' I i l ;
H P
784 N o o R D
by zommige MBtrßmkaj gei
l ;
g m
naemt.
Behalvcn dezc plaetzeti , zijn 'er noch
dncVl e k k en, Nklzi,n¡k,j,
z.wt.iVwj^e)', en réi-chnamzieníkB), welker
r e c k e ftd ¡k niet heb können onderftaen ,
jvaerom ze 00k in de Kaert mede niet
lieb gebragt : 00k nict die van een Rivier
ImLty.
Aen de VBct « „ / l e g t een Vlek , y,
lottifrufikoy genaemt.
De Volkeren Kammd, Karagantú, of
C a n i gmü , m V l u , ^ , omtrent he tMe i r
^lun woonende , zijn vrye Luiden , geven
aen niemand Schatting. TuiTcIien deze
Volkeren en de Sitiefche Grenzen , ontnioet
men veel S„,p. of gcweHen zonder
Boomen, cn vlak Land.
In de Rivier S,k, of s,k„, die zieh
in de Oby, niet wy t van des zelfs uitgang,
u l t f t o r t . i s e e n f t e e n e O v e r t o o m . o f O v c r - w ! r „ M „ : , „ j ,r '
hael, d a e r d e S c I i u i t e n o fVa e r t d s e n o v e r Zn l I ' J« »™
gehaelt worden, d,e de zelve D " " r l " ! ' ! S«»».
.......^..iiuiivii V acrtuigen ovei
gehaclc worden, die de zelve opvaren. De
Inwoondcrs dezer Landen wecen wondcr-
]ijk bandig om ce gaen, met Scliuitcn over
Land te halen, en zoo dit gelieel Noorder
g ewe f tdoor te reizen.
Berofikpi, Beroßa, oi Btrofuiva y dat
een Vlelcsken is , aen de We i l z yde van
de VJiec O i j gelegen, hoe wel andere zeggen,
dac het aen de over z yde l e g t : isomkringr,
in Eyacht ige geftalte, metStormpalen
; heefc cot verHcrking eenige ronde
houte Toorens.
Van de Rivier Soßve, tot aen de Zee,
nederwaerts, kan men komen in weinig
dagcn : en van daer zcild men over Z e e ,
tot aen de mond van de Rivier T^z., Tafie
, oiTafea, in vier dagcn ; maer deze
reizen ter Zee zijn zeergevaerl i jk, cnvreesl
i j k , door de menigvuldige Storni -winden
, Mi f t , en Y s .
c n O O S T
n , 'c geene van de meeile zoude kon-
...n doen, brengende de bequaemheit en
onbequaemheit der wegen in 'c reizen aU
d a e r g r o o t v e r f c h i l t y , dacr op ,„en ^een
Itacc maken kan , könnende de amant in
rechte ftreek aen de K ame n worden ge-
L.uki 7.\]n aîdaer wi t tc vitrvoerige Becs-
Kens, met grooter als een gemcene Hond •
dcze geven een fchoonen v a cht , zijn zeer
•îindehjk j gdi jk ook de Armdnen, welke
:ich nooyc zullen bcmorzen, of door drek
!n vuiligheic gaen.
Hct is byzonder , dat de vellcn der Zabel
dieren , welke in SiberU vallen , in de
Winter vecl fterkcr zijn , als in de Zomer,
mede , dat de haairen als dnn vaftcr
Itaen, bruinder, langer , cn acngenamer
t g e z i c h t z i j n . als by Zomer tyd.
Gramßä, oî Gamaßei , zijn Sneeuw
Witte Mi l i zen, de wdke aen de bonte pel-
... ^/i-.v^uj Iiige geven.
De zwarte Volfen worden meeft aev.in.-
p n aen de Voor.eilanden van de NoSider -
l i i f t , voor by de 01,), voor acn ab hct
Ys breekt , en de íchotzen we g dryven,
tgeen men uit zekere tekcnen'te vooren
weten kan,
Vcefc der onde Sibmfck Steden en plekken
zi,n venvoeí l í zy behouden áoch
liunne namen, fchoon 'er weinig, of Ichier
geene hiiizen zijn.
Z H h i , of wiliie Stiercn, en ZaUk i , of
wdde Gei ten, aldaer mede vallen, byzonder
in de groote Ye lden, die na de Cr imfche
zyde hellen.
