
 
        
         
		FRSDSRieC § DSI ° GRS 8 SPGC. 
 •J«  MOGömm § 120  I VS 8 DKVSHW. 
 Weegt  in  de  Verzameling  van  wijlen  den  Heer  k e e r   0,42;  in  die  van  den 
 Heer  s t r i c k e r   0,5  w . 
 Een  andere  vieräe  groot,  die  ons  later  werd  medegedeeld,  en  die  wij  onder  
 N°  8  op  PI.  XXIX  lieten  afbeeiden,  heeft  op  de  kz.: 
 >J<  MOHSrpK 8 12  |  OV2S 8 D27VSX2. 
 Weegt  0,3  w .  en  bevindt  zieh in het Kab. van den Heer  m u n n ic k s   v a n   c l e e f f .  
 Van  eene  geheel  andere  type,  welke  echter  overeenkomt  met  die  van  den  
 goudgulden,  boven  onder  N°  4  beschreven,  is  de  lalve  groot,  onder  N  13  
 afgebeeld.  Men  ziet  weder  de  twee  naar  elkander  gekeerde  wapensehilden  met  
 den  heim  en  het  lam  tusschen  des  heims  kam.  Omschrift: 
 PRSDSRIGC * DI % GR25 * SPCC J THRSI©. 
 Kz.  De  arend.  Omschrift: 
 MOI2SIP2S * I20V7T % DG $ DTIVSßmRIK J   
 Weegt  bij  den  Kolonei  d e   r o i j e   en  den  Kapitein  d e   v e i j e   0,65,  bij  den  
 Heer  m u n n ic k s   v a n   c l e e f f   0,75  en  in  onze  Verzameling  0,7  w. 
 En  zoo  behandelden  wij  de  te Deventer  geslagene munten  van onzen Bisschop.  
 Later  liet  h ij,  gelijk wij  boven  gezien  hebben,  en  wel  in  1416,  ook  te Hasselt  
 munten. 
 Onder N°  14  en  15  deelen  wij  twee  dubbele grooten mede,  in  gemelde  plaats  
 vervaardigd,  en wel,  gelijk ons  boven bleek,  door  den Muntmeester  Jan de Vries.  
 De  type  dezer  munten  verschilt  daarin  van  die  der  te  Deventer  vervaardig-  
 de,  dat  de  halve  leeuw,  die  uit  den  kam  boven  den  wapenhelm  te  voorschijn  
 komt,  thans  een  grooteren  tong  uit  den  bek  laat  zien;  verder  dat  het  wapen  
 van  Hasselt,  op  een  arend  geplaatst,  zieh op  de  kz.  boven  het  wapenschild  van  
 het  Sticht  vertoont.  Eindelijk  nog  ziet  men  op  de  kz.  van  N°  14  een  leeuwtje  
 voor  het  omschrift  in  de  binnenste  rij,  die  overigens  luidt: 
 Monemzs <?? d   j  e  <?? ^ k s s s l s . 
 Op  de  kz.  van  N°  15  staat  op  de  plaats  van  dat  leeuwtje  een  kruis. 
 Het  omschrift  van  den  buitenrand  van  N°  14  en  15  beide  is: 
 ¿fr  BSnSDIGW 8 <WI 8 VSI2I  |  1p 8 112 8 X20SI2II2S 8 DOSI2I. 
 N°  14  weegt in  het  Leidsche  Penningkabinet  3,75;  in  de  Verzameling  van 
 wijlen  den  Heer k e e r   3,367;  bij  den  Heer  s t r i c k e r   3,3,  en in  ons Kabinet 
 3,75  wigtjes. 
 N°  15  weegt  in  het  Kon.  Kabinet  3,8;  bij  den  Kolonei  d e   r o i j e   3,35;  bij  
 wijlen  den  Heer  k e e r   3,65,  en  in  onze  Verzameling  3,95  w.  (1). 
 N°  16,  weder  een  dubbele  groot,  heeft  op  de  vz. :  - 
 FRSDSRICC 8 DSI 8 GR2S 8 SPCC 8 m'R2SISOro©X2SIS. 
 Op  de  kz.  is  het  versohil  in  opschriften  met  dat  op  de  dubbele  grooten  al-  
 leen  daarin,  dat  het  woord 
 DOÎI2II2I 
 thans  (aan  het  einde  der  legende)  voluit  voorkomt. 
 Berust  in  het  Koninklijk  Kabinet  en  weegt  3,8  w. 
 N°  17  en  18 zijn  grooten.  Zij  hebben  beide  op  de  vz. : 
 FRSDSRieC 8 DSI 8 GR2Ï 8 SPOE 8 ITRKISrp' 
 Op  de  kz.  van  N0  17  ziet  men  in  den  rand: 
 *   MOI20W2S 8 120V2Î 8 D  |  0  » ^ 7 7SS0 1 j0 ßS  
 en  van  N°  18 : 
 >%<  MOI20W2S 8 120V2Î 8 D  |  0  8 b„KSS0Xi0RSIS. 
 Zulke  lompe  fouten  vindt  men  alleen  op  de  .munten  der  middeleeuwen ! 
 N°  17  weegt  in  het  Kon.  Kabinet  1,6;  bij  den  Heer  s t r i c k e r   1,7 ;  bij  ons  
 1,65  w.,  en  bevindt  zieh  ook  bij  den  Kapitein-Ingenieur  a .  o .   d e   v e i j e . 
 N°  18,  bij  den  Heer  m a c a r b ,  weegt  1,9  w. 
 (1)  N"  14  of 15  (het  is  met  dnidelijk  aangewezen)  is ook  afgebeeld  in  den  Overijssel-  
 sc/ien  Aim ana k  voor Oudheid  en  Letier&n  voor  1837,  bl.  79.  Dat  exemplaar woog  3,5 w.  
 Gemelde Almanak  heeft  vele  diensten  aan  de Letteren  bewezen,  en  het ware wel te wenschen  
 geweest,  dat,  toen  na  een  20jarig  bestaan,  de  nitgave  door  den  knndigen  Redacteur,  
 Ds.  p.  c.  holhtjysen,-  gestaakt  werd,  een  .ander  de taak  had  opgevat om  Overijssel,  ja  
 Nederland,  jaaxlijks  een  hoogst  nnttig  Letterkundig  Jaarboekje  te  blijven  verschaifen.