4 »
T A U T
ftreepsgewys van boven na bcncden , met
aldcrhandc gevcrfde Zydc is iiitgenaeit j
dragende cen R o k o m ' r L i j f , o p d cDu i t -
fchc wyzc ; en miiilen die pas de Toonen
bcdckken , boven de enkclen gebenden ;
haer Hiiltzcl bcftaet in cen bindze l , een
handbrccd groot , dat zy voor ' t hooft
binden, en achter v a f tma k en, hangende
daeraen , by draedjes, alderhande Korae-
Icn , die omtrent de oogen los flingercn :
de zommige hebben bordjcs voor 'c hoof t ,
rwee fpan h o o g , dat met Zyde aerdig
en ^ierlijk is benaei t , en van Koraelen behangen
5 uitgaende bedekken zy her hooft
met een geftikte Neiisdoek. De dus genaemdc
Vßimfche Tar ter s , zoo wel als
hcc Biiskierfche V o l k , is ftrydbaer , zi t -
ten vaft te Paerd , voeren geen ander
gewecr als Py l en Boog , daer zy handig
mcde weten om te gacn t zy zijn fterk en
gi-oot van ftal, brecd van f chouwder s , laten
den baerd lang waflen j haer Wy n -
braeuwen zijn zoo ryk en fterk van haai r ,
dat veeltyds over de oogen hangen , ja
dwars over ' t voor-hooft fteken. Hi i n Ta c l
is byzonder , en word by de ^ißrakanfche
Ta r t e r s ten meefte verftaen j hcn Ge l o o f
is Hc idenf ch, doch de zommige hellen na
de We t van Mahomet, ' t geen haer door
de Crimfche Tar ter s toegebragt i s , met
Wien zy oiilinks groote gemeenfchap hadden
: tuiTchcn de oorfpronk van de R i -
vier Oby en Tobol , woonen Kalmakfch
Tar ter s , tot aen hct Me i r famfchoiva , j
daer veel hart Zout va l r , ' t geen de Kai- \
makken voorgeven , haers gebieds te z i jn:
hct Zout vind men daer op de Oever ¡eggen
, en word met houwelen gebroken, en
in de Vaer -ni igen geladen , diergelijk, als
o f het Y s wa s ; deze Vaer-tuigen Dofimc
i^i« gcna emt , die aldaer Jaer l i jks uit Hiu
land v y f en twintig o f dertig fterk komen,
brengcn gelci van v y f en twint ig honderd
ma n , in' tgeme en mede , en Valien zomlyds
tegen de Kalmakkfn fchermutzelingen
voor , die den afhael van hct Zout t rachten
te belctcen.
Aen de Vl i et Tum legt een Stedeken ,
Toereaan genacmt ; hier grenft het Kalmakr
fche Land van den Vnm Bufluckande Ingczetenen
aldaer , worden genacmt B.irabinß,
en ftrckken zieh van de Stad Tararn
•t Ooften , tot de Rivi c r Oby , de Rivi c r
Tom , en de Stad Tomskpy dit geweft ,
genaemt Kirrctbe., word Wi n t e r en Zomer
bereift, doch mecft des Wi n t e r s , om dat
men dan zieh hier over beft bediend, tot
¿c Reis m Siberien, te we t en, ovtrTomkoy
en fenefitskpy, wezcnde de Wint c r - r ei s
van de Oby , over Surgf» en Nanm , ondoenlijk.
Di t Vo l k Bz-rahfnß, is een aert
A R
van KalTnak_k,eti, bctalen Schat t ing aen zijn
Tzaer f che Ma j c i l e i t , cn aen den Kalmakfchen
Bufiickrichan o i Bnßiichan -, zy hebben
onder haer drie Opper -hoofden , o f
Taifihi, ahKarfa^aieii, Ba/kißh,cn Baiäuck-,
deze drie Heeren ontfangen de Schat t ing
van de Barrabwßers o f Barabinß, en brengcn
het behoorÜjkacndecl Karfagazj oÌ Karjagatcn
gcnaemt , na de Stad Tara-, de tweede,
te weten Baikißch, brengt zijn deel aen het
RuiTche Sict Telmba-y en Baiduck., brengt
zijn gedeelteacn het Kaflcel Knlemba, cn dat
alles in Pel terye: het is een boos en ftrydbaer
Volk ; z y woonen in houte Hi i i z e n ,
langen laeg by de Ac rdegebouwt , gebruiken
[ cenKac chc l s , maer Schoor fteenen, en als
let hout uit i sgcbrand, docn zy h c t R o o k -
gat toe , om zoo de wärmte binncns kamers
tebehoi iden. Z y woonen Dorps gewys , cn
hebben l i cht eHuizentot Zomc r , enzwacr -
der tot Wi n t e r gcbruik ; bebaenen het
L a n d , cn tcelen veci Häve r , Ga r f t , Ge e r f t ,
en Boekwei t ; Brood van R o g g e fmaekt
hun we l , doch können het niet verdragen
, cn walgt haer , maer Gar f t wecken
zy , en dan weder g edr o o g t , ftooten hcc
zoo lang tot dat de fchil daer a f ga e t , dan
droogen en bradenzydieui tgepc ldc Gar f t ,
in cen yzere Ke t e l , zeer he e t , ziilks dat
hart als een been word , ' t geen zy dan
zoo eeten : gebruiken mede Sar.mm tot
S p y s , dat is , de boi van geclc Lclicn ,
¡edroogt . gcftooten , en met Melk ge -
Lookt, ' t geen dan cen Pap word; maken
mede dcnfmakelijkcdrank iC«?»«, o fBr a n -
dewyn . van Paerde Melk ; drinkcn ook
iC. i r < iÄ, ^of zwa r t eThc e , di edc So c c h a r c n
hcn uit ShiA tocbrengcn : haer gcweer is
Pyl en B o o g : houden veel Ve e , als Paer -
den, Kamelen, Ko e y en, Schapen, doch
Varkcns eecen zy niet ; daer vallcn goede
Zobels cn Marter-dieren , Tnkhoorens en
Hermynen , ook VolTcn , Vuil-vraten ,
Mink en, cn Ot t e r s : hun Land ftrckt van
Tarn a f , tot de Oby en Tom , is ganfch
niet Be rgacht ig, maer vlak, bcwaiÌcn met
fchoone C e d e r , E i k e , Dc n n e , cn Bc r -
ke Boomen ; de BofTchcn zijn afgcdecld
door fchoone Rivi c r t j c s ; de klccding, zoo
der Mannen als Vrotiwcn , is na der Kal -
makfchen acrt ; houden zoo veci Vrouwen
als ze körnen voeden : een Afgoden beeld
dat zy eeren , en Saitan gcnaemt word ,
voeren zy met hun, wanneer op de J a c h t
uit gacn, ter Peltery vangft ; dit Be c ld is
uit hout gefnedcn, na de gedaente van een
Me n f c h , gekleed met Stoffe van veeldcrhandc
verw ; zy voeren hct in een Ka'^je ,
op een byzondere Siede , en als de vangft
gocd i s , befteken hct met alderhande Pel t -
werk , geven hct de befte phets in hct
G g g § 5 Hu i s ,
V ; ìli
<t
tf
f l -