die dagen, slechts weinige bijzonderheden van den stnjd ^ e daarop gevo gd
1S. AUeen blijkt het, dat er, zoo tijdens bet leven van den Roomsch-Komng
als gedurende de eerste jaren van de voogdij over Floris, veelvuldige enzware ge-
vechten hebben plaats gehad, waarin zoowel het Graafsehap Holland als het Bisdom
groote schade leden 9 De vrede werd eindelijk onder bemidde mg van Guy
Graaf van Viaanderen, en Otto I I , Graaf van Gelre, op den U Jmnj 1M7
tusschen Bisschop Hendrik van Vianden en Floris, Graaf van Holland , te Bo-
degraven gesloten. Daarbij. werd bepaald, dat de burgers van, rec
S3:
in -wollen hemden, om vergiifenis smeeken en den Brssehop ale z.pen Heer
erk" e n s het echter zoo verre was gekomen, had Hendrik van Vianden om
rich tegen de Amstellanders in zekerheid te stellen, een Slot aan de Veeht ger
i e t , X welk hij den naam van Vredelanä gaf. De kosten werden , na vau
m ie r is Wil, gevonden uit den vroeger op de Veluwe behaalden bmt P it k a -
teel heeft iafer eene groote rol gespeeld. Men vindt er thans slechts, eon
“ ^ V e s c h i e d s ^ h r i j v e r s vermelden verder, dat Bisschop Hendrik den Aartsbia-
schop van Keulen, in eenen krijg tegen de Gnlikkers, heeft bl3Sestaaü’
b L a en h ed a zijn het niet eens over den tijd van ’s Bisschops overkjden.
T)p eerste spreekt van 1257; de andere van 1267 (3).
Thans kunnen wij overgaa» tot de beschrijving der door ons^op PL VIII en
IX medegedeelde munten (denarien en obolen) van dezen Kerkvoogd.
iXT S n komen nog al talrijk voor; ook zijn die van Graaf Otto II van
n t 7,ip onze Munten van Holland en Zeeland; bl. 94. ill» „rp.
I £ Tet verdrag, v o o r het eerst ait eea cad Handschrift mtgegeven, | va* *
^ W T d e verschillende plaatsen aaagehaald in den Tegen,. Stoat van Utrecht, bl. ¡>5.
Gelre niet bijzonder schaarsoh, en het is dus zonderling, dat de geldstukjes
van ’s Bisschops en ’s Graven tijdgenoot, den Roomsch-Koning Willem I I , zoo
uiterst zeldzaam zijn, of zoude deze bijkans aileen zijnen broeder, den voogd
van Holland, hebben iaten munten ? (1) •
De denarien en obolen van Hendrik van Vianden zijn, even als de meeste
van Graaf Otto II van Gelre en die van Floris, voogd van Holland, van groven,
en dus minder fraaijen, Stempel. Op de vz. van Hendrik’s munten ziet men
zijne afbeelding, met den mijter op het hoofd, vlak van voren, terwijl de krom-
staf in de regier- en het Evangelieboek in de linkerhand niet ontbreken. Alleen
op de te 'Utrecht vervaardigde Nos 12—14 op PI. IX , en het enkele muntje in
het Supplement op PI. XXVIII, is de beeldtenis a trow quarts. Het omschrift
is steeds:
HSHRICVS
welk omschrift, alleen met uitzondering van N° 3 en 5 , van de linker- naar de
regterzijde loopt (op laatstgemelde nummers van de regier- naar de linkerzijde).
De elf eerste, alle te Deventer geslagene, muntjes hebben op hare kz. een
geopend krüis, waarvan de uiteinden aan iedere punt, en dus acht, bolletjes
hebben, even als op de munten der meeste Hollandsche Graven tot en met het
bestuur van Ploris den voogd; zie de beide eerste Platen onzer Munten van
Holland en Zeeland. Tusschen de beenen van dit kruis staan, in verschillende
rigtingen, een sterretje en de letters P 2S .O, waarschijnlijk beteekenende pax
omnibus, vrede zij alien.
Van het omschrift op N° 1 is zigtbaar:
. . D | 2SVS | HOI | Bl
Weegt 0,6 w. en bevindt zieh in het Kabinet des Heeren uACARe.
Van de N° 2 (beginnende met eene ten achterste voren geplaatste ¡0):
a | KVO | HW | BV22
Weegt 0,65 w. en bevindt zieh, ten getale van 2 exemplaren, in het Ko-
ninklijk Kabinet. Zouden deze ook het werk van valsche munters zijn?
(I) Men vergelijke onze Munten van Holland en Zeeland op Willem II en Floris
den Voogd.