Artois, 1 8 6 .
Atrecht of Arras (Bisschop van), 187.
A sch v an W ijc k (H. M. A. J. van) , Gesch.
beschouwing van het onde handelsverleer
der Stad Utrecht, 3; Geschiedenis van
den driejarigen Oorlog van Maximiliaan
teyen Utrecht, 197 ; Beschrijving van het
kasteel Borst, 828.
A sch van W ijc k (A. M. C. v an ) , Archief
voor Kerk. en Wer. Geschiedenis, 257 noot.
Assaigier, 241.
Atlas van L e l ew e l , 26.
AYDYLEYS FRISIA. Opschrift op een
Triens solidi, 2.
Australie, 2 1 2 .
2CVG. Opschrift op eene munt, 72.
Avesnes ( J a n van), Graaf van Henegouwen,
91; Guy van —, Bisschop Van Utrecht,
93—96.
Avignon, 1 0 3 .
A yta (W ig l e v an ) v an Zw ic h em , 2 6 4 .
B.
Baardse, 288.
Baarn in 1482 verbrand,. 195.
BACYLYS. Opschrift op overoude mhnten,
27.
Baden (Groothertogdom), 228 noot.
B a l d e r ik (De Edelman) begiftigt in 8 5 0
het Sticht van Utrecht, 1 0
B a l d e r ik (De Utrechtsche Bisschop), 1 3 ;
vòoiziet Utrecht in de 10e eeuw van mu-
ren, pòorten en torens, aldaar; was een
goed soldaat, aldaar; een muntje dat dien
naam draagt, 3 2 4 .
Balderiicstoren, 826.
B a ld u in u s . Zie B o u d ew i jn .
B alfooRt (W e rk je s des H e e r e n ), 1 4 2 .
Balh (Groene) op het Groningsche wapen-
schild, 138.
Ban (Kerkelijke) bedreigd, 46.
Band (Geschakeerde) in een wapenschild, 203;
banden of halken in een wapenschild, 137.
Sanier op de poorten, 172.
Bannelingen, wanneer weder toégelaten, 802
noot.
Banvonnis, 89.
B ardo , Archicapellanus, 28, 24.
Barensteel, 223.
Barneveld, 195.
Bastaarden (Veertien) van E il ip s van Botir-
gondie of den Goeden, 189 noot.
Bastaardij (Teeken van) in deheraldie, 203.
Bastoen (Blanchen mitten) of barensteel, 864.
Batenburgsche munten, 299.
B avo (D ir k ) , Leenman van Utrecht, 19.
Bazel, 236; braeteaat van —, 29, 327.
Beaumont ( J an van), 1 0 5 .
B eck er (Kabinet van wijlen den Heer), 41,
228.
Bedelaar op munten, 817.
Beden der Geestelijkheid (10% van de), 175.
Bedevaart, 32.
B e e la e r t s (Kabinet van den Heer), 28,
35, 55, 75, 85, 112, 113, 114, 124,
155, enz.
Beeldenstorm (De), 268.
Beijeren (H en d r ik van), Bisschop van
Utrecht, 1524—1528, 251.
Beka, 10; Beka en Heda (dwalingen van),'
7. Zie verder Heda.
Bekien (Een) in iedere straat, 176. ~
BSRSDiGrn * av i % veimm *m *
EOiRiKe: * dosdixh, iss.
B en ed ic tu s XII (Paus), 103.
Bentheim (Graaf van), 45; het Slot —,46.
Bercksche groten, 297; Ghulixsche, Cleef-
sche en Marcsche dito, 299.
Berg (Willem, Graaf van den), 270.
Bergen (De Ridder Jan van), 192.
Bergen op Zoom, 192.
B e r g h (Mr. L. P h . C. van d en ). Zijn
oordeel over de Commemoratio, enz., 12;
zijn Handboek der Middeleeuwsche Geographie,
12.
Berlijn, 230.
Bernen (penningen), 365.
BERNOYDYS. Opschrift op munten, 24.
B e r n u l f of B ern o ld u s , Pastoor van Oos-
terbeek, tot Bisschop van Utrecht geko-
zen, regeert van 1027(F)—1054; zijne
munten, 24—30.
Beschermer van het Sticht (M a x im il ia a n
aangesteld tot), 197.
