
 
        
         
		Het  omschrift  luidt: 
 MORSIB  |  E   ROVE  I  RISRI  1 ©RSIS. 
 Weegt  1,4  w.  in  de  Verzameling  van  Schrijver  dezes. 
 In  geene  Verzameling  zijn  ons  exemplaren  van  Rhenensche  halve,  noch  van  
 vierde  grooten,  voorgekomen,  zoodat  wij,  mede  bij  ontstentenis  van  Muntbrie-  
 ven  daaromtrent,  het  er  voor  meenen  te  mögen  houden,  dat  zij  niet  bestaan  
 hebben,  of,  zoo  al,  dat  er  zeer  weinige  zijn  gemunt  geworden. 
 Frederik van  Blankenheim  behoort  onder  die  Bisschoppen,  die  weinig  of niet  
 te Utrecht  hebben  laten munten ;  iets  waarvoor  trouwens  nog  al redenen kunnen  
 gevonden  worden ;  en  die  binnen  Utrecht  geslagene munten  zijn  dan  nog  zeer  
 schaars  te  vinden,  zoodat  haar  aantal  mede  niet  zoo  groot  als  die  van  Deventer  
 en  Hasselt,  onder  anderen,  blijkt  geweest  te  zijn.  Die  van Rhenen  zijn  mede  
 niet  talrijk. 
 De  kromstaart  of  dubbele  groot,  welke  onze  Bisschop  te Utrecht  heeft  laten  
 vervaardigen  en  welke wij  volgens  het  eenige  daarvan  meer  bekende  exemplaar,  
 eerst  laat  door  ons  ontdekt,  hebben  laten  afbeelden,  ziet  men  op  Pl.  XXX  
 onder  N°  2  van  de  vóórlaatste  rij. 
 Op  de  vz.  vertoont  zieh  do  staunde  leeuw  met  kromme  siaart ,  hoedanige  den  
 naam  aan  de  muntsoort  gegeven  heeft.  Op  den  schoft  heeft  hij,  in  navolging  
 der Vlaamsche  kromstaarten  (later  ook  der  Hollandsche  van  Filips  den Goeden),  
 een  wapenschild,  thans  dat  van  het  Sticht.  Omschrift: 
 ’  >5«  F R S D S R ia v s  s sp e c  s m R E ie e cm e u s is . 
 Op  de  kz.  scheidt  een  gevoet  kruis  het  veld  der  munt  in  vier  doelon.  Tus-  
 schen  de  beenen  vertoonen  zieh  de  letters: 
 B  li  E   R. 
 De  eerste  van  het  woord  Blankenheim  (1). 
 •  In  den  rand  leest  men: 
 *   ÍRORS  I  T E  i ROV  I  E  1 SPCC ¡ IB  |  RElSUm.  . 
 (1)  Blankenheim,  aan  den  IJssel  gelegen, bezat  een  Slot,  dat,  volgens  b u t  k e n s  ,  Trophées  
 du  Brabant,  pag.  327,  eertijds  een  leen  van  Braband  was.  Deszelfs  wapen  is  een  
 zwarte  leeuw  met  een  rood  lambel  van  drie  afbangende  stukken  op  een  gouden  grond. 
 Z.  weegt  3,6  w.  in  de  Verzamelipg  van  Professor  s e r r u r e . 
 N°  24,  op  PI.  XIV,  heeft  op  voor-  en  keerzijden  de  zelfde  type  als  de  vorige  
 munt;  haar  gewigt  is  ongeveer  Iff  van  deze.  Wanneer  het  gehalte  dus  
 gelijk  staat  (iets  waarover  wij  niet  kunnen  oordeelen),  zoude  de  tegenwoordige  
 munt  een  derde  deel  der  vorige  kunnen  zijn.  Het  omschrift  is  op  de  vz.: 
 .3*  p r s d s r ic c v s  s ©pa % WREisamsns 
 en  op  de  kz.  (tusschen  de  beenen  van  het  kruis  weder  BliER'): 
 ►I-.  SRORS  |  IB S ROV  |  ©PGC  j  . . .   |  ISfllB. 
 Wij  vonden  deze  munt  slechts  in  3  exemplaren,  te  weten  bij  den  Kolonel  
 de  r o i j e   (1,1  w.);  bij  den  Heer  s t r i c k e r   (1,3  w.),  en  in  onze  Verzameling  
 (1,3  w.).  .  ■  ■  •  ■  | 
 Op  PI.  XV  geven  wij  onder  N°  25  en  26  nog  een  tweetal munten,  die  in  
 type  van  de  vroeger  beschrevene,  hoewel  niet  aanmerkelijk,  afwijkt. 
 Zoo  zoude  N°  25  wel  een  |§   kromstaart  kunnen  zijn.  De  munt  heeft  op  de  
 vz.  binnen  eenen  parelrand  alleen  het kruis  van  het  Sticht  en  daarop  als mrtout  
 een  schildje  met  een  leeuw  daarin.  Omschrift: 
 >J<  FRSDSRia S © p a  S IBREISaiB. 
 Het  veld  der  kz.  wordt  door  een  gevoet  kruis  in  vier  deelen  gedeeld.  Tusschen  
 deszelfs  beenen  vertoonen  zieh  de  letters: 
 B  U  E   R' 
 In  den  rand  staat: 
 MOR  |  ©THE  |  ROVE  |  IBISCC  (sic). 
 Weegt  0,4  w.  en  bevindt  zieh'in  het  Kabinet  van  den  Kolonel  d e   r o i j e . 
 Van  de  N°  26  is  ons  sleehts  een  exemplaar  voorgekomen.  Van  daar  dat wij  
 geene  betere  afbeelding  konden  leveren. 
 De  vz.  heeft  de  type  der  boven  onder  de  Deventersche,  Hasseltsche  en  Rhenensche  
 munten  van  onzen  Bisschop  beschrevene  dubbele,  enkele,  halve  en  
 vierde  grooten.  Van  het  omschrift  is  alleen  leesbaar: 
 PRSDSR      REI© 
 De  kz.  vertoont  een  gevoet  kruis,  tusschen  welks  beenen  vier  naar  elkander  
 gekeerde  leeuwen,  terwijl  op  een  hartsChild  een  dubbele  arend  te  zien  is ,  alles