
 
        
         
		iecTV 
 aan  te  vuUen  tot  trajectum.  Deze munt  was  afkomstig  uit  de  Verzameling  van  
 den  Graaf  d e   r e n e s s e .  Misschien  behoort  ze  ook  tot  Maastricht. 
 N °  4  ons  in  teekening  door  den  Heer  thomsen  te  Koppenhagen  als  B |   
 schoppelijk-Utrechtsche  medegedeeld,  heeft  op  de  vz.  weder  ’s Bisschops  beeldtenis  
 van  voren  te  zien,  met  eenen  schepter  op  de  voor zi] de  en  lets,  dat  wij met  
 kunnen  onderscheiden,  in  de  linkerhand.  Omschrift: 
 ►y,   CONRADVS 
 Op  de  kz.  ziet  men  een  Karolingisch  kruis,  in  welks  hoeken  vier  cirkeltjes. 
 Omschrift-  HERN•TVES 
 Zoude  deze  munt  soms  eene  Keizerlijke  zijn,  aangezien  niet  de  kromstaf,  
 maar  wel  een  kruisstaf  voorkomt?  maar,  het  is  waar,  de  Keizerlijke  kroon 
 o n tb re e k t.^   ^  | l  ^   afbreken  der wallen  te Utrecht  gevonden,  en  in 
 het  bezit  van  den  Heer  m u n n ik s   v a n   c e e e f f ,   heeft o p   de  vz.  ’sBisschops  beeldtenis  
 « . profil,  met  eene  mufs  gedekt  en  een  kromstaf voor  zieh:  Omschrift: 
 ijjp  CVONRADVS  EPS  
 Op  de  kz.  een  kruis  met  de  4  bolletjes.  Omschrift: 
 TRA1SCTVM. 
 I l '   halve  denier  of  ohool,  heeft  op  de  vz.  de  beeldtenis  en  kromstaf  
 van  anderen  vorm  dan  op  den  denarius.  De  Umschriften  zijn,  terwij  e  
 muntje,  waaraan  zelfs  een  stukje  ontbreekt,  zeer  geleden  heeft,  hoogst  onduideliik  
 In  deszelfs  tegenwoordigen  toestand  weegt  het  0,3  w. 
 De" N°  7  (op  PI  IV)  is  een  denarius,  ons  in  teekening  uit  Koppenhagen  
 gezonden.  Op  de  vz.  ziet  men  den  Bisschop  met  kromstaf  m  de  linker-  en 
 L n   onzeker  voorwerp  in  de  regterhand.  Omschrift :  
 ÿ   CVONRADVS  I. 
 gg deze  laatste  letter  waarschijnlijk  voor  eene  E  (de  eerste  van  Op  de  kz.  een  Keizerlijk  borstheeld,  regts  met  een  kruisschepter  lmk  met  
 een  spies,  terwijl  zieh  tussehen  deze  en  het  borstheeld  een  eirkelrond  vertoont. 
 Omschrift,  naar  het  schijnt: 
 *   VENTVADV 
 Wat  kan  dit  beteekenen? 
 Eindeiijk  geven  wij  nog  als  eerste  munt  op  de  tweede  rei  dezer Plaat  de  ons  
 als  een  Bwchard uit  St.  Petersburg  toegezondene, en als zoodanig ook door ons in  
 der  tijd  afzonderlijk  gelegde,  cliché,  waarop  wij,  bij  nader  inzien,  duidelijk  de  
 sporen  meenen  te  ontdekken  van 
 CVONRADVS  EPS  
 zoodat  het  eene  soortgelijke  munt  zal  zijn  (hoewel  van  afwijkenden  Stempel)  als  
 de  N°  ,3  op  de  Supplementplaat  N°  XXVII,  die  wij  mede  in  cliché  uit  de  
 Verzameling  v o n   r e i c h e l   te  Petersburg  mogten  ontvangen. 
 Ook  de  N°  4  op  Pl.  X X V II,  wegende  0,3  w .,  is  ons  door  den  Heer  b a l-  
 foort  als  van  Bisschop  Koenraad  medegedeeld.  Het  zal  dus  een  obool  zijn.  
 De  munt  bevindt  zieh  bij  den  Heer  mu nnik s   van   c l e e f f . 
 De  daarop  volgende  op  de  zelfde  Plaat,  een  denarius,  wegende  0,6  w .,  kan  
 door  ons  aan  geenen  bepaalden  Bisschop  toegeschreven  worden.  Er  zijn  op  de  
 vz.  slechts  twee  letters  zigtbaar.  Het  Karolingische  kruis  op  de  k z .,  dat  wij  
 t'ot  dus  verre  ontmoeteden,  heeft  thans  plaats  gemaakt  voor  een,  dat  tussehen  
 deszelfs  beenen  vier  achtpuntige  kleine  sterren  vertoont. 
 Den  denarius  op  de  bovenste  rij  van  Pl.  XXVIII,  door  ons  naar  een  cliché  
 afgeheeld,  dat  de  Heer  von  k o eh n e   de  goedheid  had  ons  uit  Petersburg  toe  te  
 zenden,  meenen  wij  dat  op  de  vz.  de  sporen  van  het  woord  CONRADUS  
 draagt.  Op  de  kz.  staat  retrograde  DAVENTRIA  rondom  een  kruis  van  eenen  
 vorm,  hoedanigen  wij  tot  dus  verre  nog  niet  aantroffen. 
 Na Koenraad’s  dood  volgde  hem,  ten jare  1099,  Bisschop Burchard op.  Niets  
 bijzonders  hebben  de  Kronijkschrijvers  ons  uit  de  dagen  van  zijn  bestuur  medegedeeld  
 ,  dan  alleen  dat  er  toen  rust  en  vrede,  ook  in  het  Oversticht,  heersch-  
 te  ;(1).  Burchard  heeft  13  jaren  den  Bisschoppelijken  zetel  bekleed,  en  is  den  
 18  Mei  1112  overleden.  Gelijk  vele  zijner voorgangers  en opvolgers,  heeft deze  
 Bisschop  eenige  zijner  goederen  tot  het  onderhoud  van  verschillende  Utrechtsche  
 kerken  geschonken'  (2).  ....  . 
 (1)  Verg:  onze  Munten  van  Overijssel,  bl.  34. 
 (2)  Heda  bl.  144— 146.