Betuwe (Be), 171; landgoederen in de —
onder W il l e b r o rd aan de Utrechtsche
kerk geschonken, 6.
BibUotheek der stad Utrecht, 285 noot.
Biblioiheek van Theol. letterku/nde. Zie
T IDEM AN.
Bierum in Groningen, geboorteplaats van
Bisschop H e r b e r t , 46.
Bijbel (De) op eene munt , 52.
Bijd/ragen voor Vaderl. Geschied- en Oudr
heidkunde (N u h o f f ) , 28.
jBijslag en teeken op munten, 152.
Bijslagen (Quade) van munt, d. i. naboot-
singen, 298.
Bijteeken op eene munt, 291, noot 4.
Bisdommen (Nieuwe) in Nederland, 266.
Bisschop onder de Friezen (De eerste), 2.
Bisschopsstoelen (Duitsche) uit Nederland
vervuld, 8.
B it t e r , van Raesfeld in Westphalen, 142.
Bladsieraden op eene munt, 114.
Blaeu leijen, onzekere muntsoort, 308, 868.
Blaffaerde, thans onbekende muntsoort, 293.
B Ii 12. Opschrift op munten, 166.
B la n c ( le) , Mönnoyes de France, 285.
Blancken (Ilasselsche), 168.
Blanken (Geconierfeite penning en van drie),
376.
Blankenheim, vlek aan den IJssel, 166.
Blätter fü r Münzkunde. Zie. G r o t e .
Blije (P), 150.
Bloed/plakaten, 268.
B loemen stey ne ( J oha n v an ) , 122.
Blokhuis te Yreeswijk, 253.
BRDIGWV : Siut : UOKIQ, enz. Komt
het eerst voor op munten van de 14®
eeuw en in Utrecht onder J a n van Arkel,
112. Bod of boot op een heim , 123.
Bode (Een Stads) van Zwol, 163; een rij-
dende —, aldaar.
Bodegraven (Markgraafschap), 19; door het
Sticht in leen aan Holland afgestaan, 20.
Boerdiep (Slag aan het) , 6.
Boeten, breuken en schattingen (Yrijdom
.van).,. ' door dén Keizer aan de inwoners
van het Sticht geschonken, 9.
B o lh ü is (Dr. J. H. van) , 328, 329, 342.
Bollandisten (De), 7.
Bolletjes op munten, 2.8.
Bolswa/rd (Munten van), 348 noot.
Bomel (De villa)-, 17. Zie verder Zalt-
Bommel.
Bommelaers, muntsoort, 861 en aldaar noot,
363, 367; halve dito, 363, 367. .
Bond, verkeerde uitdrukking, 267 noot.
B ond a m , Charterboek van Gelderla/nd, 17
noot, 18 noot.
B o n ifa c iu s liever Zendeling dan Bisschop,
2; twist met den Keulschen Aartsbis^
schop, 4.
B o n ifa c iu s YUJ (Paus), 92.
B o n ifa c iu s IX (Paus), 142.
B oon za jer (Kabinet van den Heer), 141,
43, 55, 56, 60, 75, 112, 189, enz.
Borgen voor de Muni, 337.
Borselen (A d r ia a n van), bevelhebber van
het leger van E il if s van Bourgondié, 188.
Borstbeeld van een Bisschop, 33.
Bosch (Het Haagsche), 255.
B o s sc h a e r t s , 7.
B ossche (H e rm a n t e n ) ö f t e n B u ssg h e ,
Waardijn, 245.
Bossu (De Graaf van), 269, 270.
Botdragers of Boddragers, muntsoort , 123.
Botgens, muntsoort, 308.
Botken of VI deutken, muntsoort, 164.
B o u d ew i jn I , Bisschop van Utrecht (van
989—994), 17; geene munten van hem
bekend, 55.
B oud ew ijn XI van Holland (De Utrechtsche
Bisschop), 1178—1196, 54.
B o u d ew i jn van Bourgondié, 235.
B o u d ew i jn Y, Graaf van Ylaanderen, 32.
Bourgoensche gülden penni/nghe, 289.
Bourgondié (E il ip s van) of de Goede, 189;
de Admiraal E il ip s van —, 235; D a vid
van —, 186; wapen van - r , 203, enz.
Zie verder op D a v id .
Bov/rgondische Baalder, 281; halve dito,
aldaar; vierde dito, 282.