
 
        
         
		Strampraide  te  geven  plach  van  den  silver.  In oirkonde des  soe  hebbe  lk  mijnen  segel 
 hyer  an  gehangen.  Gegeven  nt  snpr. 
 (NB.  ter  zijde  staat:  ^ber  Officiatorum,  als  voren,  pag.  3. 
 «Nota,  deze  brief is tot  
 Deventer in der Cleickén  ........  . 
 kiste*  (í); 
 Wy  Erederio  etc.  maken  kont  alien., lnden,  want  wy Adriaen  Peter  Schartssoen  onsen  
 muntmeister  gemaeet  hebben  binnen  onser  stat van Deventer  dese  drie  jair  lang  neest  ko  
 mende t'e munten  als  die  brieve  dat  begripen  die wy  dair  van  gegeven  hebben.  Soe  bekennen  
 wy  dat wy  onser  stat van  Deventer  toegeseecht  hebben  nérgent  anders  doin  te munten  
 bynnen  onsen  gestichte  dese  drie  jair  lang. Ende weert  oick  dat u n s e   Muntmeister unse 
 munt  stain  liet  ende  niet munten wn  wolde,  soe bekennen wy me.de  dat wy  dan oick anders 
 nergent  en  sullen  doin munten  dese  drie jair  lang  noch  nyement  unsen  mnntmeester weder  
 te  setten  hy  en munte  die  drie jair Voirt  wt  bynnen  onse  stat van  Deventer,  Ende alsulken  
 '  penning  beide  van  golde  ende  van  silver  in  allen manieren  als  de brieven  begripen  die hy  
 nu  van  unser  munte  heeft.  In  oirkonde  etc.  GegevÄ  ut  sup. 
 Liber  Officiatorum,  als  vören,  pag.  Sa. 
 Nota.  Mijn  here  heeft  sjjnre stat  van  Deventer  hier  en  boven  toegeseecht  off dat  sake 
 waer  dat  hy  tendens  desen  drien jaeren  anders  ergent wolde  doin  munten,  dat  hy  dan  den 
 penning  den  hy  doet  munten  alsulken  bislacb  ende  teiken  sali  doin  genen,  dat men  den 
 bescbeidelic  kennen  moig  voir  desen  penning,  den  men  nn  gemunt  heeft.  Dit  is  hem 
 buten  brieven  toegeseecht  etc.  ■  ■  „ 
 ^   Liber  Officiatorum,  ale  voren,  pag.  3“. 
 Doorgehaald  is in gemeld Liber Officiatorum ffic.  fol. 4  de zelfde belofte, waarbij  
 de  Bisschop  zieh jegens  de  stad Deventer  verbindt  om  gedurende  gemelde  drie  
 jaren  der  Commissie  van  Schaertszoon  nergens  eider?  te  laten  munten,  al  ware  
 het  ook,  dat  de  Muntmeester  geen  gebruik  van  de  hem  verleende  vergun-  
 ning  maakte. 
 (1)  Eene  aanteekening  op  de  stukken  uit  dezen  tijd,  dat  zij  te  Deventer,  Zwolle,  
 Utrecht,  enz.  «in  der  Stadt  kiste,,  of  te  Vollenhove, Wijk  bij  Dnnrstede,  enz.  «op  
 het  Slot,  gevonden  worden,  geldt  natunrlijk  tegenwoordig  niet  meet.  Dé  Utrechtsche  
 Bisschoppen  bewaarden  op  al  die  plaatsen  hnnne  arebieven  en  bezigden  veiligheidshalve,  
 naar  het  schijnt,  alleen  de  afschriften  in  Eegisters  gemaakt. 
 Of  de  in  1415  aangestelde,  zoo  even  vermelde,  Muntmeester  op  Hemel -  
 vaartsdag  van  bet  volgende  jäar  het  tijdelijke  reeds  met  het  eeuwige  verwisseld  
 had,  of  wel'dat  hij  afstand  van  zijnen  post  had  gedaan;  dit  Staat  vast,  dat  
 zekere  Johan  den  Vriesen,  of  Jan  uit  Friesland,  op  gemelden  Hemelvaartsdag,  
 bij  brief  gegeven  te  Vollenhove,  door  den  Bisschop  werd  aangesteld  [alleen  
 spreekt  hij  daarbij  van  overleg  met  zijnen  Baad,  niet,  gelijk  in  den  vorigen  
 brief,  met  de  Jioofdsteden  van  Overijssei]  om  zijn Muntmeester  te  zijn te Hasselt  
 of  in  eenige  andere  stad  of  eenig  ander  slot,  aan  ’sBisschops  gezag  onderwor-  
 pen,  waar  bet  hem  zoude  goeddunken,  zullende  hij  mögen  vervaardigen: 
 Bubbele  grooten  van  3  penn.  20  grein  Kon.  zilv.  in-gehalte,  2  grein  onder  
 *  of boven  in  de  remedie  en  van  68  stuks in het Trooische mark;  12  daarvan  
 zouden  voor  eenen  gulden  gaan. 
 Men  ziet  hier  dus  eene  groote  afwijking  van  de  vorige Muntordonnantie; toen  
 was  het  gehalte  6  penn.;  thans  nog  geene  4;  toen  moesten  er  96  uit  een mark  
 geslagen worden;  thans  slechts  68.  De muntstukken  waren  dus zwaarder,  doch  
 het  gehalte  50%, minder. 
 Onze  lezers  zullen  straks,  bij  de  stuksgewijze  beschrijving  der  dubbele grooten  
 van  Deventer,  van  Hasselt  en.van  Bienen,  zien,  dat  er  onderling weinig  ver-  
 schil  in  het  gewigt  dezer  nog  bestaande  munten  te  bespeuren  is. 
 De  Muntmeester  Jan  de  Vries  mögt  verder  maken  of doen maken grooten,  
 halve  grooten,  vierendeelen  en  achtendeelen.  Deze  zouden  alleen  een gehalte van  
 3  penn.  Kon.  zilv.  hebben  of  ongeveer  slechts  1/i  zuiver  zilver  bevatten,  enz.;  
 doch  deelen  wij  liever  het  geheele  stuk  mede: 
 COPIJ  VAN  DER  MUNTEN  TOT  HASSELT. 
 Johan  den  Vriesen. 
 Wv  frederic,  bider  genaden  goits  Bisscop  to  vtrecht, maken  kont  allen  luden  Fol.  s  door- 
 '  .  gehaald. ende bekennen  mit  desen  apenen  brieue.,  dat wy  mit  raide en  goetduncken  onser  
 vriende  uan  onsen  raide,  öme  gemeynen  oirber  eE  nulticheit.onss  lants  en  onser  
 lude,  dair  ynne  bedacht  en  angesien  gemaeet  en geset  hebbe  Johan  den Vriesen  
 onsen  muntmeister,  den  wy  gegeuen  hebben  en  ghenen  volcomene  macht  en  
 gheorlofft,  drie  Jair laDg  nae  den  anderen  uolgende  nae. dat. des brieffs te maken 
 20