J w
. - ' S
Li
674 N O O R D
fchocnen , die van hout zijn gemaekt , eeti,
vic.rcndeel van e e n Ruf che El breec , lang !
een El en meer , liebbendc in het mid- j
den een ricm van leer , daer men de voet
in fteckt; doch de Koraki in Slect jes , die
düor Rhc en geciokken worden , waer in
z y by pacren z i t c en, mcnnendc den ccn
terwyl den anderen fcliiet mcc de Bo og :
des Zotners komen de zommige na c k t ,
cn de zommige gekleed ten ftryd. De
Wacien daer z y gracg na zi jn, zijn roodc
Koraelen en MefTcn , daer ze regen vermangtlen
, Zabei-vcllen , VoiTen , groote
Bevevs en Ot ter s .
In de Zee omtrenc Ijttore , gact des
Winters Y s , doch de ganfche Zeebevr ief t
n i e t, doch des Zomers is aldaer ganfch
geen Y s , of zeer weinig : men vind veel
Inwoondcrs längs de Kamtßaike Ri v i e r ,
en aen de Zce-firand, z o oda t mentui fchen
het Rivier t je Jelofk' en de Zce , zeitig
verzamclingcn van Menfchen ontmo e t e ,
daer honderd en v y i t i g , ja twec hondcrd
Hutren by elk wierden gezien , hcbbend<
aldaer ieder Huis-vader zijn eigen wooning;
deze verzamtlingen zct tede zieh onlangi
uic vreeze vcor de Ruf len , nader by malkander;
zy weeren zieh uit die plaetzen
niet zware fteenen , en honte kniippels die
2 C werpen , benefFens fcharpe Spiezen> als'
iemand hen vyandl i jk nadcrd.
Aen de Zii id z yde van het Kamtßadalfcke
L a n d , is in Ze e des Winter s geen Y s ,
aileen van de Ri v i e r P<nß, tot KigiU is aen
de kanten eenig Y s , maer niet v e e l , en
van Kigih verder op , is geen Y s , en van
de Ri v i e r KigiU tot de mond van de R i -
vier Kamß a^ gaet men te voet ovcr ftccnachtig
Land , in drie of vier dagen , en
van Katwßathf tot aen de Z e e , dr y f t men
na bcncden met Vaer tuigen, in vier dagen :
aen de Ze e onthouden zieh veel Beeren en ^
W o l v e n , en over de ccrftc Rivier van de;
Korden in Z c e , zegt men dat Eilanden,
z i j n , die bewoont worden , en dat daer j
op Steden van fteen zoude z i jn, doch wi e '
die bewoondcrs zijn , is tot noch t o c on- l
bewuft : uit deze Eilanden word by de
Korrkn gcbragt dierbaer Vaet -wei "
kofteüjke Kleeden , van geftreepte en veelverwige
Stoffen j 0 0 k zeggen deze Inwoondcrs,
dat \'an de Kfi.mtßadalfche z yde boven
Kiimßntke , aen de kanc van de Kalanske
Bever Rivier Jaerlijks Vaertuigen toc haer
komen, welkers Schepelingen van henkoopen,
Zee-robbe-vellen , Walrus-tanden ,
e n d c T r a e n daer van : hie romt rent z i jni n
Zee groote Wal -vi lTchcn, ook Zec-robben,
cn WairufTen , welke laefte met hoog water
t e g cn' t l . and aen komen, en als't wa t e rwe -
der a f loopt , blyven zy op 't droog zitten,
en O O S T
als wanneerde naeft gelegene Volken , da
zelve met SpielTen dood lenzen , en met
knuppels flaen , op de Neu? , want z y tcr
oorzaek van hunne kleine pooten tot hec
vlieden op Land onbcquaem z i jn, we z e n .
de deze plaetzen niet z e e r v e r r e vandeVl i et
jimur afgelegen.
B y de Penßfche Volkeren gebruikt men
in plaets van Schuiten om de Zee te bevacren
Bajdar i , dat zijn Jollen , die van Ro h -
be-kder gemaekt zijn , lang zes vadem ,
brcet een en een half vadem , deze zijn in
't midden met hout verbondcn ; in deze
Ba^dari können derrig of veertig Mannen
zitten , en daer mede t 'Ze e gaen , op de
vangfl; der Ro b b en en Walruf fcn , waer
van z y het Spek cn Traen gebruiken.
