JHo N O O R D
zcggcn van de Menfchen aldaei-, is't van
BolvancH tot de Stad Pechora met een goede
frifle Icoude, niec bovcn twintig uuren
zeilens, ofomtrent drie en dercig mylen
; en niet boven vyfcig mylen van Pe-
Cchorjkoje
... yjlilj^ incidi Vdll J-- Zavoroi, tot aen de ' StadSt • Pechora. -
N A M E N
Der , Luigs welke de Rujfen
van Pechorskoye Zavoroc tot Mongumfcy
, W« de wyze van haer reizten , en
de afgelegemheit van iederpUetz^e, en wanneer
men zueilen > roeyen, efirekk^n moet,
Z.00 als z.ulk,s voor omirem tachentig Jaer
door een Reiz^ger, die m Mezecn wm
geweefi, /> aengetekfnt, e««..
"y An Pechorskoye Zavorot, tot Mat.
^ fhejove Oflrove , of Markefiet Ei -
T land, is met een goede en friiTche
koude ten meeßen ,dertig uurenzeilens ,ofi
vyftig mylen. Om na deze placts te zeilen
, moec men loop zetten Ooiì aen.
Van Matphejove Oßrove , toc Yougorikoye
Sbare, is negcn uuren zeilens, of vyflien
mylen , mede Ooft aen. In helder
weder kan men van MatphejoveOßrovehn
vafìe Land zien , daer twee EiJandcn zijn,
genaemt Zeelemfe , o f groene Eilanden ,
na welke veele RuiTen zieh begeven om
Omeli te vangen. Dit vaile Land legt aen
de rechte zyde , o f aen Stuurboord van
haer af, zijnde ten Zuiden van Afatphejo.
ve Oflrove. Ten Noorden , of Noordweften
van Matphejove Oflrove legt een ander
Eiland, door de RuiTen genaemt Dolgoie
, o f het lange Eiland ; zoo dat "er
twee Dolgoies zijn , het cene in de Pechorskoye
Ziivorot, aen den ingang van de ShchoiMore,
ofDrooge Zee, en 't andere,
waer van wy nu fpreken , tuiTchen Pechorskoje
Zavorot, en Tougorskpye-Share :
van welk Eiland men by heider weder,
Waigats zien kan , 't welk aen de Stuurboord
zyde legt, zijnde zcer hoog Land,
zoo dat als men de middel hoiit, recht
tuflchen het vafie Land aen Stuurboord ,
en het Land van Waigats aen Bakboord ,
zeild men recht na Totigonkoye-Share, het
wclk na haer zeggen niet groot i s , dewyl
men van't een einde toc aen 't ander einde
de Zee kan zien. Naby, o^omumt Waigats
zijn geen ondieptens noch Zant-platen.
r,«n Van Tougorskpye-Share, tot aen Carskoye
istwaelf uuren zeilens, of twintig
mylen. In deze Gooba , of Baey , is
de Me4voj Oflrove, oi't Meaftvoy Ei -
land.
Wyders moet men in gedachten houen
O O S T
den „dat zoo dra als men ter deze Carskpye
Gooba inkomt, men een Rivicr opzeild .
Intende de Baey aen Stuurboord-zyde ;
welke Rivicr de Reizigers brengt in de
Mootnoja Reca , of dc onklare Rivier.
Van Carskoye Gooba , tot Mootmja Seca,
IS twintig mylen. Dacren bovcn, als
men een weinig voorby rougorskoye-Share
IS, doet zieh opzekerhoogLand, door de
Inwoonders genaemt SocohaLoeda j en wanneer
men over de Moottjoja Seca is, daer men
door trekkende längs den Oever raet een
Beachava. of Touw, acht dagcn en nachten
over bezig is, komt men in twee Meiren.
welke men gemeenlijk in een dag, of twee
tyen over roeyen kan , zijnde niet meer
als tien of twaclfmylcn.
