
 
        
         
		voor  Renensis,  d.  i.  van  Rhenen. 
 Op  de  N°  12  Staat: 
 mon  i  aw s   | wrh  | .. hs'  | 
 Wat  N°  11  betreft,  aan  het  exemplaar  dezer munt  op  het  Leidsche  Penning-  
 kabinet  ontbreekt  een  stukje ;  dat  bij  wijlen  den  Heer  k e e r   weegt  0,485 ;  dat  
 in  onze  Verzameling  0,3  w. 
 Van  de  N°-  12  weegt  het  exemplaar  bij  den  Heer  m u n n i c k s   v a n   c l e e f f   
 0,36 ;  dat  in  het  Kabinet  van  wijlen  den  Heer  peer  0,33 ;  dat  bij  den  Heer  
 S t r i c k e r   0,32 ;  het  onze  0,3  w. ;  aan  dat  in  het  Leidsche Kabinet  ontbreekt  
 een  stukje. 
 Eindelijk  geven  wij  nog  op  Pl.  XXX  de  afbeelding  van  een  ons  later  geworden  
 halve  grootstuk  (?).  Op  de  vz.  ziet  men  een  gevoet  kruis  binnen  eenen  
 parelcirkel.  Omschrift : 
 >J.  RODOLP' - SPISCCOPIS (sic) n WRK. 
 Op  de  kz.  vertoont  zieh  de  Deventersche  arend. op  een  wapenschild  binnen  
 een  compartiment,  bestaande  uit  drie  halve  bogen  en  even  zoo  vele  zieh  daar  
 tusschen  bevindende  inspringende  driehoeken,  alles  binnen  eenen  parelrand.  
 Omschrift : 
 SROBSWH  . HOV2S » DKVoeOTSR. 
 Weegt  O',35  w.  en  bevindt  zieh  in  onze  Verzameling. 
 3 e.  De  M u n t e n   v a n   W a l r a v e n   v a n   M e u r s ,   g e s l a g e n   t u s s c h e n   
 1431  e n   1450. 
 Ons  zijn  slechts  twee  munten  van  dezen  Tegenbisschop  bekend  geworden,  
 één  gouden  en  één  zilveren. 
 De  gouden,  die  wij  op  Pl.  XXXI  lieten  afbeeiden,  is  door'  ons  ontdekt  op  
 pag.  1 9   van  het  ¡Supplement  der  Monnoy es  en  Or  du,  Cabinet  de  S,.  M.  I Empereur, 
   Vienne  1 7 6 9 . 
 Het  is  een  goudgulden,  geslagen  op  den  voet  en  naar  het  voorbeeld  der  guldens  
 van  de  Vorsten,  vooral  van  de  geestelijke  Vorsten,  längs  den  Rijn. 
 Op  de  vz.  vertoont  zieh  de  Heilige  Maarten  inet, . mijter  en  kromstaf;  de 
 regterhand  in  zegenende  houding.  Voor  hem  ziet  men  het  wapenschild  van  
 Meurs.  Omschrift : 
 S25KGWVS * * MaRrrirp * a p ' 
 De  kz.  bevat  het  gekwarteleerde  wapenschild  van  Meurs  en  het Sticht  binnen  
 eenen  parelcirkel. "  Omschrift : 
 «  MOßarPTS * W2ÎLR2Î' * D' * MR * a i l  * TR.  
 d.  i.  Moneta  Walravi  de  Morsia  electi  Trajeetensis :  Munt  van  Walraven  van  
 Meurs,  gekozen  Bisschop  van  Utrecht. 
 In  1769  bevond  zieh  dan  het  eenig  meer  bekende  exemplaar  in het Keizerlijk  
 Kabinet  te  Weenen,  waar  het  dus  hoogstwaarschijnlijk  alsnog  te  zien  is. 
 De  eenige  zilveren  munt  van  onzen  Tegenbisschop  is  een groot,  geslagen naar  
 de  type  der  grooten  van-de  Vorsten  längs  den  Rijn,  bijzonder. van  de  Aartsbis-  
 schoppen  van  Keulen. 
 Binnen  eenen  dusgenaamden  Gothisehen  zetel  ziet  men  den  Apostel Petrus  
 met  den  sleutel  in  de  eene  en  eenen  kruisschepter  in  de  andere hand ; hebbende  
 voor  zieh  het  wapenschild  van  Meurs.  Het  omschrift  is: 
 W2ÎL'  D'  MR  |  SLSeC'  WR7Ï' 
 Op  de  kz:  bevinden  zieh- binnen  het  reeds  herhaalde malen  vermelde  compartiment  
 van  drie  bogen  en  even  zoo  vele  driehoeken :  I e het  groote gekwarteleerde  
 wapenschild  van  het  Sticht  en Meurs ;  2e  drie  kleinere  in  de  drie  insprin'gende  
 hoeken:  a.  het  Sticht;  b.  Meurs;  c.  Baden  (?). 
 Het  omschrift  is: 
 #pec' * via'  |  # p a ' * r sg '  |  # p a ' . hk 
 d.  i.  Christus  vincit,  Christus  regnat,  Christus  Imperat. 
 Wij  kennen-  de  munt  alleen  in  de  Verzameling  van  den  Heer  s t r i c k e r ,   
 wegende  daar  1,7  w. 
 Hervatten  wij  thans  den  draad  van  ons  geschiedkundig  overzigt  der Utrecht-  
 sche  Bisschoppen. 
 Na  den  dood  van  Rudolf van  Diepholt  ontbood  de  Utrechtsche  Geestelijkheid  
 den  Domproost  Gijsbrecht  van  Brederode,  uit  het  aloud  Hollandsch  heerlijk 
 24