De KamtßadalUn hebben Vaer tuigen di e
tien o f twint ig man können voeren : vcele
hunner woonen in holen. By de Korikn
heeft Wolodtmer en zijn Vo lk ganfch geen
Vaertuigen gezien , want hy was daer des
Winters.
In itiz Kamtßadalfche en ATen/yciiLandftreken,
zoude men Gracn können gewinnen
, want het zijn v r y warme Landsdouwen
, hebben zachte en zwarte g r o n d ,
doch Beftiael tot den Landbouw vereifl:,
en is daer n i e t , zy weten ook van geen
zaeyen ; deze Menfchen zijn niet leerzaem,
en ganfch niet zindeüjk.
In het Land der Korilen, omtrent de
Riviercn Kamtßay ontmoete Woloditner zcker
Man , die aldaer vreemdcling was ,
welke hy na Afeskort hecft gevoc r t , en
men bevondcn heeft genaemt te zijn De»,
bey, Zoon van Difaj , hebbende in een
Indiaenfch Scliip , beladen met Koopmanfchap
längs de JapanfcHe Kuf tge f t e v ent ,
edoch een fterke Wc f t e Wi n d acht dagen
lang, en daer na een Zuide Wi n d k r y -
gende, was hy van de plaets die hy trachte
te bc f tevencn, afgedreven, zoo dat na
veel zukkelens op Z e e , gcduurende d e t y d
van acht en twint ig wecken , in 't Korden
Land . cn dat der Kamtßaddkn aengekomen
was , en hy gelukltjk Moskoviccn
ontmoetcnde , als h y onder de Kamißad<il~
Un was g e r a e k t , tot hcn de vlucht hadde
genomen , oordeelende op 't g e z i cht , de
Ruflen rcdclijker Menfchen als deze Inländers
tc zijn : in Zc c had hy de Ma f t cn
Zyl van 't Schip verlooren , doch gevallig
een Boom in Zee vindcndc dryven , hadde
hy die weder tot een Maf t -boom o p ' t
Schip weten bcquaem te maken , cn zieh
daer mede tc bchelpen , zoo ah hy van de
ingcladenc Z y d e floffcn , mcdc Zeilen
mackte.
D e Korilen fpyzen wortcis van Boomen
j zy zijn gewoon de Vi f ch die zy
van-
Vi
T A R T
vangcn in kuilcn tc werpen , met groente
en Boom-takken te overdekken, en zoo
e eni g e t ydt cbewa r en, we l k e z y , o f f cho o n
zccr ftinkt nuttigen T wannecrhetgenoemde
Vacr tuig door ongeluk aen hareKiiften
belande , en dat met Vaet -wc rk was beladen
die Brandcwyn , of fterke drank van
R y s in hicldcn , gooten zy de drank we g ,
en bcdienden zieh van de Va t e n , om hun
V i f c h in te bergen , hebbende zy in die
drank geen fma e k , zoo als ook geen Go u d
o f Zilver kenden, want als ecnig Go u d cn
Zi lver uit gemelte geftrande Vaertuig aen
Land wierd g ebr a g t , vcrachtede zy dat ,,
cn gavcn 't den Kinderen om mede te fpe-
Icn j zy können noch Lezen noch Schry- I
ven , gebruiken Bylen van been en vanj
fteen ; men vond by deze Indiaen Zi lve r '
g e l d , waer van aen my een ftuksken gezonden
i s , waerdig in wi g t veerticn ftuivcrs
of twee Maes , gelijk men aen my
mede toegezonden heeft een der Schoenen
van deze Man zijn voeten , die waerlijk
Indiaenfch maekzel i s , z o o als by diergelijke
mede onder my beruftende , kan
worden gez ien; behalven di t zond men aen
my een Indiaenfch Kaerte-blad , en ecnige
bladen Schr i f t , die men by hcm gevonden
h e e f t ; de Schoen is der gednente als clders
in OoR- I n d i e n , de Menfchen van
middelbare aenzicn gewoon zijn te dragcn,
n e t , van fijn Ri e t gevlochten , met een
Herte-ledcre zool.
D e opgemeltc Man was afgezonden door
zekcr groot Koopman , genaemt Av a ß a ^
Zoon van Matarin , in een Vae r tuig van
vyftien man, het was lang vyf t ien v adem,
breet en hoog vier vadem, enz. de laftwas
R y s , fterke Drank , Damaf ten , Bo omw
o l , Zuike r , enz.
