h
ii
T A R T
lijk te vermoc-dcn wa s , het Land aldaer
ZOO te zijn.
De kouJc was aldaer niet zcer zwaer in
datjaer. Hy bcjegcnde geen Y s , als hier
en daer ceii Ichots. Op de Eilanden, mec
de naem van Mmiraliieits Hihndenhekenc,
vond hy een ftaek , da c rhe t j a c r
vyftien honderd viei- en negentig opftond,
met een Hollandfche haiid gefehreven.
Deze togi is te meer te verwonderen .
om dac , a!s anderen derwaerts zeilden ,
op de zelve cyd van 'c Jacr . iiier als Ys
hebben bejegenc, en in hec zelve zijn blyven
fteken. Hier van fchync de reden ce
zijn, dat wanneer deNoorde Winden veel
•waeyen , dat als dan het Y s van de Pool
a f , Zuidwaerts, tcgen Nova Zemk en
Tarrarye aen d r y f t ; doch als vcel Zui -
de Winden waeyen, gelijk hec in dat jaer
had gedaen, dat als dan het Ys na de
Pool fchiet , cn een openen Zee achter
Nova Zemla iaet. Gelijk de Noorde Winden
, die het Ys van de Pool na om laeg
o fTa r t a r y e jagen , niet alieen ftoppen hec
Wamts, maer ook de engte tu flehen Ta r -
tarye en de Oof thoekvan Nova Zemla,
cn bekt ten, dat het Y s , 't geene tuflchen
Nova ZmU en Tartarve is gemaekt, niet
loozen kan : hier van daen komt het , dat
de zommige de Zeen , zoo binnen ah
boven Nova Zemla , open hebben gezien,
en andere bevrooren , op een zelve t y d
v a n ' t j a e r .
Een geloofwaerdig Ze e -man, op de
i7«e»Wic-&eVi(rcherye uicgevaren, heeft
ifiy verhaeld, in deze geweften van Nova
Zemla en Groenknd gezien te hebben, dat
eenige honderden, ja mim duizend der
ViiTchen die men Eenhoornen noemt ,
(welke een aert van Walviflchen geacht
•worden tc we z en, ) uit d e r Z e e , bove"
water als de Tonynen quamen fpringen
cn weder indooken : men zag 'er groote
cn kleine hoorcnen : de oude Viflchen
hadden de groote van een Sloep, wäre
gefpikkeld als een Appelgraeuw Paerd
het is een rond platte Vi f ch , de ftaert
ftaec dwers , zy komen na het fchynt
mccft boven . met dood ftil weder : haer
vleefch is week , en houd zelden fteek ,
voor den Harpoen , want als 3" '
Sloepen met Vo l k onder deze
wierpen , zoo treften zy veelc, doch
in gcen een blcef de Harpoen vaft ftceken.
Wanneer ik in den Jare zeventien honderd
cn twee , h f t hadde gcgeven aen
ViiTchers die ter Wa l vifch-van gft
GrowiaWvoeren , zoo het mogelijk
een Eenhooren-Vifch te vangen, dat men
dien hec hooft zoude af kappen, t ege -
A R Y E. 903
lijk met de Hoorn en my toebrengen 3
ZOO is zulks gefchied : de Hooren diebezydcn
de Snuit ftaec, en niet recht voor
"t Ho o f t , is gedraeid , maer lang vier
fpan en vier duim , als wezende na allen
fchyn van een jong Di e r , het Bekkeneel
is iang en breet ruim twee fpan , recht
boven op het Ho o f t zijn twee openingen,
daer dces Vi fch zijn adem door gaet y en
lucht v a t , dat de Neus zaL zijn , en men
zegc dac zy daer door mede water op ,
en om hoog blaeft , en gact door tot in
de mond: achter deze openingen in 't cinde
van heC Ho o f t , en boven de R u g -
¡racd , ftaet een beenen knobbel , die de
;edaente der Neus maekc : in het laegfte
lecl van het Hoof t te weder z ydc de
Snuit, ftaen tv/ee kleine ingedooke O o -
j twee platte beenen gaen over de
i t , de Hooren ftaec ter flinker z y d e
de Snui t , cn ter rechter z yde ziec
men plaets tot een andere , en verzekeren
my de Zee-Iuiden , dat deze Ho c -
rens wiiTelen , en wanneer die aen de
eene zyde val t , dat dan de andere weder
wart , waerom miflchien deze Ho o -
klein i s , indien van geen Veulen
was.
Zeker Groenlandfche Schipper hecft my
in den Jare zeftien honderd acht en negentig
verhaeld , toen een Eenhooren ia
Zee gevonden te hebben, van wiens Spek
Traen wierd gckookt , was lang zes of Zeven
vadem ; eik volwaflen Vi f ch geefc
omtrent een Kardeel Traen : zy komen
gezwommen gelijk de Walvi f lchen, meeft
uic het Zuid-wef ten , na het Noord-00-
ften , en moeten zomtyds boven komen ,
om lucht te fcheppen ; en alzoo fchiet de
Zee mede omtrenc Spisbergen ; doch kort
onder de Wal neemc ze een tegen gefteU
de loop.
Als deze Eenhooren - Viflchen in Zee
zwemmen, met de Hoorens uit het water
ftekende, maken ze een groot gedrui s ,
en geraes: zeker Schipper heeft my verhaeld,
niet wy t van de Straet Davids ,
gezeild te hebben , en dat hy aldaer, eer
iets op "t wacer zag , een zeer groot gcluic
hoorde , 't geen nadcrende, men zag dac
zeer groot getal dezer Hooren-viflchen
quamen aen zwemmen , met de Hoorens
in'c water f laende, die het geraes hadden
verwekt : zy myden alle hec Schip, men
fchoot'er met Harpoenen op , doch geenige
wierden gevangen.
Men wil dat'er zommige van deze Vi f -
fchen gevonden worden , die twee Hoor -
nen'hebben , zoo als'Cr eene in den Jare
zeftien honderd vier en tachentig, by zeker
Walvifch-vanger is gevi f cht , en tot
//rfW-
! ,11 i i t ,
V i
' )
4