Ah men aen 't einde van dc-ze Meiren
is , komt men aen een plaecs Navoloke genaemt
, dat ZOO veel te zcggcn is als een
Overhad, zijnde byna twee honderd vadem,
of vier honderd fchreden lang. Wanneer
dan de Reizigers haer Schuiten entladen
hebben , fleepen zy de zclve daer
over , en laten die in een derde Meir wederafloopen,
^zmerat Zelenoya Ofira, of
't groene Meir. Ter oorzake deze Overhalen
, worden zy geooodzaekt zieh in
«"»eden getale t'zamen te voegen , dewyle
...igs dezen weg anders na Mongumfey niet
können komen.
Ten einde van Zelenoya Ofera, komen
zy in de Zelenoya Reca, of groene Rivier,
voor ftroom a f ; doch worden dikmalen
genoodzaekt haer grootfte Vaertuigen te
ontladcn, omd e z e l v e , leedig zijnde ,
over de ondieptens te brengen, waer door
zy gemeenlijk wel tien dagen bezig zijn
eer zy deze Rivier ten einde komen, niec
tegenltaende voor ftroom afgaen; maer de
rechte afgelegentheit of Jengte kan men als
noch niet wel weten.
Deze voorfchreve ZelenoyaReca ten einde
zijnde , komt men in de Rivier Oby ;
en als men dezelve een weinig opwaert^
geroeid heeft, komt men aen een plaets,
ook Zavoroi geheten , 't welk beduid een
draeying , of wending na een plaets in 't
water , zoo wel als een Häven , en als of
men een groóte in een Rivier wilde
zeggen.
Hier van daen varen zy in de Ta^vz-e
Seca , oí Tawi^-Kivier, ftreek zettendc
Zuid aen; maer 't is vier en twintig uuren
zeilens, of veertig mylen van dc Ri -
vier Oby, eer men in eenig dcel van de
Tawz.e Seca komr. Aen de Rivic-r Oby
vinden zy geen Boflchen , noch op des
zelfs Oevers geen Inwoondcrcn , tot dat
zy de zelve zoo lang opgezeild hebben .
dac men komt tot aen S'beria.
Als
^ (
T A R T
Als zy in deze Rivier Tawie gckomen
zijn , is het vier dagen en nachten zeilens,
eer men komt aen een Kafteel van dien
raem , wel verftacnde als men een goede
fi'iiTche koude heeft, maer by ftiltc zoude
wel twaelf dagcn en nachten roeyens
zijn. '
Die kleine Kaftecltje, met de onderhoorige
plaetzen, word gemeenlijk genaemt
Mongofey, Mongafeof, ofMongumfey, anders
Molganjey. Daer zijn twee Edellieden, of
Bevelhebbers, met drie of vier honderd
Bosfchieters, en verfcheide kleine Sterklens
in deze geweften van Mongofa. De
Siheriarten des Winters na Mongofey afkomen
om Zabel-vellen te koopen ; en zegt
men dat de Zabels, welke door de Samojeden
omtrent Mongofey gevangen worden,
beter zijn als die van Siberia. Men zegt
ook , dat de Samojeden aen 't vafte Land,
tegen over Waigats v/oonende, des Winters
met haer Rheen na de geweften van Moagofey
reizen , om Zabels, en andere Dieren
te vangen , de welke haer Goederen
dan te Markt brengen tot Mez^een, en een
plaets door de Ruffen genaemt Sloboäca.
De Luiden van Mez.een berichten wyders
, dat omtrent haer geweften ook Inkhoorens,
Bevers, en ook eenige Zabels
gevonden worden ; en dat alle die des
Winters reizen van Mongoßy , Siberia
Pechora , en Oufl-Selma , of Onfl-Silma
na eenig gedeelte van Stijßa , 't zy dat zy
Koop-luiden waren , of Samojedcn, die
het Wild vangen , onvermydelijk haer
Stad MeZAen moeten aendoen , om Paerden
te huuren, die haer tot Colmogra brengen
, waer door haer Stad van alle flag
van Pelteryen voorzien was, doch meeft
van Inkhoorentjes. Zeiden wyders, dat
die van Colmogra, en andere plaetzen , dc
Goederen des Winters by haer quamen
opkoopen.
