
 
        
         
		Utrecht;  zij  stelden  de Wethouders  aan,  
 _87  noot. 
 Gilden  (mene -,  d.  i.  algemeene),  285. 
 Gildenburg  (Kasteei!,  129;  deszelfs  Slot«  
 voogd  Jan van Klarenberg,  aldaar; inge- 
 .  nomen  in  1874,  830. 
 G is e l a   (De  Keizerin),  20. 
 G is e l b e r t ,  Hertog  van  Lotharingen,  14. 
 G la n v il l a   (B artholom eus  d e )  of  Bar-  
 tho lomeu s  de  Engelsóhman,  21  noot. 
 Glimmen,  dorp  nabij  Groningen,  65. 
 GOD S G ^ S F  o OHS ° GftffliVGC f 
 D2ï€CRffi€C.  Opschrift op looden stuk-  
 ken,  322,  323. 
 G o d eb a ld ,   Bisschop  van  Utrecht  (1122—  
 1127  of  1128),  49. 
 G o d fr ied   van Rhenen  (De Utrechtsche Bissehop), 
   1156—1178,  42. 
 GoDFRiEif,  Heer  van  Kuik.  Zie  Küra. 
 G o d fr ied   (De  Keizerlijke  Veldheer,  Hertog)* 
   1 9 ;  G o d f r ie d ,  Hertog  v an   Neder-  
 Lotharingen,  of G o d fr ied  met den Bult,  
 21,  32. 
 G o d fr ied   (De  Noörman)  oingebragt,  11. 
 Goede  mannen  öf  Scheidsrègters,  65. 
 G o e t h a l s ,  Histoire  Généalogique  de  la  
 Maiàon  de  Hornes,  134. 
 Goye  (Het  Slot  ten),  96. 
 Goor  en  Tvoenthe  (B a l d e r ik ,  Graaf  v a n ),  
 13. 
 Goor  (De  Graaf van),  81. 
 G&rénm,  311;  Gorinchem,  143. 
 Gothisch  versiersel,  138. 
 Goude  (N icolaas  Ca t s ,  Heer van  ter),  96. 
 G o zew ijn   van Amstel* Proost  der St.  Jans-  
 kerk*  80. 
 Graaf  over  Friesland,  door  Holland  en  
 Utrecht  gezamenlijk  aan  te  stellen,  51 ;  
 waarschijnlijk  nimmer  benoemd,  aldaar. 
 G ra n v e l l e   (De  Kardinaal),  267. 
 9s Gravenhage,  189. 
 G r eg o r iu s , Abt, geen Bisschop, te Utrecht,  
 7  twee  malen;  sticht  daar  Céne  school,  
 aldaar. 
 G r eg o r iu s  VII of H il d e b r a n d  (Pans), 33. 
 G r eg o riu s   IX  (Pans),  127. 
 G regory  (Kabinet  van  den  Heer),  41. 
 Grenoble,  105. 
 Griffioen  [sic] ,  200. 
 Griffoen  (Dubbele  en  enkele),  807. 
 Grijpen  (Luiksche) *  370,  871  noot. 
 Griniggea,  oude  naamspelling  van  Groningen  
 i  27. 
 Groebe   (D.),  Numismaticus*  284;  eenige  
 van  zijne  geschriften,  aldaar  en  285. 
 Groeninger  Philips *  onbekende  muntsoort,  
 872. 
 Groet  penning,  d.  i.  groot,  149. 
 Groetgens  of grootkens,  308. 
 Groniggea,  oude  naamspelling  van  Groningen, 
   27. 
 Groningen (Munt  te),  18  noot,  twee  malen. 
 Groninger munt  (10,000  ®)  in  den  aanvang  
 der  13e  eeuw,  74. 
 Groot,  muntsoort,  wanneer  in  gebruik  ge-  
 komen,  90;  dubbele —,  112;  komt eerst  
 in  de  14e  eeuw  voor,  aldaar ;  enkele — ,  
 114,  115;  halve —,  10$.;  vierde —,  
 H 6 . 
 G rote  en  diens  Blätter fü r  Münzkunde,  
 37,  40,  41,  77,  79,  84,  87,  88,  89,  
 enz. 
 Gruno,  (Het  Tijdschrift),  28. 
 Gruoniggea,  oude  naamspelling  van  Groningen, 
   27. 
 Gruoninga  (De  villa)  in 1040 aan het Sticht  
 geschonkeii,  21. 
 Grutt  qf Gruit  (Begt op  de) in del0eeeuw,  
 18. 
 Guilhebnus  scilt,  806;  Philippus  scilt,  
 aldaar. 
 Guldens  (Bisschops,  Hollantsche*  Ghelre-  
 schè,  nywe  Oysche,  Ludicsche),  287;  
 Bijnsche  —,  155,  288;  dé  eerste,  de  
 ander,  de  derde  Holl,  gulden,  289;  de  
 eerste,  de  andere Gelresche  gulden,  289,  
 quade  guldens  van  Gelderland,  292;  St.  
