
 
        
         
		werde,  door  den  Bisschop  nagejaagd;  echter ' vruchteloos,  want  een  opkomende  
 storm  verhinderde  hem  zijne  voordeelen  te  vervolgen  (1). 
 Een  daarna  gesloten  verdrag  gaf  aan  het  Oppersticht  de  zelfde  rust  we  e r ,  
 die  het  Nedersticht  sedert  eenige  jaren  mögt  genieten.  Ten  emde  de  osten  
 zijner  Hofhouding  uit  te  winnen,  begaf Guy  zieh  daarop  weder  naar Frankrijk  
 waar  hij  eenige  jaren  vertoefde;  misschien  ook  gevoelde  de  Henegouwer  zieh  
 beter  te  huis  onder  menschen  van meer luchtigen landaard dan de Nederlanders  
 In  1317  in  zijn  Bisdom  teruggekeerd,  geraakte  Guy  in  eenen  hevigen  twis  
 met  Heer  Jan  van Kuilenburg  en  Nicolaas  Cats,  Heer  van ter  Goude,  de voog-  
 den  van  Gijsbrecht Uten  Gooi,  een  Stichtsch  Jonker,  welke  voogden  geene  be-  
 hoorlijke  rekening  wilden  afleggen.  Het  Slot  ten  Goije werd  door  den  Bisschop  
 met  behulp  van  Hollandsche  manschap  belegerd  en  ingenomen.  Daarop  boden  
 de  voogden  aan  Guy  voldoening  aan.  Men  sloot  een  verdrag.  Doch  daags  na  
 het  sluiten  daarvan  werd  de  Bisschop  door  eene  plotselinge  ziekte  uit  et  even  
 „erukt,  niet  zonder  zwaar  vermoeden  van  vergeven  te  zijn.  Zulks  had  plaats  
 den  29  Mei  1317,  en  een  gevolg  van  dezen  dood was,  dat  het  Slot  ten  oije  
 weder  uit  de  handen  der  Bisschoppelijken  gerukt werd.  De  Heerhjkheden  van  
 Amstel  en  Woerden,  die  aan  Bisschop  Guy,  door  zijnen  breeder  Jan  I I   van  
 Holland, waren  opgedragen  geweest,  werden  na  zijnen  dood weder  aan Holland  
 gehecht:  ook  schijnt  het  heerlijk  regt  over  de  stad Amsterdam  omtrent  dezen  
 tijd  aan  Holland  gekomen  te  zijn.  Men  vindt  opgeteekend,  dat  Bisschop  Guy  
 deze  stad  omstreeks  het  jaar  1300  van  Keuren  en  Privilegien  heeft  voorzien.  
 Hii  schönt  ze  alzoo  van  den Huize  Persijn,  waaraan  ze,  eenige  jaren  bevorens,  
 door  Graaf  Floris V  was  opgedragen,  bekomen  te  hebben;  de  wijze  waarop  is  
 geheel  onzeker,  maar  waarschijnlijk  is  zij,  na  ’sBisschops  overhjden ,  weder 
 aan  het  Graafschap  Holland  gehecht.  n 
 Niet  ééne munt  kan  met  zekerheid  aan  onzen  Guy  toegekend  worden.  **-  
 schien  is  onder  zijn  bestuur geslagen  (althans  in  type  e e n i g z i n s   overeenkomende  
 met  bijna  gelijktijdige  munten  van  den  Hollandschen  Graa  i  em  
 groot,  door  ons,  naar  een zeer afgesleten exemplaar in het Kabinet  van  en  eer 
 (1)  Verg.  onze  Munten  van  Overijssel,  bl.  55. 
 munnicks  van  ci.eeff,  afgebeeld  als  tweede  munt  op  de  voorlaatste  rij  van  
 onze  Supplementplaat  XXVIII.  Het  omschrift  is  enkel: 
 MOUSrPTS  SP ISCO  ] 'P I • WBSISGWSnSIS  (1). 
 De  Proost  van  St.  Pieter,  Frederik  van  Zierik,  een  bloedverwant  van  Graaf  
 Willem  III  van Holland,  werd,  door  diens  toedoen,  tot  opvolger  van  Guy  be-  
 noemd.  Hij  begaf  zieh  weldra  naar  Rome  om  de  Pauselijke  goedkeuring  te  
 ontvangen.  Deze  verkregen  hebbende,  toonde  hij  een  siecht  Regent  te  zijn;  
 want  de  geldsommen,  door  zijns  voorgangers  betamelijke  zuinigheid  bijeenver-  
 »aderd,  gingen  door  zijne. spilzucht  weldra  verloren  en,  wat  het  ergste  was,  
 hij  bezigde  de  geldmiddelen  van  het  Sticht  tot  betaling  zijner  eigene  schulden,  
 waarmede  hij  overladen  was.  Om  zieh  te  redden , werd  hij  gedrongen  de  ker-  
 kelijke  goederen,  te  verzetten.  Met  dat  oogmerk  heeft  hij  de  Stad  en  het  
 Regtsgebied  van  Vollenhove,  in  1320,  aan  Reinoud  I I ,  Graaf van Gelre,  ver-  
 pand.  Anderen  meenen,  dat  zulks  eerst  later,  onder  Jan  van  Diest,  zoude  
 plaats  gegrepen  hebben  (2).  Hoe  het zij,  door  allerhande geldligtingen geraakte  
 deze  Bisschop  in  minachting  bij  het  gemeen,  en  verkeerde  hij  ook  in  grooten  
 haat  bij  verscheidene  grooten.  Hij  werd  daarom  ook  door  velen,  die  daartoe  
 in  staat  waren,  in  zijne  eigene  goederen  benadeeld. 
 Tot  het  bekomen  van  onderstand wendde hij  zieh eerst tot Reinoud van Gelre,  
 boven  g e n o e m d % en  toen  deze  door  zijn  eigen  zoon  gevangen  genomen  was, 
 (1)  Deze  munt  komt,  geheel  buiten  onze  schuld,  riog  eeus,  doch  duidelijker,  voor  op  
 PI.  XIX,  onder N“  50.  Dat  exemplaar  van  PI.  XIX was  ons  eerst  door  den  Heer  keer  
 toegezonden,  toen  wij  op  bet  pnnt  waren  om  onze mnnten  van  David  van  Bourgondie  te  
 laten  graveren.  De tegenwoordige  van  PI.  XXVIII werd  ons,  te  gelijk met  de meeste  van  
 Pi. XXIX, XXX  en XXXI,  door  den  Heer  b a lfo o rt  gezonden,  als. op  onze Proefplaten  
 N“  I—XXVII,  Z. E.  verstrekt,  niet  voorkomende;  en wel  onder voorwaarde van  ze  binnen  
 14  dagen  terug  te  hebben.  Men  verbeelde  zieh  onze  töestand,  te midden  van  het  drukken  
 van  den  tekst- der  Munten  van  Holland  en  Zeeland  en  de  bezorging  van  de  Platen  der'  
 Munten  van  Utrecht / —■  Wij  gelooVen,  wegens  het  metaal,  dat  zilver  biljoen  is,  dat  de  
 munt  ook  uit  later  tijd  dan  die  van  Bisschop Guy  kan  dagteekenen  en  geslagen  zal  zijn  
 door  eenigen  Bisschop  tijdens  zijne  uitlandigheid.  De  zaak  is  uiterst  moeijelijk. 
 (2)  En  wel  in  het  jaar  1336,  voor  de  som  van  43,000  ponden  zwarte  tournooisen;  zie  
 onder  anderen,  van  mieris,  Bisschopp.  Munten  en  Zegels,  bl.  204. 
 13