
 
        
         
		zieh  in  het  huwelijk met  den  tweeden  zoon  van  Boudewijn V ,  Graaf  van  Viaanderen, 
   die  een  wakker  krijgsman  was,  en  om  zijn  huwelijk  met  de  toen  nog  
 aeheetene  Friesche  Gravin,  in  de  geschiedenis  den  naam  van  Robert  de 
 OF 
 ries  draagt.  .. 
 Bisschop Willem  wist  inmiddels  brieven  van  den  Duitschen  Kmzer  te  verknj- 
 „en  waarbij  hem,  onder  a n d e r e n , : geschonken  werden,  het  Graafsehap  Westflinge  
 (waarschijnlijk  b e te à én t  dit  woorä  bewesten  h e i F/ie),  omirent  den  Rijn 
 gelegen,  benevens  de  Abdij  van  Egmond.  Verder  de  goederen,  welke  de  dne 
 laatste  Hollandsche  Graven  der  kerk  van  Utrecht  hadden  ontnomen,  die  meestal 
 rondom  Dordrecht  gelegen  waren,  het  Graafsehap  Bodegraven  van  Dirk  Bavo, 
 alsmede  het  gansehe  Graafsehap  in  Holland  (1). 
 Hoewel  voorzien  van  de  Keizerlijke  brieven,  zag  onze  Bissehop  echter  geen  
 kans  om  deze  goederen  nu  reeds  aan  den  Hollandsehen  Graaf  te  ontnemen  en 
 deed  hij  daarom  inmiddels  liever  eene bedevaart naar h e t Heilige Land, op welken 
 togt  hij!  het  ohge'luk  had  van  door  de  Saracenen  uitgeschud  en  daarenboven  
 mishandeld  te  worden.  Hij  kwam,  na  verloop  van  ongeveer  een  jaar,  in  1065 
 in  zijn  Bisdòm  terug. 
 Daarop  werd  hem  door  Keizer  Hendrik  IV  vergund  om,  met  hehulp  van  
 Hertög  Godfried  vaù  Lotharingen,  bijgenaamd  met  den  bull,  Robert  den  Enes,  
 die  ook  met  zijns  broeders  weduwe ,'  de  Vlaamsche  Gravm  Rijkhilde,  in  onmin  
 was ,  den  oorlog  aan  te  doen.  De  Bissehop  gaf  aan  Godfried  het  Graafsehap  
 Holland  in  leen,  die  zieh' eerlang  door  kracht  van  wapenen  dan  ook van  dat  land  
 mfeestëf  maakte  en  Robert  verdreef.  Daarna  trok  hij  ook  naar Westfriesland  
 waar  #  in  Alkmaar  9  wbken  door  de  Westfriezen  ingesloten,  doch  eindekjk  
 doof  Bissehop  Willem  òntzet  werd.  Ongeveer  het  jaar  1070  werd  Godfrie  
 vermoord ;  sommigen  zeggen  te  Delft.  Ten  einde  zieh  van  het  bezit  van  
 Holland  te  verzekeren,  hegon  de  Bisschop  daarna  eèn  sterk  kasteel  te  bouwen  
 te  Ussdmomlè.  Het  mögt  hem  echter  niet  gebeuren  deszelfs  voltooijing  te 
 bC Omstreeks  dezen  tijd  was  Willem  in  hevigen  strijd  met  den  heerschzuchtigen 
 ( 1 )   H e d a ,   b l .   1 2 8 ,   1 2 9 . 
 Hildebrand,  of Paus  Gregorius  V I I ,  die  Keizer Hendrik, Willem’s  begunstiger,  
 in  den  ban  gedaan  had.  De  Bisschop,  die,  ten  aanhoore  des  Keizers,  hij  
 gelegenheid  dat  deze  in  1076 het Paaschfeest te Utrecht.vierde, hevig tegen Gregorius  
 had uitgevaren, welken  hij  niet als Paus  wilde  erkennen  en  wien hij  openlijk  
 de  kerkelijke  gemeenschap  ontzeide,  overleed,  na  een  bestuur  van  omstreeks  22  
 jaren,  in  Mei  van  dit  zelfde  jaar  1076,  nadat  het  Bisdom  onder  zijne  wakkere  
 regering  door  Keizer  Hendrik  IV  in  alle  vroeger  verkregene  vrijheden  en  voor-  
 regten  bevestigd  was  geworden. 
 Besohouwen  wij  thans  ’s Bisschops  munten. 
 Als  vervolg-type  op  sommige  munten  van  zijnen  voorganger,  vinden  wij  op  
 de  Supplementplaat  N°  XXVII  de  ons  in  teekening,;  na  het  toezenden  onzer  
 eerste  Proefplaten,  uit  het  Kabinet  th om sen   medegedeelde  munt. 
 Vz.  Het  borstbeeld  van  den  Bisschop,  aan  wiens  hoofd  de  tonsuur  weder 
 zigtbaar  i s ,  met  kruisstaf  in de  eene  en  herdersstaf  in  de  andere  hand  (vereeniging  
 van  geestelijk  en  wereldlijk  gebied?),  met  drie  bolletjes  nevens  zieh,  in  
 sierlijk  gewaad. 
 Omschrift  (men  lettede  in  de  I I e  eeuw  niet  zeer naauw op den vorm der letters ,  
 die  door  onkundige  graveurs  wel  eens  ten  onderete  boven  geplaatst  werden): 
 VVILHELMVS  CP 
 De  C  in  het  laatste  woord  zal  wel  in  de  plaats  van  eene E  of S moeten  staan.  
 Verder  vinden  wij  hier  een  voorheeld  van  het  gebruik  der  dubbele  V,  reeds  in  
 de  I I e  eeuw. 
 Op  de  kz.  ziet  men  den  stadsmuur  van  Utrecht,  waarboven,  even  als  op  de 
 N°  6  en  8  op  Pl.  I   en  N° 6  op  deze  Plaat  gevonden  wordt: 
 V 
 ECT 
 Wat  die  V  moet  beteekenen  weten  wij  niet,  of het  zoude  venerabile  (trajectum)  
 moeten  zijn.  Het  omschrift  is : 
 TRAIECTVM  S. 
 De  laatste  letter  zal  waarschijnlijk  de  eerste  van  Sanctum  wezen. 
 De  drie  eerste,  alle  onderling  een weinig  verschillende,  denariussen  op  Pl.  II I  
 hebben  op  de  vz.  de  beeldtenis  van  den  Bisschop  en profil,  het  hoofd  gedekt