Zeker Engelfch Afgczant , Kbrfihtr
genaerat, ivas in 't Jaer vyf t ien lionderd
cn acht en tachentig in Moik/u , cn hceft
gczcgt, dat in het Jaer wanneer hy daer
was, in l iunneTzierfcheMajcIlci ten Schat
ykomen waren achtien duizend, zes honderd
en vcertig Zabelen i doch heden
™ ' " " w a e r van boven rSeds i a c n g c r ó l r i í ™ 'Ò" ' '
v,cr dagen reizens : men kan K L^i e 1 3 í f ' " ' ' " " " " » « I kondcrd dui-
, ».et gebrmken , met de Vaertu g n lang I De ' "
de Oe v e r met lynen op te trekken • mf o * 1 1 . wor .
moet, ofvoordewind'^zer len, of rócven i t e ' c n ^ S " -
alzoo het laveeren daer noch onbekent is I S frhZ' " " / " " P • ™
cn word g e r c f t van deze Stad , ,e Wa . r ' 1. , . : . . , , ' . Z - Ídee BBoooomn en g" e" f' cAh o' otcnzi in'c'ií e, met n te L a n d e , in kleine Vacnuigcn" ! tot
aen de T ,mt i a « , k s j , o i T m g a i k t Wi o -
ter-plaets, gelegen aen de Vl iet faifia,
in vier wecken. En gelijk ccnige veranderingcn
der namen van plaetzcn in Stkrio,
2ijn aengctekent , zoo zoude men noch
^ele andere können bybrengen , alzoo na
vondcKh- de vcrfcheidenhcit der tongen , de bena-
" " " S™ "Ji" I-mden veranderen. Ik late
achtcr, de afHant aller plaetzen op te gez.
jn (Imten , en geluit , veroorzackt dat
de wind , die door d e k n o p j a e g t , de Zabel
verfchrikt, hem zoo benedeî d o n loopen
, en zieh uit de läoom begeef t , als
wannecr afgerechte Honden , de zclvc betrappen.
D e Zabelen geven hct kofteli.kfte Bontwerk
dat men in s . h n , , vind : 't zijn gedicrte
van gioothcit als een K a t . die haer
""•houdcn in de BolTchen en WildcrnilTen:
z y
m
' ' " S i
l à ' ^
i "
z y worden dan gcvangen met Honden, als
even is gezegt , en met houte Valien. waer
in z y , asn 't lok-aes bytende, door de val ^
van cen houc gedood worden: of men vind l
ze op de Boomen , waer ondcr Netten gefpanncn
worden, welke Boomen dan iieder
gehakt wezende , de Dicren zoo gcvangen
zijn : zy worden met ftompe Pyien mede
i^efchootcn , daer een dikte voor aen i s ,
ZOO als ik die vertoonen kan, om de vcllen
niet te quetzen ; als mede mcc Strikken ,
Boogen , en Schiet-gewcer.
Het Ibet een icgclijk der Inwoonderen
vry , op de Zabel-vangft te gaen ; maer
een icdermoct aen de RiiiTen daer van To i
geven ; doch als z y gccn Zabels gevangcn
hebben> mögen zy volftaen met Bevers of '
VoiTcn. Wa t hun van de vangft overig is,
verkoopenze.
Beeren zijn in Siberien mede zeer overvloedig
, die van bovenen uic Boomen gefchooten
worden . daer zieh de Schutter
in verfchuild ; cn als 't gebeurd , dat het
Dier den Boom opkl imc, weet men daer
aerdig hcm de voorftc voeten af te kappen.'
Men vind in de Bof fchcn, tuffchen Kaftn
cn Siberien gelegen , zcker aerc van
liiklioorcntjesj welke van den eenenBoom
op den anderen , cn van den cencn Be rg ,
of top tot den anderen vl iegen, 't geene
myns craclitcns tot nodi toe in Earopn onbekcnc
is geweeft. Een velletje van alzulk
Dierken is my ter hande gekomen : het
heefc een ander gedaente van ftaerc als de
andere Inkhooremjes, ruim v y f duini lang,
en twce brcet. Men kan geen vqeder van
hunnc velletjes maken, dunheits haJve. Zy
fpringen, of l iever vliegen, v y f t i g , zeitig,
ja honderd vadem ver door de lucht ; hebben
körte voetjes ; de achterfte ilrekken
ruim een duim breet vanhet lichaem af , en
de voorftc pootjes een weinig langer zijn :
tuiTchen deze pootjes , en byzonder de
voorfte , cn het lichaem» hebben zy dünne
velletjes, welke in 't vliegen breet uit
fpreiden. Hc t hooftje is pumig, en fteekc
met een fnuitje voor uit. Het haair is byzonder
z a c h t , als de aldeifynfte en dunifte
Z y d e . gaendc het Fluwcel daer in te
boven : de verw is wit cn zwart > door
een gemengeld ; doch aen den buik meer
wit als op de rüg. He t geheele lichaem is
qualijk een fpan l ang , buiten de ftaert ,
met hct hoof t en hal s . dat kort tegen de
fchouwders aen ftaet. Men hout ter plaetzc
daer dit gedierte val t . dat de velletjes,
aen zicke oogen gef trecken, heelzaem zi jn.
1 Op veeJe plaetzen in Siberien vind men
1 zeer groot gebergtc , als aen de Oby, omtrent
Mangafty cn ook by VergamMi ge-
G g g g g lijk
M
\ K l -
M ; ft
H