
 
        
         
		*   MONETA h NOVA, » PHIL - E P I . TRAIECT. 
 Op  de  kz.  vertoont  zieh  een  gevoet  versierd kruis,  waarvan  de  beenen  door  
 bogen  vereenigd  zijn.  'Omschrift :  . 
 TV . ES  ? PATEE' V MEA =  JDO.MIN' 
 Koperen  munten  van  onzen i Bisschop  zijn  de  door  ons  onderN2 6  ,  7 en  8 
 afgebeelde  stukken,'onitrent  welker.¡¡bevalene  vervaardiging  wij  echter  niets  in  
 de  6ns  ter  hand  gekomene  Muntordonnantien. hebben  aangetroffen.  jj 
 N°  6  en  7  verschillen  alleen  onderling  in  eene  kleinigheid  in  het  omschrift 
 der  kz.  Op  de  vz.  ziet  men  den  Heiligen  Maarten of Martinns  gezeten,  met 
 het  Evangelie  in  de  linkerhand  en  den  kruisstaf  imde  regier.  Vdor hem  Staat 
 het  wapenschild  des  Bisdoms. '  Het  omschrift  is:: 
 i  ..SANCTVS  MARTIN.  : 
 Op  de  kz.  rust  het wapenschild  van  Oud-  en  Nieuw-Bourgondie:  op  een  versierd  
 gevoet  kruis.  Rondom  een’  parelcirkel  leest  men  op  ;N°  6 = 
 MO  NO  PHI ? EPI ° TRA1ECTE' 
 Op  N°  7:  eindigt  het omschrift  in :  TRA1EC. 
 N°  6 berust  bij  den  Heer .v a n   " lkf.ff;  N"  7  in  het  Kabinet der  Leidsche 
 Hoogeschool  en  weegt  daar  1,8  w. 
 Van  m i e r j s   meent  (zie  bl. ;2S9  zijnef  Jtisschoppelvjke  hdunten  en  Zegelß  van  
 Utrecht),  dat  deze.munt  tot  de  tijdenjivan  David  ypn -.Bourgondie  behoprt.  :  
 De  N°  8  eindelijk, . eene  kleine  koperen  munt,  heeft  op; de, voorzijde  twee  
 naar  elkander  gekeerde  verschillende  helmen..,„en  daar.onder,..de  letters: 
 P  V  
 O 
 die  wij  aanvullen  tot:  paw  vobis  omnibus,  zijnde  de  woorden  van. den  Bisschop-  
 pelijken  zegeü.  Het  omschrift  is: 
 MO * NO * PHI I* EPI * TRAIECTE ° m  
 Op  de  kz.  ziet  men  een  versierd  gevoet,  gelijkbeenig  kruis,  met  het  wapen-  
 schildje  van  het  Bisdom  in  het  hart  en  vier  cifkeltjes ofringjes  tusschen  de  beenen. 
   Het  omschrift  is: 
 IVS  |  TVS  |  ES ■> DO  | MINE  
 d.  i.  Gij  zijt  reglvaardig,  o  Heer. . 
 Het  muntje,  dat  niet  zeldzaam  is,  bevindt  zieh  in  het  Koninklijk  Kabinet,  
 in  dat det Leidsbhe  HoogescbboU-in  die van  de Heeren  b o o n z a j j s r ,   v a n . c i ,e e m   
 en.  Schrijver .dezes;  terwijl  het  ook  in  ¡datd.van  vrijlen.den  Heer  k e e r   werd  
 aangetroffen. 
 HENDRIK  van  BEIJERKN,  1524—1528. 
 Toen, Bisschop  Pilips  van  Bourgondie, bijkans  npg  in ¡de,  kracht  des  levens  
 overleden  was,,  spoedde  zieffsfe  woejzieke, en  ¡eigenbelangzoekende  Geldersche  
 Hertog ¡Karel >van  Egmond,met, ¡een „leger  naar Unrecht,  temeinde  daardoor klem  
 bij  te-.zetten-. aan:izijnen  wensch,  om  een. der;ido.or  hem  voorgestane  candidaten  
 tot  de  Bilsschöppelijke  waärdigheid  te  doen  ¡kielen;  de.candidaten  waren  in1 het  
 gqheel  Everhard  'van  der  Mark,,  Kardinaal-Bisschop. van  Luik,  Frans  van  Lüneburg  
 en  Hendrik  van  Beijeren,  Kanunnik  te Keulen  en  .Qfiadjutor  van  den  
 Bisschop, van  Worms.  De  laatste  bekwani,.Iwee; sfemmen  meer dan zijn mededin-  
 ger.yan  der Mark ü.en  geraakte,$lzoo tot  de.hooge waardigheid,  eene waardigheid,  
 die .echter, in -vröegere  ;eeuwen  van  vrij  wat. meer betepkenis was dan in.h^twaedei  
 vierde,¡gedeelte der, 16?' eeuw,; toen J;,oflk,aI,tep. geyolge  der doprbrekende Hervor  
 ming,  het, dusg.enaamde preßlige,  aan  den  Bisschoppebjken  rang verbonden, aan-  
 zienlijkr.yermipderd was en men,  althans ip.wereldl.ijkezaken, de Bisschoppen  lang  
 niet  meer naar de oogen  zag.  Het Ujtrechtscbe  Bisdom was  nu  bekneld  tuschen  
 de, Stftten  van  den  magtigen  Karel  van Oostenrijk;en  ,die)yan, den  woelzipken. en  
 eerzuchtigen  ¡Karel. van  Gebe. 
 De.  nieuwgekozen  Bisschop  Hendrik  van  .Beijeren¡was  uit  een  aanzienlijk, ge?,  
 slacht  geboren,  als  zijnde  een  zoon , van ¡Eilips,-  Paltzgraaf  en  Keurvor.st,. van  
 Beijeren,'  en  van  Margaretha,,  dochter  ygtjJLpdewijlf  den  Rijkep,  imede.uitphet  
 Huis  van  Beijeren. 
 iNaauwelijks; vier  jaren  duurde  het  bestuur  van  den  nieuwen  Bisschop,  die,  
 hdezeer'door  v a n   m i e r i s   uitbundig  geprezen  (1) ,  dien  lof  geenszins  blijkt  te  
 verdienen.  Reeds  dadelijktoch  schijnt  hij ,  höewel bij  magte  om  zieh  naar  zÜn 
 (1)  Bisschoppelijle Munten  en  Zegele.van  Utrecht,  bl.  290. 
 32*