W E G - W Y Z E R ,
Om van Mezeen met kleineSchuitkf»! te i
A R Y E . 9 4 i
Overhael. Van Meißen tot hier toe is
tien dagcn trekkens mct een touw. Deze
Overhael is vyf Ruflehe vcrft brec t ; en
na dat zy haer Schuiten hebben entladen,
trekken zy dc zclve mct Paerden o ve r ,
welke tot dien einde van Mex,een gebragt
worden j dc welke den meeften Zomer
daer over blyvcn , en word voor 'c overbrengen
%.en längs de Sivier Peoza , en van daer
na Peaskanoy Navaiock , ofdez^a»
Overhael, en van daer over andere
•vieren, tot aen Ouft-Sclma en Pechora,
of Petzora.
I-i Ot Mezxen ingefcheept zijnde ,
in Cajucb of Schuiten , overdekt
met bailen van Boomen, zeild
men na een Rivier genaemt Peoz.a Seca
van waer men voort trekke tot aen een
plaets Petuk^Koy Navaiock > of zandige
van ieder Schult, betaeld zesftuivers,
Rufch geld. Hier over zijnde, dryven
zy met de ftroom in drie dagen te
Oufl-Selma, en in vier dagen tot het Meir
Puflo^era ; cn van daer tegens ilroom opgaende
, komen zy te Bdvanott, en van
BalvanoH tot de StadPecior«. Deze voorfchreve
Schuiten wederkeerende, brengen
Pelteryen na Vfliug, en andere plaetzen
Riifia , doch alles des Zomers.
V E R H A E L
D;
by de Sivier Pes
Logan , ler t-elver
placti-e gcdaen.
En twintigften van Sprokkelmaend
hield ik zanien-fpraek raet
Rufch, rakende haer Handel
op Molganjey, of Mongnmfej , de welke
daer ter plaetze geweeft had , en niemand
ZOO verre Ooftwaerts als hy. Deze zeide
my , dat haer ftrcek van Medenskoy Zavo'
rot, aen de mond van Pechera , na het
Ooftcn , tot aen de twee Eilanden , genaemt
Zjelenfa , oí Zeelentfi , is twee dagen
en drie nachten zeilens met een goede
wind. Van daer tot Breit Vinnofe, drie
dagen en drie nachten, 'twelk in de engte
van Waigats is ; en van daer voorby een
Eiland , of liever een Klip , genaemt Soeolia
Lowdia, 'twelk men echter aen Stuurboord
van zieh moet houden , uit vreeze
der Klippen , zeilende geftadig Noordooft
aen , omtrent vyf of zes áagen zeilens
, tot dat men komt by een langen
punt , aen Stuurboord , eneenzant , dac
zieh drie mylen Zeewaerts uitftrekt; het
welk als men te boven i s , moet men een
weinigje Zuidelijker Ze i l en , noch vyf of
zes dagen langer , en dan zal men aen de
Rivier Oby komen, in de mond van welke
een Eiland legt, maer men moet het zelve
aen de Land-kant van zieh laten leggen ,
nadien het tuflchen dat en 't valle Land
droog is. Het Land längs de Kuft is laeg
en fchoon , cn den ingang van de Rivier
a en de Ooft zyde van't Eiland. De Ri -
vier word gezegt een Zomerfchen dag zeilens
iu de bréete te zijn , zijnde de zelve
vol Eilanden , waerom zy ondicp geacht
word ; maer na mijn gevoelen is 't onmo-
C c c c c c 5 ge-
•ri r
'i