
 
        
         
		PHS D . G .  HISP » Z • REX • DNS . TRAIEC 
 N°  13  weegt  8,1  w.  in  het  Kabinet  der  Leidsche  Hoogeschool,  2,8  w.  bij  
 den  Kolonel .noot ,  en  3,1  w.  bij  den  Heer  stricker  en  Schrijver  dezes. 
 N°  14  weegt  3  w.  bij  den  Heer  santee,  3,1  w.  bij  den  Kolonel  noot;  het  
 exemplaar  vroeger  bij  den  Heer  de wus  woog  3,1  w. ;  dat  in  de  Verzameling  
 van  den  Heer  van  dam  had  TRAIE. 
 De  vijfde  Filipsdaalder,  op  de  onderste  rij  van  Pl.  XXIX, heeft tot  omsehrift  
 op  de  vz. : 
 PHS . D . G .  HISP . Z o REX » DNS TRAlE 
 en  op  de  kz. : 
 DOMINVS » MICHI « ADIVTOR. 
 Onder  het  borstbeeld  op  de  kz.  leest  men  het  jaartal  15  . .   (de  twee  laatste  
 eijfers  ontbreken). 
 Wij  vonden  het  stuk,  dat  3,1  w.  weegt,  alleen  in  het  Kabinet  der  Leidsche  
 Hoogeschool  en  in  onze  Verzameling. 
 De  N°  15  en  16  zijn  driemijtstukken,  hoedanige  wij  ook  in  andere  Gewesten  
 ontmoet  hebben;  zie  onze  Munten  der  Graven  en  Herlogen  van  Gelderland,  
 Pl.  XXVIII,  N°  42—44,  en  onze Munten  der  Heeren en  Steden van Overijssel,  
 Pl.  XIX,  N°  14  (aldaar  met  uitdrukking  der  waarde  op  de  munt). 
 Op  de  vz.  ziet  men  de  gekroonde  letter  P ,  en  rondom  deze  op  N°  15  het  
 omsehrift : 
 D • G . HIS . REX ° D  « TRAIE 
 en  op  N°  16:  D  ° TRAIEC 
 Het  kleine  wapensohildje  van  Utrecht  bevindt  zieh  aan  het  einde  van  het  
 omsehrift. 
 Op  de  kz.  ziet  men  eenen  leeuw  in  een  door  eene  kroon  gedekt  wapenschild. 
   Omsehrift : 
 DNS  . MIHI  ° ADIVTOR. 
 N°  15  weegt in  het  Koninklijk  Kabinet  en in  onze  Verzameling  0,3  w.,  en 
 in  die des  Heeren santóe,  waar  het  stukje  groot  van  vorm  en bijna  vierkant 
 is,  0,8  w. 
 N°  1 6 ,  wegende  0,3  w.,  kwam  onrtot  dus  verre,  buiten  het  Kabinet  der  
 Leidsohe  Hoogeschool.,  alleen  nog  slechts  voor  in  onze  eigene  Verzameling. 
 N°  17  is  een  Bourgondisclie  of dusgenaamde  Bruisrijksdaalder,  hoedanige  wij  
 ook  voor  Braband  en  Limburg,  voor  Gelderland,  voor  Overijssel  en  voor  Holland  
 ontmoet  hebben. 
 Op  de  vz.  ziet  men  de  gekroonde,  kruiselings  geplaatste,  laurierstokken  der  
 Orde  van  het  Gulden  Vlies,  door het  vuurstaal  aan  een  verbonden,  terwijl  het  
 jaweel  der  Orde,  benevens  eenige  vonken,  van  onder  tusschen de laurierstokken  
 zieh  vertoonen.  Ter  zijde  ziet. men  het  jaartal  1568.  Het  omsehrift  luidt  nu,  
 na  hfet  wapenschild  van  Utrècht : 
 PHS . D . G .  HISP -Z  c REX ° DNS  ° TRAIEC. 
 Op dekz. vertoont zieh het gewone Spaansche wapenschild, terwijl het omsehrift is :  
 DOMINVS  . MIHI- ADIVTOR ° 
 Deze  munt  weegt  in  het  Koninklijk  Kabinet  en  in  dat  der  Leidsehe  Hoogeschool  
 29,05  w.;  hët  exemplaar  uit  de  Verzamelingen  e s d r ó ,  s e r r u r e ,  k e e r   
 en  d e   r o u e   v a n   w ic h e n   29,1  w.;  dat  in  onze  Verzameling  28,-9  w. 
 N°  18,  een  exemplaar met  het  jaartal  1569,  is  door  ons  afgebeeld  gevonden  
 op  page  136  der  Monnayes  en  Argent  de  S.  M.  l’Hmpereur,  Vienne  1769;  in  
 het  oorspronkelijke  weegt  zoodanig  exemplaar  29,1  w.,. en  troffen  wij  zulke  aan  
 in  het  Kabinet  der  Leidsche  Hoogeschool,  in  dat  van  het  Noord-Brabandsch  
 Genootsohap,  alsmede  in  de  Verzamelingen  van  den  Hêer  St r i c k e r   en  wijlen  
 den  Heer  k e e r . 
 N°  19,  een  exemplaar  met  het  jaartal  1570,  woog  29,1  w.  bij  Professor  
 s e r r u r e   en  (afgesleten)  25,6  w.  bij  den  Heer  m a c a r ó . 
 N°  20,  een  exemplaar  van  het  jaar  1571,  weegt  in  het  Kon.  Kabinet  29  w. 
 N°  21,  een  halve  B.ourgondische  of Fruisrijksdaalder,  heeft  op  de  vz.  onge-  
 veer  de  zelfde  type  als  de  geheele  Daalders ;  alleen  ontbreekt  de  kroon  boven  de  
 laurierstokken  en  het juweel  der  Orde  van  het  Gulden  Vlies,  benevens  de  vonken  
 onder  dezelve.  Ook  is  er  geen  verschil  in  het  omsehrift. 
 Op  de  kz.  bespeurden  wij  geen  verschil  hoegenaamd,  noch  in  de  type  noch  
 .in  het  omsehrift. 
 Weegt  14,6  w.  in  de  Verzameling  van  den  Heer  m a c a r á   en  vroeger  in  die 
 36