 Andriesgulden,  199,  200,  306  twee malen; 
   Predericns  en  Beijers  gulden,  306;  
 Bodolphus  gulden,  307;  Arnoldus  gul*  
 den,  200,  307;  Hontkens  gulden,  309;  
 Höerns gulden,  809 ; Utrechtsche gulden,  
 333;  halve  dito,  aldacvr;  Bunsche  gulden, 
   149;  Vaenkensgulden,  156; Postu-  
 laatguldens,  176;  Davids  rijnsguldens,  
 306.“ 
 G uy  van  Bampierre,  93,  94. 
 G u y   van  Henegouwen  (De Utrechtsche Bis-  
 -  schop),  93. 
 G uy   van  Henegouwen 9 Landvoogd van Zuid-  
 Holland,  90,  92.  | 
 G u y ,  Graaf  van  Viaanderen,  82, 
 G uyot  (De  lleer  P.  C.  G.)  in  N i .jh o f f ’s  
 Bijdragen,  28, 
 11. Haar  (Het  Slot  de),  195. 
 H aerlem  (G h er y t   van) ,   Muntmeester,  
 331,  334,  335 r  338,  340.  ' 
 Hagestein,  144;  Land  van  —,  144;  de  
 Slotvoogd  van —,  101, 
 H a l ew ijn   (De  Bidder  J a n   van) ,   192.  
 Half Manegen,  muntsoort,  310.  
 Halfswaßntgensf  muntsoort,  310. 
 Hamaland  (De  Gouw),  47. 
 H amokar o ì H armokar, Bisschop te Utrecht  
 van  790-^-806,  8 ; ònder hém werd geheel  
 Priesland  Ohristelijlc,  aldaar.  • 
 Handboek  der  Middelèeuwsche  Geographie. 
 Zie  B e r g u   ( v a n   d en ). 
 Handèlsverkeer  door  hèt  Gein,  329.  
 Handvesten  of Privilegien,  270. 
 H a n n o ,   Aartsbissòhop  van  Keulen,  31.  
 Hardenberg  (Slot  te)  in  1885  gebouwd,  
 136;  lustplaats  van Bisschop P lo r is   van  
 Wevelinkhoven,  aldaar. 
 Harderwijk,  138,  325. 
 Harlingen,  272. 
 HABMAN  (?)  op  eene  munt,  49.  
 Harmèlen  (Het  Slot),  195. 
 Hartsckild,  165,  167. 
 Hasenberg,  309,  350,  355,  856,  359,  
 enz. 
 Hasselt,  148;  munten  van —,  108  noot;  
 Muntipeesters  aldaar,  153,  163,  202,  
 $47,  33$,  839. 
 H a sselt  (van) op K il ia e n ’s Etymologicum,  
 148. 
 Hatten,  133. 
 H e d a ,   9,  10,  11,  12,  13,  16,  17,  32,  
 39,  46,  146,  enz. 
 Heerde,  kanton  Eiburg,  148, 
 Heerenberg  (’s) ,  270. 
 Heerlijkheid  of  Sleischat,  304. 
 Hees  en  Leen,  876. 
 Heidendom  in  Nederland  door  het  zwaard  
 uitgeroeid,  1. 
 H e ïd e   (D a n y e l l   van  d ? r) ,   Muntmeester,  
 309,  831,  334. 
 Heilige Land (Bßdevaart  naar  het),  32. 
 Heilige  Roomsche  R i j k 264. 
 Heile ,  een  der  vijf moederkerken  van  Holland, 
   5. 
 Heinsberg  ( J an  pan),  Bisschop  van Luik, 
 188. 
 Hellebam'd,  37. 
 Helmen,  welke  muntsoort,  289 ;  pennvnck  
 mitten  twee  200. 
 Helmsieraad,  123. 
 H endrik  III  (Keizer),  20,  21. 
 H en d r ik   IV  (Keizer),  33;  viert  in  1076  
 het  Paaschfeest  te  Utrecht,  aldaar. 
 H e n d r ik  V  (Keizer)  té  Utrecht  in  1123, 
 H en d r ik   VI  (Keizer),  53* 
 H e n d r ik   van  Gelre  (Graaf),  47. 
 H e n d r ik   I ,   Hertog  van  Braband,  27,  58. 
 H e n d r ik   van  Vianden  (Bisschop),  81. 
 H e n n in   (Ma x im il ia a n   van) ,   Graaf  van  
 Bossu,  269, yf 
 HGHRIGVS.  Opschrift  op  munten  van  
 H e n d r ik   van  Vianden,  83. 
 HBNBICVSI  ELECT VS |  TBA,  258. 
 • g q :m  • v h s  • v r s d q : .  oP, 
 schrift op  eene munt,  814;  ook  GÖFIP  
 O H S ,  aldaar. 
 H e r b e r t   of  H e r ib e r t u s ,  Bisschop  van  
 Utrecht,  1139—1150,  45, 
 Herder en  Kruisstaf,  dpor  den  zelfdçn  per-  
 soon  gedragen,  33. 
 H e r ib e r t u s .  Zip  H e r b e r t . 
 HERiOLD,_een Koning der Nòormannen, 10. 
 H e rm a n ,  Proost van  St.  Jeroen  te  Keulen,  
 48; Bisschop  van Utrecht,  1150—1156,  
 ßldaßr.