
 
        
         
		roR K ie am a ß S '. 
 Op  de  kz.  S t a a t   thans  in  den  binnencirkel : 
 MOHETW 9? DE 9? ZWIiKßDIK. 
 Verder  is  er  eene  I  als  klop  ingeslagen. 
 Weegt  3,2  w.  in  bet  Kabinet  van  wijlen  den  Heer  k e e r . 
 N°  3  b l i j k t   d u i d e l i jk   van  e e n e n   a n d e r e n   S t em p e l   d a n   de  N°  1  te  z i j n ,   want  
 het  s t u k   h e e f t : 
 «  in  plaats  van  IOI^TSIffiSS  op  de  vz. 
 Deze  munt  weegt  3,7  w.  en  werd  door  ons  bij  de  Heeren  b e e l a e r t s   en  
 d e   r o u e   aangetroifen. 
 N°  4  heeft  als  slotwoord  op  de  vz. :  . 
 WRÄISOTSS. 
 De  munt  weegt  in  bet  Kon.  Kabinet  3,9;  in  dat  der  Leidscbe  Hoogeschool 
 3,6  ;  bij  den  Heer  s t r i c k e r   3,9  (een  ander  bij  depzelven  3,4) ;  bij  den  Heer  
 d e   r o i j e   3,7 ;  bij  wijlen  den  Heer  k e e r   3,34 ;  bij  den  Heer  d e   v o o g t   en  
 Schrijver  dezes  3,05-w. 
 De  N°  5 ,  bijna  niet  verschillende  van  de  N°  4 ,  heeft  in  het  hart  van  bet  
 kruis  op  de  kz.  eene  figuur,  die  veel  naar  eene  omgekeerde  F  gelijkt. 
 Weegt  3,45  w.  en  bevindt  zieh  in  het  Koninklijk  Kabinet. 
 N°  6  heeft  eene  I  als  klop  op  de  kz. 
 Weegt  3,4  w.  en  berust  bij  den  Heer  macaré  te  Utrecht. 
 N°  7  heeft  als  binnenste  omschrift  op  de  kz. : 
 MOHEWK  DE  JÄMEBDK. 
 De  woorden  zijn  weder  door  vierkantige  bladeren  van  elkander  gescheiden. 
 Weegt  3,7  w .  en  i s   door  ons  geteekend  uit  de  Verzameling  s t r i c k e r , 
 De  N°  8  en  9  zijn,  naar  het  gewigt  te  oordeelen,  stukken  van  D/¡¡  groot  
 geweest,  doch  daar  znlke  munten  ons  van  elders  niet  bekend  zijn,  waren het  
 waarschijnlijk  eenvoudig  grooten  en  moest  hefc  verscbil  in  het  gewigt  tusschen  
 deze munten  en  de  botdragers  of  dubbele  grooten  uit  bet  gebalte  blijken,  welk  
 onderzoek  ons,  wegens  bet  betrekkelijk  zoo  gering  aantal  meer  voorbandene  
 stukken,  niet  mogelijk  was. 
 Op  de  vz.  van  beide de Nos ziet men den Utrechtschen gecimierden tournooihelm 
 boven  het  naar  de  linkerzijde  geplàatstë  wapensebild  van  het  Stiebt .geplaatst,  
 terwijl  zes  dubbele  boogjes  met  ornamenten  in  de  inspringende  boéken  het  cimier  
 aan  het  wapenschild  verbinden  öf  beide  insluiten.  Omschrift  van  N”  8: 
 - io f iK R u s s  s a p e e s  s f f lR w i s a r r a ß s . 
 ep  van  N°  9: 
 MOHSTTS § 6PCCS S TR7TIGCTGRSIS ° 
 Op  beider  kz.  .deelt  een  gevoet  kruis  tusschen  twee pareleirkels  het  volgende  
 omsohrift : 
 MOI2  j  1RS  |  VI.S  |  T.R7Î  
 betgeen niet,  volgens  v a n   m ie r is : :( 1 ) ; .;   moet  gelezen  worden ingule  Traj(ectensk) ;  
 d.  i.  van  het  Hof van  Htnecht ;  maar leensoudig :  moneta  Trajevlensis  (facta)  in  
 Sude;  d.  i.  Utrechtsche  munt,  of  munt  van  het  Bisdom. Utrecht;  in  Zwolle  
 geslagen ;  vergelijk  onze  Munten  van  Overijssel,  Pl.  X VII,  N°:  Li 
 :N° i8: weegt  in  het  Koninklijk  Kabinet .2,1  en  bij  den  Heer  s t r u c k e r  .2,4  w.  
 N° ¡9,  ons alleen  hij: laatstgemeldpn  voorgekomën,  weegt  daar  2,1  w. 
 N°  10,  een  halve groot,  naar  wij  meenen,  heeft  op  de  vz.  de  zelfde  type  als  
 de  beide  vorige  munten.  Het  .omséhrift  is : 
 lObjS l S PG   !  T R 7 ÏI.  .  . 
 Op  de  kz.  deelt  een  gevoet'  kruis  het  veld  der  munt  in  vier  geüjke  deelen ;  
 tusschen  de  beenen  van  het ikruis  met  men  sieraiden,  welke  ieder  als  uit  drie  
 ovale  blaadjes  zijn  zaamgesteld.  Omschrift -. 
 SRORG  ¡ W7Ï  Iß   |  SVIiG  |  TR7SI. 
 Wij  kennen  het  gewigt  niet,.doch  het  stnk.bèvindt  zieh  in  .de  Verzameling  
 van  den  Heer  munnicks  van-.ct.eepj'L  ■  s 
 Nf  11,  die  wij  op  Pl.  XI  lieteh  afbeélden  volgens  het  in  1838.  uitgegeveu  
 boekje  van  den  Heer  schinkel  te   ’s Hage,  getiteld:  Aanteekeningek  op  van  
 mieris  Bisschoppelijke  Munten  en  Zegels,  gaven  wij  later  op  Pl.  XXVIII,  naar  
 het  eenige meer  bekende  oorspronkelijke  exemplaar  in  de  Verzameling  dei'-Hee-  
 ren  munnicks  v a n   clee fe  (laatste  muntje  .dier  Plaat),  nog Bens:  ¡naauwkeurig  
 weder.  Het  is  stellig  een  vierde groot-,. en  heeft  op  de  vz.  de  zelfde  type  als 
 ( 1 )   B l.  2 2 2   z i jn e r   Bisschoppelijke  Munten  en  Segels  von  TJtrecht,