Aen het Korden Land körnende , voeren
zy een Ri v i e r opwaerts > niet verre
van de Vl iet N.inan, om Menfchen te
zocken: in 't eerft ontmoete hen een Man,
aen wicn z y een Schri f t gav en, b ewy z ende
dat hy mede f chryven zoude , doch
daer van geen wezen hebbende , ftak het
overgegevcne gefchri f t in zijn Bo e z em, en
vlood : den volgenden dag quamen vier
kleine Vaer tuigen , daer in waren omtrent
twintig Man , die hun bezien hebbende ,
weg gongen , doch in de Nacht naderde
hen veertig Schuiten , daer omtrent twee
honderd Man in waren, deze fchooten uit
Bo o g en, en quetften ccn der makkers van
dezen Denbey, zy hakten ook in' t Vaer tui g
met fteene en beene By l e n , zoo dat zy het
moeften opgcven , cn loftcn het Va e r tui g ,
levcrende de Wae r cn den Korikn over.
Deze Man wcet te noemcnverfcheidene
Steden , die hy zegt in iTaM^teleggen, als
R Y E. 67s
Akftay, Krota, Noiiro, ToMga, Fi^a, enz.
cdoch, vermits deze Steden in Sina, mi jns
wetcns niet bekent z i jn, zoo twyfele o f die
niet plaetzen zijn in ^efo, en dar hy dac Land
Kataynotrat: verhaeit, hoezckcregoedcren
na Katay worden g e voe rd, en van daer komen,
welke men wctc dat van en na Jefo
worden vervoer t , cn niet van cnna Sina.
H y z e g t , uit Katay komen totonsOver ,
Vi fch-bccncn , dat zijn Walvi fch-bcenen,
Hout , Tanden van Wal rulTen, enz. alle
goedcrcn die uit Jeßo worden gevoerd ;
d.ier en regen zegt hy , na Katay brengt
men Damaften , G o u d en Zi l v e r - l aken,
Boom-wol, Y z c r 5 enz. zoo dac men
fchynt tc können bef lui tcn, dat deze Denbey
, Jeß) voor het Land Katay verftaet ,
als wezende miflchien een gcdcelte van het
Ovcrmuurfchc Ta r t a r y e , cnkelijk met een
fmalle vaert afgefchciden , gelijk by z ommige,
z o oAf i a t i f che a l sEur opi f cheSchr y -
v c r s , dat Land met de naem van Katay
word bcnocmt.
A h deze opgemclte Man by Wint e c
t y d in 't Korilen Land aenquam , zegt hy
zeer veel dikke Mi f t heeft gehad, zoo dat
h y in zijn vacrt geen ander Land als Efo
hecft gezien, 't geen hy meint acn' t vaftc
Land van Tar tar y e gehecht te zijn , ge^
hoorende eensdeels onder den Konink van
SiM , als Heer van Niuche , cn der Landen
daer om ftreeks, en ander deels onder
Ja^an , zoo dat op de Zuid z y d e , dien
Keizer bezetting heef t . Di e van Eßo zegc
hy , een Barbarifch Vo l k te z i jn, zonder
:enige wcl leventhei t , of gefchiktc behcer -
fching. El f van zijn makkers zegt h y , ui c
\Korilin Land met een onbckent Vaer tui g
weg gekomen te z i jn, twee inZe e v e rdronken
, en een door de Korilen gedood.
Het Korilfche Vo l k draegt ruige klcde-
1 van Zabel-vellen , Rh e e n , Ho n d e n ,
Bevcrs: als zy iets willen kookcn of
gaer maken , zoo fmyten zy daer toe heefteencn
in pottcn , hebben geen Steden ,
maer Dörpen; zy voe r enf t e edskrygonde r
malkander: en wanneer men aen dezen
Man in Moskott een Kacrt heeft doen zien
vzTi Korea, Sina, het L a n d , en
Eßo , ZOO crkendc hy geen gewef t als Eßo
illecn, 't geene my tc bcftendiger doe t g e -
looven, dat hy met hard we d e r , deStraec
de rries is komen door Ze i l en , of achter
het Compagntes Land om , zoo zulks eeti
Eiland i s , zonder andere Kuf ten als 't genoemde
Land van Eßo te zien , hebbende
hy eigenhändig op de Kaer t twe e ftreepen
gehaelt, den een van omtrent dehoogt e van
Oßakka, twint ig my l in Z e e , door de Straet
de Fries, cn den anderen van daer achter
Land om , tot aen het Korilen
Q q q q i Land,
i