
 
        
         
		Graaf  Dirk VII  van  Holland  had  niet  ved  lust  om  den  gekozenen  het we-  
 reldlijk  bestuur  over  het  Sticht  af  te  staan,  en  bleef het  kasteel ter Horst  inhon-  
 den,  terwijl  later  de  Graaf  van  Gelre  met  hem  zamenspande  om  den  Bisschop 
 Bisdom ;  ten  gevolge  van  de  voorafgegane  twisten, 
 met  schulden  beladen  vindende,  begaf  zieh  naar  bet  wird 
 om  daar  gelden  te-  verzamelen  tot  kwijting  dier  sebnlden.  Dockhierm  werd  
 hij  op  eene  gevoelige  wijze  verhinderd  door  Graaf  Willem|  breeder  van  den  
 Hollandschen  Graaf,  die,  zieh  grondende  op  zijn  bewmd  m  Friesland,  den  Bis  
 fchop  gevankelijk  naar  zijn  slot  - »   voerde  en  aldaar  m  verzekerde 
 b™ F r i e hz l d,'  d e n   B i s s c h o p   genegen ,, verlosten  hem  weldra 
 d och  n a auw e lijk s   w a s  h ij  in   h e t  S ti c h t- te r u g g e k e e rd ,  o f  hij 
 verdrag  met  den  Graaf  van  Kuinre  gesloten  had ,  om  gezamenhjk 
 Graaf Willem  I   te  beoorlogen,  zoowel  van  de  Hollandsc  e  a s   van 
 zijde  aancetast,  en  wel  met  zoodanig  goed  gevolg,  dab Graaf Otto  van  G 
 Í  speedy  v&;   bijna  geheel  Overijssel,  en  daarin van detoen magtige koopstad 
 Deventer,  meester  m a a lte .  De  Graaf  van -  H o l l a n d   plunderde  heb geheeln Nedersticht  
 en  sloeg  ten  stette  het  beleg  voor  Utrecht.  In  deze  groote  verleg 
 held  riep  Dirk  van  der  Aare  de  hulp dn  van  Hendrik  I ,   Hertog  van  Braband 
 die  den  Gelderschen  Graaf  door  list  gévangen  nam  en  naar  zijn  an  voer  _ 
 De  Hollandsche  Graaf  brak  het  b e l e g   van  Utrecht  op  om  zipen 
 gaan  verlossen.  Hij  bemagtigde  niet  lang  daarna 
 door  Hertog  Hendrik  overvatlen  en  geslagen,  die  oo 
 g * « # »   ta b ta n to ;  liepen  M ,   op  hm m   b .u , . ,  B o i t a i   <•  M d . r t a d .  *1, 
 D ï “ t a g “ e 2 ^   , ' Î L T " « » . =  Ö Ä ■  k - 
 e,n X   tag a ld ,  an  d .  G .ld .ta hm .» ,  0 » ,   m.ast  | Ü J | | 
 , o - * « - .   -   “ ^ £ 1X 1 - tegen  het  Sticht  te  ondernemen;  ook  te  Zutphen  geene m 
 de  gehalte  of  met  den  Stempel  vaii  de  Utreohtsche  of  Deventersche  pen-  
 ningen  (1 ). 
 Kort  hierna,  te  weten  vóór.het  einde  van  1203,  stierf Dirk V I I ,  Graaf van  
 Holland. 
 In  de  daarop  gevolgde  twisten  tusschen  Ada s  gemaal,  den  Graaf van  Loon,  
 en  Willem  van  Friesland,  die  bewezen,  dat  de  Friezen  weinig  in  staat  of genegen  
 waren  om  Willem,  met  een  leger  te  ondersteunen,  trok  de  Utreehtsche  
 Bisschop,  een  Limburger,  partij  voor  den  Limburger,  den  Graaf  van  Loon,  
 doch  waarschijnlijk  meest  uit  haat  tegen Willem,  die  hem  den  voet  dwars  had  
 gezet.  Aan  hot  hoofd  van  van  Loon’s  bondgenooten  deed  hij  eénen  invai  in  
 Holland,  blaakte  alles  en  drong  tpt  Leiden  door.  Dirk  van  der  Aare  gedoogde  
 dan  ook,  dat  Ada’s  moeder  en  de  Graaf  van  Loon,  toen  Ada  naar  den  bürg  te  
 Leiden  geweken  was,  door  Gijsbrecht  van  Amstel  binnen  Utrecht  in  veiligheid  
 gebragt  werden. 
 Nadat  Ada  eerst.naar  Texel  en  vervolgens  naar  Engeland  gevoerd  was,  on-  
 dersteunde  de  Utreehtsche  Bisschop  den  Graaf van  Loon  in  zijnen  strijd  tegen  
 Graaf Willem,  welke  laatste  hem  echter  eerlang  te  mägtig  werd.  Het  slot  van  
 den  Heer  van  Amstel,  een  leehman  van  het  Sticht,  werd  door  de  Kennemers  
 vemield,  alsmede  Amstelland  afgeloopen  en  plat  gebrand.  De  Stichtschen  ver-  
 overden  echter  later  Dordrecht,  en  noodzaakten  hem om bij  verdrag zieh leenman  
 van  het  Sticht  te  verklären,  en  eenige  overeenkomsten,  vroeger  met  het  Sticht  
 aangegaan,  te  vernieuwen. 
 Nadat  de  Graaf  van  Loon  geheel  uit  Holland  verdreveh  was,  en Willem  in  
 het  gerast  bezit  der  regering  was  gekomen ,  hield  de  Utrechtsehe  Bisschop  zieh  
 verder  stil,  bestuurde  zijn  Bisdom  in  vrede  en  ovefleed  ten  jare  1212. 
 Wij  hebben  zijne  munten  afgebeeld  op  Pl.  VI. 
 N°  1 ,  die  ons  in  cliché van  het  eenige  nog  bekende,  zeer  afgesletene,  exemplaar  
 uit  St.  Petersburg  door  Dr.  v o n   k o e h n e   werd  toegezondem,  is  eéne  ña-  
 bootsing  der  Engelsche  Sterlingen. 
 (1)  -Zie  dit  tiitvoeligêr  in  onze  Mrnten  der  Graven  en  HétUgen  v'm  Gelderland,  
 bl.  1 1   noot. 
 8 *