
 
        
         
		R E G I S T E R . 
 A. 
 2C  en  ii  op  munten  (De  letters),  28. 
 A a l b r e c h t  van Beijeren  (Hertog), 119;  in  
 twist met het Sticht,  128,  129;  komt te  
 Utrecht,  142;  trekt  op  tegen  de Eriezen,  
 148;  voetdragers  van  dezen Hertog,  164. 
 Aalmoezen  (Muntjes  bestemd  tot  het  geven  
 van),  815  noot  1. 
 Aanbesteding  van  munten,  344. 
 Aanvang  des jaars  met  Kersmis,  in  3810  
 bepaald,  niet  meer  met  Paschen,  95. 
 A a b e   (De  Utrechtsche Bisschop  D i r k   v a n   
 d e r ) ,   57. 
 A ä-RNOBd   van Amstel.  Zie  Amstel. 
 A a r n o u d   van  Gelre (Hertog),  171,  172. 
 A a r n o u d   van  Isembnrg,  56. 
 A a r n o u d   van Kleef (Graaf),  4 7 . 
 Aartsbisschop  onder  de  Friezen  (W i l l e -  
 b r o r d ) ,   2 . 
 Aartsbisschop  van  Keulen,  80. 
 Aartsdiahen,  81. 
 Abdij  van  Utrecht,  7. 
 Abdij  van  St.  Paulus,  273. 
 Abdijherh  van  Egmond,  in  1143  ingewijd,  
 46. 
 Abhoude  (Het  Slot van),  86;  Z w e d e r   v a n   
 G a a s b e e k  ,  Heer  van  —,  128;  Heer  
 G i j s b b e c h t   van —,  135. 
 Abtstede  bij  Utrecht,  44. 
 Achterleen  (De  Veluwe  aan  Gelderland  ge-  
 geven  in),  53. 
 Achtste groot  of  dusgenaamde Hollandsche,  
 179. 
 Ajda  van  Holland,  59. 
 Adaldagus,  Notarius  van  Keizer  Otto  I,  
 14. 
 Adelbertsputje {St.) te Egmond, 71, 72, 312. 
 A d e l b o l d   (De Utrechtsche Bisschop),  van  
 1010(?)—1028(F),  19,  20,  327. 
 Admiraal (De) E i l i p s   van Bourgondie,  235. 
 A d o l f   van  Gelre,  zoon  van  Hertog  A a r n 
 o u d ,   .190  noot. 
 A d o l f   van  JValdeh,  93. 
 Ajd r ia a n   VI  (Paus),  236. 
 A d r ia e n   ( P e t e r   S c h a e r t s s o e n ) ,  Munt-  
 meester,  145,  148,  149. 
 Aemt  of Arend,  201. 
 A e r n t   P r a n k e n s z . ,  839,  340. 
 Aflaat  prediken,  91. 
 A f s t e m   (W o l f g a n g   v o n ) ,   256  noot. 
 Afscheidi/ngsteeJcens,  278. 
 A g n e s   (De  Keizerin),  gemalim  van  H e n d 
 r ik   m ,   2 8 . 
 Aignels, welke muntsoort,  288  noot. 
 A k e n   (Mevrouw  v a n )  te Gorinchem,  55. 
 A l b e r ik   (of A l b e r t ) , Bisschop van Utrecht  
 van  776—781,  8. 
 A l b e r t   van  Salesen,  Landvoogd  over  de  
 Nederlanden,  197; zijne munten  vermeld,  
 aldaar. 
 A l b r e c h t   van  Hoei,  168. 
 Albus  of  with,  201. 
 A l c ü in u s ,  2 . 
 A l f e r   van  Montfofde,  121. 
 A l f r ik   (De  Utrechtsche  Bisschop)  in  de  
 9®. eeuw,  9,  10. 
 Allmaar, 271;  Bisschop W i l l e m   v a n  P o n t   
 aldaar  in  1070  belegerd,  32; —  271. 
 Allerheiligenvloed {Be),  270. 
 Almanah.  Zie  Ov'erijsselsche  Alma/nah. 
 Almelo  (De  Heer  van),  119. 
 Almere  of  de  Zuiderzee,  16. 
 A l p h o n s u s ,  Koning  van  Arragon,  begünstigt  
 D a v id ,  van  Bourgondie  te  Borne, 
 187.  . 
 A l u b e r t ,  Chor-Episcopus  te Utrecht,  7. 
 Alva  (de  Hertog  van) ,  269. 
 Ambacht  van  U tr e ch t,  100. 
 Amelande,  d.  i,  Hameland,  24. 
 Amerongen  {Dijk  van)  tot  Schoonhoven,  78. 
