eene kweekschöbl voot zendelingen. Hij lokte n&ar haar jon-gelingen uit alte
oorden, zoowel uit Frankrijk, Engeland, Duitschland, vooral Bäjeien en Zwa-
ben , als uit het nieuw bekeerde Friesland en1 een deel van Sa'ksen. Niet langer
behoefden dus Engeland of Ierland hunne kloosters te ontsluiten, om de zen>
delingeh herwaarts te zenden. Nederland zelf kweebte ze in eigen boezem. Uit
deze school kwamen vele, Voör dien tijd bekwame, ja groöte mannen voort,
ook de zoodanigen, die later de nieuw gestiebte Duitsche Bisschops-stoefem
vervulden.
Gregorius overleed in Augustus 776 (of, volgehs anderen, in 780) in bijna
70jarigen ouderdom en werd in de St. Salvatorskerk te Utrecht begeave® (1).
Alberik (Albert), geroemd als een voorzigtig en wijs man, die Gregorius in
zijnen oiiderddm ijverig belmlpzaam was geweest, werd met algemeene stemmen
tot drens opvolger gekozen, Waarna hij te Kettle* als Bisschdp werd gewijd.
Door die wijding te Keulen bleek het, dat de Friesche kerk thans als Dioeeesaan
Bisdom onder de Metropolis of Moederkerk van Keulen geplaatst was.-
Utrecht zal dus riu, voor de eerste maal ha Willebrord , weder een vasten
Bisschop. ontvängen hebbeü, en de stoel, die gedurende vele jaren <739—776)
open had gestaan, weder regelmalig bezet zijn geworden.
Nadat Alberik, eervol in de voetstappen van Gregörius tredende, rijn Bisdom
van 776 tot 78'1 waärdig bestuurd en het tijderlijke met het eeuwige verwisseld
had , bekleedde hä hem de eerste inlander of Fries', Theodaard of Tjaard, den
Bisschoppelijken zetel, en wel van 784 tot 790. Buiten twijfehwas hij een
kweekeling der Utrechtscbe school, waar hij uitmuntende vbidetingen had ge-
maakt. Zijne ervaring in de H. Schrift en zijne overtuigende prediking des
Evangehes werden zeer geroemd.
Hamokar of Harmokar was zijn opvolger. Deze was vrbeger Kanunnik der
St. Maartenskerk te Utrecht, en wordt door ubbo emmius en anderen een Fries
genoemd. Hamokar beleefde, even als Theodaard, den tijd , waann-geheel
Friesland tot het Christendom overging, en was Bisschop van 79Ö tot 806.
(1) Botaards t. a. p. bl. 274, 275, die in eene noot zegt, dat ’s mans gebeente in
1421 uit het graf geligt en in eene honten kist geplaatst Werd.
Door de overwinningen van Karel den Grooten werd hem de gelegenheid gege-
ven om al zijne zorg aan de belangen der Friesche kerk te kunnen wijden.
Na den dood van Hamokar besteeg ¡Rixfrid, mede een Fries, den Bisschop-
pelijken zetel, dien hij echter slechts 6 jaren, anderen zeggen tot in 8 2 5 , be-
kleedde. Men vindt aangeteekend, dät Keizer Lodewijk de Vroome in den tijd
van dezen Bisschop de Utrechtsche kerk in de reeds door haar verkregene voor-
regten heeft bevestigd en haar, daarenboven, de tienden van alle Koninklijke
mkomsten in het . Sticht heeft geschonken, terwijl hij verder alle ingezetenen,
die onder ’s Bisschops opzigt of bescherming stonden, met name de kooplieden
der toen zoo bijzonder bloeijende handelstad Duurstede, van alle boeten, breu-
ken en schattingen vrij verklaarde (1).
Onder1’s Bisschops bestuur werden'er, onder anderen, reeds tollen geheven te
Duurstede en Nijmegen, hetgeen daaruit blijkt, dat de Abdij van St. Germain
daarvan vrij verklaard werd .(2)]'»
Frederik, mede een Fries, en, gelijk sommigen willen, zoon eener dochter
van Koning Radbod, werd hierna Bisschop. Hij was door Rixfrid onderwezen,
werd op aanbeveling van Keizer Lodewijk tot diens opvolger gekozen, en bekleedde
zijne waardigheid, naar men meenty van 884 tot 836. Door den Keizer vermaand
om .zijn Bisdom te zuiveren van de overblijfsels des Heidendoms, deed hij zulks
vooral op Walcheren, waar te dier tijde zedelijke misbruiken in zwang waren,
met den geest des Christendoms in strijd. Bloedschendige huwelijken vonden
daar plaats. Naaste betrekkingen, broeders en zusters, zonen en moeders (?) ;,
leefden met elkander als in huwelijk. - De Keizer, die met zijne nicht Judith van
Beijeren in eene door de kerk verbodene gemeenschap leefde, werd echter zelf
het voorwerp der berisping van zijnen gunsteling,' en moest later zien, dat
Judith den Bisschop door omgekochte huurlingen liet vermoorden,
Na Frederik’s dood duurde het eenigen tijd , alvorens men het over de keuze
-van zijnen opvolger eens kon Worden, die eindelijk uitviel op den Priester Al-
frik , broeder van den vermoorden, Bisschop. Deze was gebrekkig van ligchaam,
(1) Heda, Hist. Bp. Traj. bl. 45.
(2) Heda t. a. p. bl. 43.