De ätempelsnijder had zijne verdeeling zoo siecht gemaakt, dat de twee laatste
letters van het woord ADIVTOR niet op de zelfde grootte ais de overige van
het opsehrift konden geplaatst worden.
Deze munt, die 3,15 w. weegt, bevindt zieh in het Kabinet der Leidsehe
Hoogeschool.
N° 8 wijkt daarin van de zoo even besehrevene af, dat het jaartal 1571 zieh
ongedeeld onder het borstbeeld bevindt en er ook tusschen de woorden van het
omsehrift verschil in de afscheidingsteekens gevonden wordt. Op de kz. ziet
men een klein wapensohildje van Utrecht achter het woord ADIVTOR.
Deze munt kwam (afgesleten) voor in de Verzameling van wijlen den Heer
KKER ; zij woog 3,4 w. à fleur de coin in het Kabinet vroeger bij den Heer
de wijs. Aan het exemplaar van den Heer santóe ontbreekt êen stuk. Die
in het Kabinet der Leidsehe Hoogeschool en in onze Verzameling wegen 3,15 w.
N° 8 op Pl. XXXI, met het gedeelde jaartal 1571 ter zijde van het borstbeeld,
wijkt in type nog al aanmerkelijk af van onze N° 7 op Pl. XXIII, en
het is daarom, dat wij het zeldzame stuk lieten afbeelden.
Gewigt 3,5 w. en is ons alleen bekend in het Kab. der Leidsehe Hoogeschool.
N° 4 , op de zelfde Plaat, heeft op de Vz. het omsehrift:
PHS D . G HISP o Z ° REX DNS T.
Het jaartal 1571 is onder den arm van het borstbeeld, en naar den arm
toegekeerd, geplaatst.
Ook deze munt is ons nergens anders dan in het Kabinet der Leidsche Hoogeschool
voorgekomen en weegt aldaar (het exemplaar is vrij afgesleten) 2,6 w.
Ons schiet nog over de beschrijving van twee tiende deelen van den Filipsdaalder
, een met het jaartal 1571, een ander met dat van 1572.
Op Pl. XXIV geven wij onder N° 9 eene afbeelding der eerstgemelde munt.
Het omsehrift random het borstbeeld op de vz. luidt:
PHS .D - G • HISP ° Z . REX - DNS « TRAIE •
Het jaartal 1571 staat onder het voetstuk buitenwaarts gekeerd.
Op de kz. ziet men weder de afbeelding van het vuurstaal met de laurierstokken
, enz. Het omsehrift is :
DOMINVS ■> MICHI. ADIVTOR
daarachter drie bolletjes en het Utrechtsche wapensohildje.
Weegt -3,3 w. en werd door ons gevonden in het Koninklijk Kabinet, in dat
der Leidsche Hoogeschool , alsmede bij de Kolonels d e r o u e en n o o t .
N° 10 heeft dezelfde kz. als de N ' 9, doch het omsehrift op de vz. is:
PHS " D . G HISP Z REX ° DNS TRAIEC
terwijl het jaartal 1572, verder naar het borstbeeld'gekeerd, onder deszelfs
hals geplaatst. is.
Deze munt weegt in het Koninklijk Kabinet 3,3, in dat der Leidsehe Hoogeschool
3,1 w.; besnoeid in dat van het Noord-Brabandsch Genootschap 2,6 w.;
bij den Heer o t in t u s 2,9.5 w. ; bij de Heeren d e r o i j e en wijlen v a n d am
3.3 w.; eindelijk bij den Heer s t r i c k e r 2,9 w.
Van N° 11 tot en met N° 14 geven wij de afbeeldingen van de ons bekend
gewordene veertigste deelen van den Filipsdaalder. .
N° 11 heeft op de vz. het gekroonde Koninklijke wapenschild, omgeven met
de Ridderorde van het Gulden Vlies. Het omsehrift luidt:
PHS "D-G" HISP Z REX - D . TRAIE
Op de kz. ziet men een zoodanig versierd kruis, dat men Numismáticas moet
zijn om het als zoodanig te erkennen. Het heeft in hot midden een bloemvor-
mig sieraad en aan-de einden even als leiiën. Het omsehrift luidt:
DOMINVS ■> MIHI & ADIVTOR » 1571 »
waarna men als muntteeken het wapensohildje der stad Utrecht gewaar wordt.
Het stuk weegt in het Koninklijk Kabinet 3,4 w.; bij den Heer s a n t m
3.3 w., en, afkomstig uit het Kabinet ESDRe, bij den Heer v a n c l e e f f 3,2 w.
N° 12 is in type van voor- en keerzijde gelijk aan N° IT. Er is eenig, vepT
schil in de letters der vz., gelijk mede in de plaats der Z.
Op de kz. wordt het jaartal 1571 door het Utrechtsche wapensohildje
gedeeld.
Het stuk weegt in het Kabinet der Leidsche Hoogeschool en in onze VeTza-
meling 2,9 w.
. N° 13 heeft, even als N° 14, weder de..zelfde type als van de N° 11 en 12.
Het omsehrift van N° 13 is :
PHS . D . G . HISP Z . REX » D - TRAI.