n mm
ir^Í I
i i r
T A R T
en daer zijn goede Kooren-Ianden tot aen
de Stad Kufnetskoy , die nidcr aen de Kalmakkf"
» en tiiflchcn de Kirgifen nieer
Zuidwaens in legt. Hi e r vallen Zabelen
cn Bcve r s , macr riet zoo goed als in
Sitri^iiis.
fhomskp is de Hooft-plaets des gewefts:
van de Oby en de Jenifea-ítroam a f , tot
aen de Danren toe : zy legt op ecn hoogen
vlakkcn Be r g , dicht aen een kleine Rivi e r
van de zelve na em: is vierkant in zijn Bolweiken>
b e b o uwtme t houte Toor ens ,
Storm-pakn. On d e r het Slot, op d eOe -
ver van de Rivier Thom, legt een groote
Voor-ftad. He t is hier goed koop leven,
zeer vermakelijk rondsom , en Volkryk.
Aen de- Rivier Ohj, te dezer plaetze ,
woonen K-ilmakken, en de Rivier de Thom
opwaerts, Tarters, welke met de Ruflen
in groote vricndfchap leven. Aen d e z y d f
van de S t a d , na de kant van Krafnojár
fenifeiskoy , cn m Kmhy > woonen
jin j doch de Oby neerwaerts , houden
zieh j^ßAkke>i, die aen hunne Tzaerfche
Majefteiten Schatting opbrengen.
In deze Stad Thomsh komen zoo wel
BHcharen als KdmAkfche Koop-liiiden, gelijk
in Tohol, die mede met aiderhande
Indifche Wa r e n na femßskpy , gelegen
dicht aen de Rivier femfia, en Krafaoyar,
trekken ; ook na Kufnetskoy , in welke
laetfte plaets zoo goed Yzer valt als in
Sweden.
Het gebied van Thomsko\iir\ uit maken:
vier of v y f duizend krygs-knechten , om
de vyanden het hooft te bieden; en ftrekt
dit gebied tot aen de Rivier de Amur, of
Daure/i, en de Sinefche Gr enz en, hoe
re mede hunne Tz a e r f che Majefteiten gezag
gaet.
Het Gezaghebberfchap , of de Heerfchappye
van de Rivier Lena, beftaet in vier
Steden. Daer wart geen Kooren. Jahitskpy
is de voornaemfie plaets van de He e r -
A R Y F. 8 i i
Sneeuw reift , met Natten : dezc Natten
ijn zekere langachtige Spaendcrs, o fVo e t -
zoolen , hebbende de lengte van twee of
drie eilen, zy worden aen d e v o e t e n g e -
dacn , als wanneer men zieh met een lange
fchappy: het ftrekt tot aen de Ys-zeetoe.
Alle Iiiwoonders hier , moeten aen hunne
Tzaerfchc Majefteiten Schatting geven ,
en Word dit het rykfte , of de meeiT: opbrengende
Hc e r f c h a p p y , van gehcd Sibcrien
gcacht.
fenifeishoy volgt fakut, of pk«f>koj
waerdigheit. En of fchoon dit Leenfcke
gebied , en de Stad ftnifeiskpy in rang onder
Thomskfi ftaen, zoo is het echter beter
als Thomskp zelve, of eenig plaetze aen de
Oby. Du s verre dit vertoog.
De Gly- f choenen , die de Menfclien
in de Noorder-landen gebruiken. daer boven
gewag van word gema ekt , door Worm
m , aldus worden befchrevcn.
Het Vo e t - v o l k zeer gezwind over het
ftok onderfteunende, zeer rat voorc
brengt, zoodanig, dac geen Paerd volgen
kan , of fchoon het een zeer gezwinden
gang h e e f t jwa n t d e f c h e r p t e v a n ' t Sneeuw,
't gebergte , en de ongebaende wegen ,
den loop der Paerden hinderen j doch op
deze werktuigen , Nmen g e n a emt . loopende
, kan men zeer Hcht over alle onefFenheden
van houte flammen , heuvcltj
e s , of kuilen fpringen 5 en dus wo r d aiderhande
Wi l d lichtclijk gevangen , en
met Pylen gedood : de Natten worden
hy S.ixon , in zijn vyfde Boek , genaemc
platte balkcn , ter phe t ze waer hy van de
handeld, e n z e g t , dat zy gevoerd
worden op platte ba lken, over Berg en
Sneeuw runnen; wes hy hen mede glibberige
ftompen noemt.
Paului y>imefridi4s, in zijn Boek van de
daden der Langobarden, fprekendc van de
Schrik^finnen, noemt haer krommehout en.
na der boogen wys gema ekt : zy gaen al
fpringende, z e g t l i y , op kr omme bei'deren
, der gedaente als boogen , en dus jagen
zy het Willi. En Guagnintu , fprekendc
van de g r o o t h e i t , mclt onder het
befchryvcn der Cetemijfen, dat deze Sleepfchoenen
zoo groot zijn , als de Ma n zelve,
d i e z e gebruiken. De die ik
b c z i t t e , zijn zes voet l a n g , van Eike n
houc gema ekt , wy t drie v i n g e r - b r e e t ,
doch inde midden weinig fma lde r , alwaer
van tienen voetvatzels zijn , daer zy de
voeten doorftekcn ; wezende het voorfte
van deze Natten weinig na om hoog geboogen
> als de fteven van ecn Schip . alwaer
een klein yzertje is dat dwars ftaet,
om het Sneeuw te klieven , en af te werpen
, achter zijn zy recht , en weinig
breeder, daer zy de Aerde of Sneeuw roeren.
Deze tuigcn zijn zeer l i cht , en worde n
zomryds beklecd met de ruige huid van
Rhce-dieren, aen de bovenfte zyde ügt in
de midden een ribbetje , en de kanten zijn
met Lywa e t belegt, en gegiert. Dus vcr
JVormius.
Dcinwoondcrs van Korea behelpenzich
ook met deze , of dicrgelijke Sneeuwfchoenen
, by de Wi n t e r .
In het No o r d e r uimerika gaet men in
de Sneeuw-tyd met breede Rake t t en onder
de voeten, door welkers middel fpoedige
voortgang kan worden gemaekt, niec
ongeüjk aen de Sneeuw-fchoenen , die in
I ' t Samojeden Land worden gebruikt.
L l l l l } B E.
1 • • ' T, 1)