 A m e r o n g e n   ( J a n   v a n ) ,  Schout van Utrecht,  
 gepijnigd,  191,  192.  * 
 Amersfoort,  sluit  een  verdrag met  de  Ken-  
 nemers,  86;  munt  aldaar  vervaardigd,  
 108,  126;  onderwerpt  zieh  aan  J a n   v a n   
 V e r n e n b u r g ,  1L8;  bezegelt  mede  een  
 door  den Bisschop gesloten verbond,  143 ;  
 verbindt zieh met den Hollandschen Graaf,  •  
 144;  door  Z w e d e r   van  Kuilenburg  be-  
 dwongen ,169;  diens verblijf aldaar ,170;  
 de  aanhangers  van  R u d o l f   van  Biepholt  
 wijken  derwaarts,  186;  hoüdt  de  partij  
 van  D a v id   van Bourgondie,  188 ;  opent  
 hare poorten  vöor E i l i p s   van Bourgondie,  
 aldaar;  door de benden van K a r e l  V   ver» 
 -  overd,  254;  later  door  M a a r t e n   v a n   
 R o ss em .,  263;  koopt  de  plundering  af,  
 aldaar;  de  stad  door  A l b a   vervallen ver-  
 klaard  van  het  regt om  ter Staatsvergade-  
 ring  te  verschijnen,  269;  door  W i l l e m   
 v a n   d e n   B e r g   ingenomen,  270. 
 Amptluden,  150,  154. 
 Amstel  (Slot  van),  59;  A a r n o u d   van ^-r^  
 88;  wanneer — van  het  Sticht  aan  Holland  
 gekömen,  89; Bisschop W i l l e m  doet  
 een  inval  in  het  land  van — 92;  tijde-  
 • lijk weder  aan  Utrecht  geweest,  komt —  
 weder  aan  Holland,  96;  de Heer  van —  
 aan  Utrecht  te  hulp  gezonden,  98.. 
 Amsteldijlc,  147. 
 Amstelland,  59. 
 AmsteVredamme,  88,  89;  Amsterdam  om- 
 .  streeks  1300  van  Keuren.en,Privilegien  
 voorzien,  96. 
 Analecta  van  D ü m b a r ,  168;  van  M a t -  
 t h a e ü s ,  127,  300. 
 A n d r i e s   van KuiJe,  Bisschop van Utrecht,  
 44,  45,  328. 
 Andriesgulden  {Smt),  199 ,  200. 
 Ane  (Het  gehucht),  66. 
 Angeloyten of Angelotten,  200. 
 A n n a ,  Bastaarde  van  Bourgondie,  Vrouw  
 van  Bavestein,  235. 
 Annaat  van  4000  dukaten,  187. 
 Annales  Metenses,  2. 
 A n s f r id ,  Bisschop van Utrecht (994—1008  
 of  1010?),  17,  18,  326., 
 Antwerpen,  79;  Muntmeester  van —•,  311;  
 munt  ten  behoeve  ter  stad  Utrecht,  aldaar; 
   klooster  te |§ f c   42;  Bisdom  
 van —m  5. 
 Appingedam  (Beleg  van) ,  225. 
 Archief voor  KerJcelijke  Geschiedenis.  Zie  
 K i s t .  Stedelijk  Archief  van  Deventer,  
 138;  van  Utrecht,  323. 
 Archivaris  van  Utrecht.  Zie  V e r m e u l e n . 
 Arend*(De),  wapenschild  van Deventer,  57. 
 A r e n d   van  Strampraide,  151. 
 A r e n d ,  Alg.  Gesch.  des  Faderlands,  194  
 noot,  195,  196,  235,  236,  237. 
 Arensberg  (H e r m a n ,  Heer  van),  44. 
 Ar hei,  heette  in  998  villa  Arclo,  18;  het 
 ,  huis  —  vermeid,  59;  een  Heer  van —  
 gesneuveld,  66;  J a n   van  -r—,  Kanunnik  
 te Utrecht,  103;  tot Bisschop van Utrecht  
 gekozen,  aldaar;  de  A r k e l s   de  stoutste  
 onder  den Hollandschen Adel, 104; R o b -  
 b e r t   van — Heer  van  Asperen,  105;  
 O t t o   van  —,  135; Gorinchem  de hoofd-  
 plaats  van  het landje,  143;.  J a n   van—,  
 aldaar. 
 Arnhem  (Goederen  omstreeks)  gelegen  aan 
 h e t   S t i c h t   g e s c h o n k e n ,   10. 
 Arnhemsche  guldens.  Zie  Gulden. , 
 A r n o l d  van Boome, Bisschop van Utrecht ,  
 1371—1379,  110. 
 Arnoldusgulden,  200.  Zie  verder  Gulden.