthaJen , en vcreunde
ook de zelve aen zijn hand ter kulÄn;
komen» en Hetze dagelijks rykelijk 1
onderhoud geven. Daer ni haer aflatende
j belaften zijn Majefteit aen den At -
tiimenJermak.Timofni;ii5 eenige gefchenken
te brengen , als ook aen aile de Kozakken,
ieder byzonder : aen den Jfrmak_
Z0Ti¿ hy een Ro k van Zyde ftof,
metGoude bloemen geborduurt, met F]uweel
, en een dubbeJdc Dukaet ; maer
aen ieder Koz ak een ftuk Laken tot een
R o k , e enf tukDama f i , en tot een Mu t s ,
een ftuk Fluwecl , ook elk een Goude
H« zuvei Copeke : daer b y een Brief met het vercopA
« is^ gulde groote Ze g e l , waer in zijn Helden
wKidig!'" daed geprezen , en zijn bedreven misdaed
vergeven word , begeerende dat zy
verder in hare getrouwe dicnfien wilde
voortvaren , welke hären dienft hy rykelijk
zoude beloonen : in de Winter zou
hy een Beveihebbcr derwaerts zenden;
ondertu flehen zou hy Au amen ^írwdi^hec
beftier van aUe ingenomen plactzenhebben,
ook van den Schatting. In 't zelve Jaer,
in de Her f f t , is deze Crofa Iwanoivits uit
Mosks» tot Tobel gekomen, mede brengende
zijn Tzaerfche Majefleits vergifnisbrief
met de vereering, waer over áeuAttamen
met zijne Kozakken, zieh ten hoogßen
verblyden » en baden Go d voor zijn
Majefleits gezontheit en lang leven.
Na dat nu den Attamen dezen Br i e f ,
fieffens de begnadiging en giftvan zijn Majefteit
hadontfang en, heeft hymec zijne Kozakken
beilootendenTzaer Kuifchum verder
en O O S T
te beoorlogen: ondertu flehen heefrhyeeni-'
ge getrouwe Kozakken in de ingenomene
Steden en Piaetzen tot bezetting gelaten.
In Tobol heeft hy gelaten Grofi livanowin
met zeftig Kozakken , maer in de andere
plaetzcn zeker Attamen met dertig Kozak-
;en , van geweer en krygs-tuig wel voorzien
: wanneer zijn Tzaerfche Majefteit
den Kozak Grofa Iwanowits, uit Moskon
weder te rug na Jcrmak. z ond , zoo gaf
zijn Majefteit aen Großt cen open Br ief ,
met een hangend groot Zegel , dat alle die
geene, die !uft hadden in Stbcnen, in To-
' " , en andere veroverde Steden , zieh
met Vrouw en Kinderen te trekken , die
mogten vry en ongehindert derwaerts reizen
, belaftende vrye doortogt aen zulke
Luiden te geven; en zijn in dat zelve Jaer
met Grofa , vyfcien honderd Mcnfehen
vrywillig na Siberien gegaen , met Vrouw
en Kinderen 5 maer van IVologda belafte
zijn Majefteit aen den Biflchop , tien Papcn
, met Vrouw en Kinderen, met deze
Grofa te zenden , op vrye PoAivoden * , en '
daer en boven twintig RoehcU aen Geld
aen ieder Paep.
Ais nu den Attamen Jermak. Timofewits
in alle plaetzen goede order geftelt had, is
hy met zes honderd Kozakken , in Vaertuigen
de Rivier Inis opgevaren, tot
aen het Rivierken Stbirka , welke vyftien
Wurft van de Stad in de Irtis val t , daer
hem den Tzaer Kutfchum noch opiiield ,
doch in groote fehrik en benauwtheit; een
en een half Wur f t noch van deze placts
zijnde , belafte den Attamen ferm^k , aen
een ftyle Oever de Vacrtuigen vaft temaken
, en ftelde zieh met zijn Volk in her
Veld , omda e r t e v e r r a eht en, belaftende
echter Sehild-wacht rondsom uit te zetten,
raz i jnoudegewoonte. In' tmidden
van de nacht wierden twee Kozakken op
Schild.wacht ftaende , van Km/chnm zijn
Volk bekroopen en gevangen genomen ,
waer door een oploop in het Leger ontftond
, daer en boven is de vyand met
Boog en Pylen , als ook met Lanzen , op
haer met een groot gefehreeuw aengevallen,
plunderende haer § krygs - tuig; toen ..
lag den Attamen in zijn T e n t , midden in
't Leger en iliep , doch hoorende dezen
oploop, fprong hy uit zijn Tent , roepende
aen zijne Kozakken, Broeders en vreeft
deze ongeloovige niet , maer treed te rug
u Vaerruigen ; toen zy nu alle weder
hare Booten gekomen waren, zoo fprong
den Attamen yermak. met groote kracht
van den ftylen Oevcr na zijn Bo o t , doch
te fterk fpringende, quam hy over drie
Booten in't water te ftorten, daer het zeer
diep wa s , en alzoo hy twee Pantzers aen
had,
Ü c c k e n e e l v a i i S e k e r i n S i t e r i e o n b o k e n t D i o r m e V v a n V e r j a t u ^
a d i e p o n t l e i * d e s a e i - t l>oc l ems o p p e r v l a k ^ e v o i i d e n j n l l a e r 1 7 0 3
I i i J i o v e i L
^Ji 'Iii
rnt^mm mm